Havo 4 Nectar 7.2

Paragraaf 7.2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 7.2

Slide 1 - Tekstslide

Deze periode (TW4)

Slide 2 - Tekstslide

Deze periode (TW4)

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Biotisch
Abiotisch
Wind
CO2
Zuurstof
Water
Bodem
Roofvijanden
Soortgenoten
Schimmel
Bacterie
Voedsel
Temperatuur

Slide 5 - Sleepvraag

Abiotisch
Biotisch

Slide 6 - Sleepvraag

De wetenschappelijke naam voor een soort bestaat uit een
A
familienaam en soortaanduidling
B
domeinnaam en geslachtsnaam
C
soortaanduiding en populatienaam
D
geslachtsnaam en soortaanduiding

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste wetenschappelijke naam van het madeliefje?
A
bellis perennis
B
Bellis perennis
C
bellis Perennis
D
Bellis Perennis

Slide 8 - Quizvraag

Leerdoelen 7.1

Slide 9 - Tekstslide

Leerdoelen 7.2

Slide 10 - Tekstslide

Populatiegrootte

Slide 11 - Tekstslide

Populatiegrootte

Slide 12 - Tekstslide

Populatiedichtheid

Slide 13 - Tekstslide

Populatiegrootte

Slide 14 - Tekstslide

Monocultuur vs biologische landbouw

Slide 15 - Tekstslide

Voordelen
Nadelen
gebruik van grote machines (snel en makkelijk)
veel voedsel voor insecten - kans op insectenplagen
goedkope verbouwing
makkelijke verspreiding ziekteverwekkers
grote opbrengst
gebruik chemische bestrijdingsmiddelen
bodem raakt snel uitgeput - gebruik van mest noodzakelijk
Voordelen en nadelen monocultuur

Slide 16 - Tekstslide

Invloed plaag op populatiegrootte

Slide 17 - Tekstslide

Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 18 - Tekstslide

Geslachtelijke voortplanting

Slide 19 - Tekstslide

Wat is een monocultuur?
A
Het verbouwen van meerdere gewassen op een groot oppervlak.
B
Het verbouwen van een gewas op verschillende oppervlakten.
C
Het verbouwen van een gewas op een groot oppervlak.
D
Het verbouwen van vraatbestendige gewassen.

Slide 20 - Quizvraag

Een voordeel van een monocultuur is:
A
De grond raakt niet uitgeput
B
Er is altijd genoeg water
C
Er is veel opbrengst per vierkante meter
D
Vergroot de biodiversiteit

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn nadelen van een monocultuur?
(meerdere antwoorden)
A
De grond raakt uitgeput
B
Grote kans op plagen
C
Grote kans op ziekten
D
Gebruik van bestrijdingsmiddelen

Slide 22 - Quizvraag

Wat is populatiegrootte?
A
Aantal verschillende soorten in een gebied.
B
Aantal organismen in het ecosysteem.
C
Aantal organismen in het hele land.
D
Aantal organismen van dezelfde soort in een gebied.

Slide 23 - Quizvraag

Welke factoren beïnvloeden de populatiegrootte?
A
Alleen biotische factoren
B
Alleen abiotische factoren
C
Zowel biotische als abiotische factoren

Slide 24 - Quizvraag

Populatiegrootte is afhankelijk van:
(meerdere antwoorden)
A
Geboorte
B
Sterfte
C
Emigratie
D
Immigratie

Slide 25 - Quizvraag

De populatiegrootte is afhankelijk van een aantal factoren. 
Sleep de termen naar de juiste plaats in het schema.
populatiegrootte
immigratie
sterftecijfer
geboortecijfer
emigratie

Slide 26 - Sleepvraag

Geslachtelijke voorplanting
Ongeslachtelijke voortplanting
Knollen
Bollen
Stamper
Meeldraad
Stekken
Bloem
Wortelstokken
Uitlopers
Celdeling

Slide 27 - Sleepvraag

Leerdoelen 7.2

Slide 28 - Tekstslide

  • Lezen paragraaf 7.3 (5 min!)
  • Maken 7.2: opdracht 14, 16, 17, 19, 20, 23, 24, 25
Aan het werk

Slide 29 - Tekstslide