In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
wat weet je nog van polymeriseren
Slide 1 - Open vraag
kraken en polymeriseren
Slide 2 - Tekstslide
olieraffinaderij
destillatie van de koolwaterstofverbindingen
de afgetapte vloeistoffen noem je fracties
fracties met het laagste kookpunt vind je bovenin
voor sommige eindproducten moet je eerst "kraken"(= ontleding, dit kan thermisch of katalytisch)
Slide 3 - Tekstslide
Kraken
Slide 4 - Tekstslide
kraken
Slide 5 - Tekstslide
Polymeriseren
Uit kleine moleculen worden superlange moleculen gemaakt
Slide 6 - Tekstslide
Polymeriseren
Een reactie waarbij een groot aantal kleine moleculen aan elkaar koppelen tot één groot molecuul heet polymeriseren.
Slide 7 - Tekstslide
Polymeriseren
Van veel kleine monomeren een heel grote polymeer maken
Slide 8 - Tekstslide
Polymeren
Een polymeer is een molecuul opgebouwd uit vele kleine moleculen, monomeren genaamd.
Het koppelen van monomeren wordt polymeriseren genoemd.
Slide 9 - Tekstslide
Bij het kraken worden molecuulverbindingen verbroken?
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
Wat voor type reactie is kraken?
A
Een verbrandingsreactie
B
Een vormingsreactie
C
Een ontledingsreactie
D
Een fase-overgang
Slide 11 - Quizvraag
Bij het kraken van C11H24 ontstaat pentaan (C5H12) en nog één ander molecuul. Wat is de formule van dit andere molecuul?
A
C6H10
B
C6H12
C
C6H14
D
C6H19
Slide 12 - Quizvraag
Het proces waarbij door middel van warmte grote alkaanmoleculen gebroken worden in kleinere moleculen, noem je
A
thermisch kraken
B
katalytisch kraken
C
gefractioneerde destillatie
Slide 13 - Quizvraag
Kraken is een:
A
scheiding
B
vormingsreactie
C
ontledingsreactie
Slide 14 - Quizvraag
Wat voor type reactie is polymeriseren?
A
Een verbrandingsreactie
B
Een vormingsreactie
C
Een ontledingsreactie
D
Een fase-overgang
Slide 15 - Quizvraag
Kunststoffen worden gemaakt door kleine koolwaterstofmoleculen aan elkaar te verbinden. Hoe heet dit proces?
A
polymeren
B
macromoleculen
C
polymeriseren
D
composieten
Slide 16 - Quizvraag
In het practicum van vorige week Hebben we tijdens het kraken staalwol gebruikt. Waar dient het staal wol voor. (Tip: heeft het meegedaan aan de reactie)
Slide 17 - Open vraag
Welk monomeer behoort bij het polymeer polvinylchloride
Slide 18 - Open vraag
Macromoleculen
Kunststof moleculen zijn erg groot. Dit noem je macromoleculen.
Macro betekent -> Groot
Slide 19 - Tekstslide
Veel gebruikte kunststoffen
- Polyetheen (PE)
- Polypropeen (PP)
- Polystyreen (PS)
- Polyvinylchloride (PVC)
Slide 20 - Tekstslide
PE (polyetheen)
PE kun je indelen in:
- HDPE (high density PE):
sterk PE denk aan bv speelgoed.
- LDPE (low density PE):
minder sterk PE, denk aan bv broodzakjes
Slide 21 - Tekstslide
PE betekent?
A
Poly Vinyl
B
Poly Etheen
C
Poly Etham
D
Plasma Etheen
Slide 22 - Quizvraag
Welk materiaal wordt gebruikt voor plastic draagtasjes?
A
LDPE
B
HDPE
C
Polycarbonaat
D
PVC
Slide 23 - Quizvraag
PP (Polypropeen)
Zeer sterk kunstof.
Vaak gebruikt voor kratten, tuinstoelen, tubes en ook bloembakken.
Slide 24 - Tekstslide
PS (polystyreen)
Kunststof gebruikt voor bijvoorbeeld koffiebekers, tandenborstels, kammen en cd's.
Slide 25 - Tekstslide
Welk materiaal wordt gebruikt om cd's te maken?
A
PVC
B
HDPE
C
Polystryreen
D
LDPE
Slide 26 - Quizvraag
PVC (polyvinylchloride)
Let op! Eigenlijk geen koolwaterstof, want er zit ook chloor in dit kunststof.
Wordt gebruikt voor vloerbedekking, dakgoten, leidingen voor water en elektriciteit.
Slide 27 - Tekstslide
Waar wordt pvc voor gebruikt?
A
afvoerbuizen
B
tafels
C
stoelen
D
autos
Slide 28 - Quizvraag
Composieten
Eigenlijk net als een legering, maar dan met kunststoffen en natuurlijke materialen.
- Kogelwerend glas
- Carbon
- Kevlar
- Glasvezel
- Glare
Slide 29 - Tekstslide
Carbon
De Renault auto bestaat voor 80% uit carbon fiber (koolstof vezels), maar deze 80% is maar 25% van zijn totaal gewicht.
Carbon is dus een composiet die sterk is, en licht van gewicht.
Slide 30 - Tekstslide
Carbon is een composiet.
Waaruit bestaat carbon?
A
glas met kunststof vezels
B
koolstof met kunststof vezels
C
kunststof hars met glasvezels
D
kunststof hars met koolstofvezels
Slide 31 - Quizvraag
Een composiet is een combinatie van verschillende materialen.
A
Daardoor wordt het mooier.
B
Die materialen zijn altijd metalen.
C
Hierdoor krijg je een sterker materiaal.
D
Dan past beter bij elkaar.
Slide 32 - Quizvraag
Wat is de beste beschrijving van een composiet?
A
Een combinatie van 2 of meer materialen
B
Een zelfherstellend materiaal
C
Een mengsel wat altijd sterk is
D
Een mengsel van metalen
Slide 33 - Quizvraag
Bij veel toepassingen waar voorheen vooral aluminium voor werd gebruikt, wordt tegenwoordig carbon ingezet, een composiet van koolstof en plastic. Welke twee eigenschappen hebben de beide stoffen gemeen?
A
Hard en buigzaam
B
Zacht en glanzend
C
Zacht en licht
D
Licht en buigzaam
Slide 34 - Quizvraag
Thermoharder/thermoplast
Thermoharder: wordt niet zacht bij verwarmen (stopcontact).
Thermoplast: wordt wel zacht bij verwarmen (plastic flessen).
Thermoplasten kan je recyclen.
Slide 35 - Tekstslide
Hoe noem je een kunststof die zacht wordt als je het verwarmt?
A
Thermoharder
B
Thermoplast
Slide 36 - Quizvraag
Hiernaast zie je een plastic drinkflessen. Wat is dit
A
Thermoharder
B
Thermoplast
Slide 37 - Quizvraag
wat zijn voorbeelden van een thermoplast? ( 2 antwoorden goed)