3K en 3Mavo 1.2 Elektriciteit in huis

1.2 Elektriciteit in huis
1. Je kunt de onderdelen van een huisinstallatie benoemen vanaf de hoofdleiding in de meterkast.
2. Je kunt beschrijven waar de verschillend gekleurde draden in een huisinstallatie voor dienen.
3. Je kunt de oorzaak en de gevolgen beschrijven van kortsluiting en van overbelasting.
4. Je kunt het verschil uitleggen tussen gelijkspanning (DC) en wisselspanning (AC).(extra stof)
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo, mavoLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

1.2 Elektriciteit in huis
1. Je kunt de onderdelen van een huisinstallatie benoemen vanaf de hoofdleiding in de meterkast.
2. Je kunt beschrijven waar de verschillend gekleurde draden in een huisinstallatie voor dienen.
3. Je kunt de oorzaak en de gevolgen beschrijven van kortsluiting en van overbelasting.
4. Je kunt het verschil uitleggen tussen gelijkspanning (DC) en wisselspanning (AC).(extra stof)

Slide 1 - Tekstslide

Huisinstallatie
  • Netwerk van elektriciteitsdraden 
       in huis.
  • Splitst in parallelle groepen
  • Elke groep heeft eigen groepsschakelaar.
  • Elke groep heeft een eigen zekering.
  • Je kan een groep spanningsloos maken om veilig reparatie uit te voeren.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

0

Slide 4 - Video

Slide 5 - Tekstslide

Fasedraaden nuldraad
Bruin - fasedraad
Blauw - nuldraad


Slide 6 - Tekstslide

Kortsluiting:
Wanneer er geen weerstand in een gesloten stroomkring zit. Bijvoorbeeld bij kapotte apparaten of beknelde elektriciteitsdraden.
 - De stroomsterkte wordt dan ineens
    heel groot. 

Slide 7 - Tekstslide

Overbelasting
Stroom per groep mag niet meer dan 16A zijn. 
Hoe groter de stroom, hoe warmer
Meer dan 16A zorgt voor te veel 
warmte, dan ontstaat brandgevaar

Teveel apparaten - overbelasting


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Korstluiting in een stekker

Slide 10 - Tekstslide

Belang van het lesdoel
Weten wat je moet doen als er problemen met elektriciteit in huis zijn.
Veiliger werken met elektricitieit.

Slide 11 - Tekstslide

Extra: Wissel - en gelijkspanning
Het lichtnet heeft een wisselspanning. Deze kun je transformeren maar niet opslaan.
Een batterij levert gelijkspanning die je kan opslaan.

Slide 12 - Tekstslide

Controle van begrip
1a Leg uit wat kortsluiting is.
1b Leg uit hoe overbelasting kan ontstaan.

Slide 13 - Tekstslide

Groot/Groter/Grote
Klein/Kleine/Kleiner
 Hoe groter de weerstand van het apparaat is, des te .......... is de stroomsterkte (als het apparaat aanstaat)
Het koperdraad in snoeren en elektriciteitsdraden heeft een heel .......weerstand.
De weerstand van een elektrisch apparaat is veel .... dan de weerstand van snoeren en elektriciteitsdraden.

Slide 14 - Sleepvraag

Hoe heet de geel groene draad in de huisinstallatie?

Slide 15 - Open vraag

Hoe heet de zwarte draad in de huisinstallatie?

Slide 16 - Open vraag

Hoe heet de bruine draad in de huisinstallatie?

Slide 17 - Open vraag

Noteer de naam en of er spanning op de draad zit:
bruin;
blauw;
zwart;
geel/groen;

Slide 18 - Tekstslide

In tweetallen, bespreek en schrijf in je aantekeningenschrift.
a) Leg uit waarom er in huis meerdere groepen zijn.

b) Hoe groot kan de stroom maximaal zijn door de groep ?

c) Noem twee redenen waardoor een zekering kan doorbranden.


Slide 19 - Tekstslide

demonstratie docent.

a) Wanneer brandt het lampje ?

b) Waarom krijg ik geen schok ?

c) Wat is het gevaar van deze methode ?

Slide 20 - Tekstslide

Het huiswerk
Maak paragraaf 1.2

Slide 21 - Tekstslide