H3 NK Kapitel 4 Grammatik + Wortschatz (Wiederholung)

Willkommen Havo 3
Woche 7 - Stunde 1
Grammatik Wiederholung
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Willkommen Havo 3
Woche 7 - Stunde 1
Grammatik Wiederholung

Slide 1 - Tekstslide

Heute
Am Ende dieser Stunde ...
  • ... weet ik de 3e en 4e naamval van de lidwoorden(k)ein(e) en de bezittelijke voornaamwoorden.
  • ... kan ik de lidwoorden(k)ein(e) en de bezittelijke voornaamwoorden in de 3e en 4e naamval gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

der-Gruppe
m
v
o
mv
1
der Mann
die Frau
das Kind
die Kinder
3
dem Mann
der Frau
dem Kind
den Kindern
4
den Mann
die Frau
das Kind
die Kinder

Slide 3 - Tekstslide

EIN-Gruppe
m
v
o
mv
1
ein Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder
3
einem Mann
einer Frau
einem Kind
keinen Kindern
4
einen Mann
eine Frau
ein Kind
keine Kinder

Slide 4 - Tekstslide

Voorzetsels 3e naamval
Je leert dat na deze voorzetsels de woorden uit de der-groep en de ein-groep veranderen.

Slide 5 - Tekstslide

aus
bei
mit
nach
seit
von
zu
uit
bij
met
na / naar
sinds
van
naar (personen)

Slide 6 - Tekstslide

Voorzetsels 4e naamval
Er zijn ook voorzetsels die bij mannelijke woorden de woorden uit de der-groep en de ein-groep veranderen.

Slide 7 - Tekstslide

bis
durch
für
gegen
ohne
um
tot
door
voor
tegen
zonder
om

Slide 8 - Tekstslide

Welke voorzetsels krijgen de vierde naamval?
Vierde naamval
Iets anders
bis
aus
durch
zu
für
gegen
bei
mit
ohne
um
nach
seit
von

Slide 9 - Sleepvraag

Schrijf alle voorzetels in het DUITS op, die bij de 3e naamval horen (7). Zet achter elk voorzetsel een komma.

Slide 10 - Open vraag

Das Geschenk ist für d....... Mann.
A
der
B
dem
C
das
D
den

Slide 11 - Quizvraag

Bezittelijke voornaamwoorden (b.v. mein, dein, sein, ihr, enz.) horen bij de
A
der-groep
B
ein-groep

Slide 12 - Quizvraag

Mit ... Jungen (m) spiele ich sicher nicht Fußball!
A
der
B
dem
C
den
D
die

Slide 13 - Quizvraag

3e of 4e naamval?
Zet de juiste uitgang achter het woord en schrijf het hele woord op.

Slide 14 - Tekstslide

Nach d___ Deutschstunde (v) gehen wir zu unser__ Klassenlehrer (m).

Slide 15 - Open vraag

Er kann nicht ohne sein____ Computer (m) leben.

Slide 16 - Open vraag

Sie wohnen bei ihr____ Onkel (m).

Slide 17 - Open vraag

Ich habe für mein____ Lehrer (m) etwas gekauft.

Slide 18 - Open vraag

Ich fahre mit d___ Bus (m) zur Schule.

Slide 19 - Open vraag

Ich habe dich mit d___ Hund (m) gesehen.

Slide 20 - Open vraag

Er hat was gegen ihr___ Vorschlag (m).

Slide 21 - Open vraag

Du musst um d____ Gebäude (o) laufen.

Slide 22 - Open vraag

Slide 23 - Link

Hausaufgaben
Voor de SO leren!

Slide 24 - Tekstslide