1.1 Constructie: Name Frame

Thema 1.1 Constructie

Name Frame
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
Beeldende vormingMiddelbare schoolvmbo b, k, t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 41 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 405 min

Onderdelen in deze les

Thema 1.1 Constructie

Name Frame

Slide 1 - Tekstslide

Inhoud

Thema en opzet                                                                    dia 3 – 11
Onderwerp en beeldaspecten                                          dia 12 – 27 
Uitvoeren                                                                                 dia 28  
Inspiratiebronnen bij uitvoeren                                         dia 29 - 31 
Hoe ga je dit doen? Oriëntatie: leerdoelen A-B-C       dia 32 – 36 
Hoe ga je dit doen? Uitvoeren: leerdoel D                     dia 37 - 38
Criteria per niveau                                                                dia 39 - 43 
Uitleg technieken en materialen                                     dia 44 - 54
Inspiratiebronnen bij technieken en materialen         dia 55 - 61                    
Hoe ga je dit doen? Reflectie: leerdoelen E en F         dia 62 – 63 
Planning                                                                                 dia 64 
 

Slide 2 - Tekstslide

Beeldende vorming   leerdoelen
Je werkt 2-5 jaar aan 6 leerdoelen.

Per thema hebben deze 6 leerdoelen een andere invulling.

Per niveau heeft de invulling van de leerdoelen andere criteria

De bedoeling is dat je bewust voorstelling en vormgeving kiest en maakt om je boodschap over te brengen: communiceren met vormen

Slide 3 - Tekstslide

Beelden 2D en 3D: vorm - inhoud - functie

Voorwerpen en kunst om je heen zijn gemaakt om op een bijzondere manier 
mee te communiceren, te vertellen.
soms heel weinig en heel duidelijk, soms veel moeilijker te begrijpen
soms vind je het mooi soms helemaal niet

Dat ligt aan de gebruikte beeldaspecten en het effect dat ze samen hebben
Dat ligt aan hoe en waarmee er verteld wordt.

Alles dat gemaakt wordt heeft een vorm, een inhoud en een functie
Deze zaken beïnvloeden elkaar



Slide 4 - Tekstslide

Vorm - inhoud - functie
De vorm:
vormgeving
wat, hoe, wanneer: de informatie die in vormen te zien is

 - Beeldaspecten: licht, kleur, vorm, ruimte, compositie, lijn, textuur

 - Materiaal: wat is er gebruikt

- Techniek: hoe is het materiaal gebruikt

- Hanteringswijze: welke uitdrukking heeft de gebruikte techniek

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Vorm - inhoud - functie
De inhoud: 
voorstelling
de betekenis van de informatie: wat wordt verteld?
Wat is het EFFECT van alle beeldaspecten bij elkaar?

• Geschiedenis
• Religie
• Een plek
• Een gevoel
• Een mening, een gedachte
• Een maatschappelijk vraagstuk


Slide 7 - Tekstslide

Vorm - inhoud - functie
De functie: waarom wordt het verteld?
- Kennis:
Kennis opdoen over geschiedenis
Kennis op doen over een plek
Een mening of een gedachte geven: objectief, subjectief

- Gevoel:
Een gevoel laten zien, een indruk geven, uitdrukken, verwerken

- Gebruiken:
Handelingsdoel
Decoratie
Informatie / educatie



Slide 8 - Tekstslide

Voorstelling en vormgeving; hoe zat het ook al weer?

Slide 9 - Tekstslide

Beeldende vorming   leerdoelen
Je werkt 2-5 jaar aan 6 leerdoelen.

Per thema hebben deze 6 leerdoelen een andere invulling.

Per niveau heeft de invulling van de leerdoelen andere criteria

De bedoeling is dat je bewust voorstelling en vormgeving kiest en maakt om je boodschap over te brengen: communiceren met vormen

Slide 10 - Tekstslide

6 leerdoelen, ontwikkeling in te behalen in 2-6 jaar; 
 = elke periode via andere beeldaspecten, technieken en materialen en onderwerp
                                                                    

Slide 11 - Tekstslide

Thema 1.1 Constructie; Name frame

Dit thema gaat over constructie met karton en papier, je naam en je persoonlijkheid
in een voorstelling en met de vormgeving

Onderwerp: letters van je naam die je persoonlijkheid tonen                         
                        3D neerzetten van de letters op een grondplaat

Beeldaspecten: 
- Ruimte; overlapping, open en gesloten, 3D constructie, uitstekende delen
- Vorm: letters en patronen met vormpjes
- Kleur: expressieve kleuren of naturalistische kleuren, 

technieken en materialen:  
Letters tekenen, patronen tekenen en kleuren met viltstift, letters opbouwen en vastlijmen op een grondplaat

Slide 12 - Tekstslide

Toelichting op:
het thema
het onderwerp
beeldaspecten

Slide 13 - Tekstslide

What's in a name?
Dit is een uitspraak waarmee duidelijk gemaakt wordt dat een naam niet alles hoeft duidelijk te maken. Een naam is inwisselbaar mar een persoonlijkheid niet.

Je hebt al een poosje de tijd gehad om bij je naam te gaan passen en je persoonlijkheid te ontwikkelen.

Mensen kunnen jou kennen door:
Je woont in een kenmerkende omgeving
Je hebt kenmerkende hobby's of bezigheden
Je hebt kenmerkende karaktereigenschappen
Je hebt een kenmerkend uiterlijk
Je vindt dingen leuk

Slide 14 - Tekstslide

Kenmerkende vormen
Bij alle dingen die bij jou horen kun je vormen bedenken.
Van deze vormen kun je een patroon maken: een ordening met een herhalende vorm.

verzin bij je jezelf vormen over:
Je woont in een kenmerkende omgeving: je huis, familie, landschap

Je hebt kenmerkende hobby's of bezigheden: sport, club, scouting, muziek, netflix

Je hebt kenmerkende karaktereigenschappen: aardig, grappig, slim, 

Je hebt een kenmerkend uiterlijk: kleding, kapsel, bril

Je vindt dingen leuk: motoren, snelweg-kunst, boten, gebouwen





Slide 15 - Tekstslide

Kenmerkende vormen voorbeeld
Annemiek
omgeving: 
1 uur rijden met de Panda; vormpje: pandahoofdje
aardappelakkers: vormpje: stervormige lichtpaarse bloem met geel groot hart
huisdieren: honden en tuinvogels vormpjes: pootafdrukjes hond en vogel                                         
hobby's:
schilderen en tekenen: vormpjes: palet met klodders, kwast, potlood, boekje
zwemmen: vormpje: golfjes, zwempak, flippers

uiterlijk: piekhaar, ronde bril

leuke dingen:  motoren: koplamp en knipperlichten

Slide 16 - Tekstslide

Letters tekenen
Letters schrijven kun je al.

Maar hele grote letters die overal even breed zijn is een ander ding

Elke letter past in een rechthoekje
Elke letter heeft lijnen in een paar richtingen: I of - of / of C

Er worden lettertypes ontworpen: een groep met dezelfde kenmerken
Dan wordt er bijvoorbeeld gelet op:
hoe schuin, hoe bol, hoe lang, hoe dik, schreef - schreefloos

Help jezelf bij het tekenen van letters:
teken rechthoeken allemaal even groot en teken je letters elk in een rechthoek

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

onderwerp: Name Frame
Een frame is een rek, een opbouw, een structuur

Maak van de letters van je naam een frame op een grondplaat:
zet je letters rechtop neer, of deels schuin
stapel ze op of zet ze tegen elkaar aan

Elke letter moet minstens 2 andere raken

Wanneer je naam maar 2 of 3 letters heeft.....heel leuk maar minder geschikt voor nu
Het frame moet gemaakt worden met minstens 6 tekens;
je maakt er dan een keuze uit leestekens bij: ! of ? of # of @ of " of + 

Slide 20 - Tekstslide

Uitvoeren: Name Frame

Je maakt een frame van de letters van je hele voornaam
aangevuld tot minimaal 6 met leestekens
De letters hebben patronen met vormpjes van dingen die over jou gaan
De letters worden heel bont gekleurd
De letters worden als een frame tegen elkaar aangezet op een grondplaat

Oriënteren: beschrijf wat je gaat maken, leg de beeldaspecten uit
                        teken hoe het frame van je letters er uit gaat zien
                        teken de vormpjes voor patronen
Uitvoeren: 
Teken de letters op dik wit papier, elke letter wordt min. 18cm x15 cm en knip deze uit
Teken en kleur met viltstift patronen van vormpjes op de letters
Stapel je letters tot een frame en lijm ze voorzichtig vast aan elkaar 
                                                                                                   en op de grondplaat


Slide 21 - Tekstslide

Belangrijkste beeldaspecten bij dit thema
Vorm:        Letters en leestekens
                     vormpjes passend bij karakter-hobby-omgeving-leuke dingen
                     patronen en vakken
                      constructie met letters: open en gesloten

Ruimte:      patroon: herhalende vorm - ritme
                      afsnijding
                      constructie met letters:
                      klein - groot
                      open / gesloten
                      recht / schuin
                      voor / achter
                      hoog / laag




Slide 22 - Tekstslide

Name Frame inspiratiebronnen

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

 voorbeeld

Slide 28 - Tekstslide

Week 37/39: 11 t/m 22 sept

Oriënteren; leerdoel A-B-C

Slide 29 - Tekstslide

Hoe ga jij dit doen?

Oriënteren; leerdoelen A-B-C

Werkblad oriënteren: 
beschrijf op het werkblad wat jij kiest uit:
je omgeving, je hobby's, je uiterlijk, je karakter, je leuke dingen
toon welke letters je gaat maken bij: Vorm
beschrijf welke kleuren elke letter krijgt bij: Kleur

Teken hoe jij je letters in een frame neerzet

Teken je moeilijkste letter
Teken vormpjes die passen bij je beschrijvingen



Slide 30 - Tekstslide

Week 40 – 45:   4 okt t/m 8 nov

Leerdoel D: uitvoeren
thema constructie; Name Frame
Maak letters
Teken en kleur er vormpjes op die bij jou passen
Stapel en zet de letters in een frame

Slide 31 - Tekstslide

Hoe ga jij dit doen?
Name Frame
(Teken minimaal 6 rechthoeken van 18 x 15 cm)
Teken je letters en leestekens erin
Knip elke letter uit
Teken en kleur vormpjes en vakken op elke letter en elk leesteken
Teken een vorm grondplaat van max 25x35cm en knip deze uit
Zet je letters in je ontworpen frame neer en lijm ze vast met weinig lijm

Slide 32 - Tekstslide

Criteria Name Frame BB

Je maakt een frame met letters en leestekens dat over jou gaat
Je tekent de letters van je naam, aangevuld met leestekens tot minimaal 6
Je maakt letters in formaat 18x15 cm of net een beetje afwijkend
Je maakt op de letters duidelijk wie je bent en wat je doet met vormen
Je maakt van gekozen vormpjes patronen in combinatie met vakken
Je betekent elke letter/leesteken beeldvullend met vormpjes / patronen met weinig witruimte tussen de vormpjes
Je geeft elke letter/leesteken andere kleuren, minimaal 2 per letter
Je construeert een driedimensionale constructie met min. 6 delen op een grondplaat
Je zorgt ervoor dat minimaal 2 delen elkaar overlappen
Je zorgt voor minimaal 2 hoogtelagen




Slide 33 - Tekstslide

Criteria Name Frame KB

Je maakt een frame met letters en leestekens dat over jou gaat
Je tekent de letters van je naam, aangevuld met leestekens tot minimaal 6
Je maakt letters in formaat 18x15 cm of net een beetje afwijkend
Je maakt op de letters duidelijk wie je bent en wat je doet met vormen
Je maakt van gekozen vormpjes patronen in combinatie met vakken
Je betekent elke letter/leesteken beeldvullend met vormpjes / patronen met weinig witruimte tussen de vormpjes
Je geeft elke letter/leesteken andere kleuren, minimaal 2 per letter
Je construeert een driedimensionale constructie met min. 6 delen op een grondplaat
Je zorgt ervoor dat minimaal 3 delen elkaar overlappen
Je zorgt voor minimaal 3 hoogtelagen

Slide 34 - Tekstslide

Criteria Name Frame TL

Je maakt een frame met letters en leestekens dat over jou gaat
Je tekent de letters van je naam, aangevuld met leestekens tot minimaal 6
Je maakt letters in formaat 18x15 cm of net een beetje afwijkend
Je maakt op de letters duidelijk wie je bent en wat je doet met vormen
Je maakt van gekozen vormpjes patronen in combinatie met vakken
Je betekent elke letter/leesteken beeldvullend met vormpjes / patronen met weinig witruimte tussen de vormpjes
Je geeft elke letter/leesteken andere kleuren, minimaal 3 per letter
Je construeert een driedimensionale constructie met min. 6 delen op een grondplaat
Je zorgt ervoor dat minimaal 4 delen elkaar overlappen
Je zorgt voor minimaal 3 hoogtelagen

Slide 35 - Tekstslide

Criteria Name Frame H

Je maakt een frame met letters en leestekens dat over jou gaat
Je tekent de letters van je naam, aangevuld met leestekens tot minimaal 7
Je maakt letters in formaat 18x15 cm of net een beetje afwijkend
Je maakt op de letters duidelijk wie je bent en wat je doet met vormen
Je maakt van gekozen vormpjes patronen in combinatie met vakken
Je betekent elke letter/leesteken beeldvullend met vormpjes / patronen met weinig witruimte tussen de vormpjes
Je geeft elke letter/leesteken andere kleuren, minimaal 3 per letter
Je construeert een driedimensionale constructie met min. 7 delen op een grondplaat
Je zorgt ervoor dat minimaal 5 delen elkaar overlappen
Je zorgt voor minimaal 4 hoogtelagen

Slide 36 - Tekstslide

Criteria Name Frame  A

Je maakt een frame met letters en leestekens dat over jou gaat
Je tekent de letters van je naam, aangevuld met leestekens tot minimaal 8
Je maakt letters in formaat 18x15 cm of net een beetje afwijkend
Je maakt op de letters duidelijk wie je bent en wat je doet met vormen
Je maakt van gekozen vormpjes patronen in combinatie met vakken
Je betekent elke letter/leesteken beeldvullend met vormpjes / patronen met weinig witruimte tussen de vormpjes
Je geeft elke letter/leesteken andere kleuren, minimaal 3 per letter
Je construeert een driedimensionale constructie met min. 8 delen op een grondplaat
Je zorgt ervoor dat minimaal 6 delen elkaar overlappen
Je zorgt voor minimaal 5 hoogtelagen

Slide 37 - Tekstslide

technieken en materialen

Slide 38 - Tekstslide

Week 43:   4 – 8 nov

Reflecteren; leerdoel E en F
praat met je tafelgenoten over al het werk op jullie tafel
bepaal samen of de criteria verwerkt zijn en hoe goed dat is gelukt
daarna vult iedereen persoonlijk de vakjes op de eigen leerdoelkaart in
zet je naam onderop of achterop je gemaakte werk

Slide 39 - Tekstslide

Hoe ga jij dit doen?

Reflecteren: leerdoelen E en F

bespreek het gemaakte werk met 
je klasgenoten aan tafel
vul de beoordelingslijst in
klassikaal tips en tops bespreken

Bepaal of je de herkansing 
moet doen in week 47

Slide 40 - Tekstslide

Werken aan de leerdoelen BV

Planning:

Introductie:                              wk 37               9 - 13 sept                        leerdoel A-B

Oriënteren:                               wk 38-40         16 sept – 4 okt               leerdoel A-B-C

Uitvoeren:                                 wk 41 / 45        7 okt  –  8 nov                 leerdoel D

Reflecteren:                              wk 46              11 – 15 nov                        leerdoel E en F


Herkansing:                              wk 47              18 - 22 nov.           voor 9.00 of na 15.00





Slide 41 - Tekstslide