In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Les 7
Bewegingsagogische strategieën vervolg
Slide 1 - Tekstslide
Bewegingsagogie(k)
Deze les is bedoeld om je vertrouwd te maken met de
6 Bewegingsagogische strategieën
Slide 2 - Tekstslide
De 6 Bewegingsagogische strategieën:
Primaire activering / basisbenadering
Bewegingsactivering
Bewegingsonderwijs
Bewegingsrecreatie
Psychomotorische Therapie (PMT)
(aangepast) sporten
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Bewegingsactivering
Voorbeeld: Het Bewegings Activerings Programma (BAP)
Zoek op wat BAP is
Slide 7 - Tekstslide
Het Bewegings Activerings Programma (BAP)
Is ontwikkeld voor ouderen met psychogeriatrische problemen
Bestaat uit 60 bewegingsactiviteiten
Volgens een vast schema aangeboden.
Duurt ongeveer 45 minuten
Is opgebouwd volgens een vast stramien
Slide 8 - Tekstslide
Het BAP richt zich op 3 aspecten:
(re)activeren door het stimuleren van de geheugenfuncties, het waarnemen (waaronder de oriëntatie) en het handelen;
(re)socialiseren door het stimuleren van de communicatie tussen de ouderen onderling en de omgeving;
bevorderen van het affectief functioneren door het stimuleren van het eigen initiatief en de vrije keuze.
Slide 9 - Tekstslide
Bewegingsonderwijs-gericht op leren
Bewegingsrecreatie- gericht op ontspanning
Psychomotorische Therapie (PMT) - gericht op psychische problemen
(aangepast) sporten- gericht op *(top)sport, presteren
Slide 10 - Tekstslide
Wat wordt verstaan onder het begrip strategie? Let op! Meerdere antwoorden zijn juist.
A
Snel bepalen wat je moet doen
B
De keuze uit mogelijke wegen en middelen om een doelstelling te realiseren
C
Goed doordacht te werk gaan om een doel te bereiken
D
Een overzicht van alle doelstellingen die je wilt bereiken
Slide 11 - Quizvraag
Welk van de onderstaande strategieën behoort/behoren tot de bewegingsagogische strategieën? Let op! Meerdere antwoorden zijn juist
A
bewegingsonderwijs
B
primaire bewegingsactivering
C
psychomotorische therapie
D
sportieve therapie
Slide 12 - Quizvraag
Welke bewegingsagogische strategie is het meest geschikt voor gedetineerden?
A
psychomotorische therapie
B
bewegingsonderwijs
C
primaire activering
D
sport
Slide 13 - Quizvraag
Els is een 45-jarige vrouw met depressieklachten. Ze wil graag van deze klachten af. Welke bewegingsagogische strategie is waarschijnlijk voor Els het meest geschikt?
A
sport
B
bewegingstherapie
C
psychomotorische therapie
D
bewegingsrecreatie
Slide 14 - Quizvraag
Binnen welke bewegingsagogische strategie wordt gewerkt met leerlijnen?
A
sport
B
bewegingsactivering
C
psychomotorische therapie
D
bewegingsonderwijs
Slide 15 - Quizvraag
Geef aan of de volgende kenmerken behoren tot bewegingsonderwijs of tot bewegingsrecreatie.
regels:
A
bewegingsonderwijs
B
bewegingsrecreatie
Slide 16 - Quizvraag
Geef aan of de volgende kenmerken behoren tot bewegingsonderwijs of tot bewegingsrecreatie.
Ontspanning
A
bewegingsonderwijs
B
bewegingsrecreatie
Slide 17 - Quizvraag
Geef aan of de volgende kenmerken behoren tot bewegingsonderwijs of tot bewegingsrecreatie.
presteren
A
bewegingsonderwijs
B
bewegingsrecreatie
Slide 18 - Quizvraag
Geef aan of de volgende kenmerken behoren tot bewegingsonderwijs of tot bewegingsrecreatie.
trainen
A
bewegingsonderwijs
B
bewegingsrecreatie
Slide 19 - Quizvraag
Instructie
Je krijgt steeds een praktijk-video te zien van ons vakgebied.
Na een tijdje verschijnt een Meerkeuze-vraag (A B C D).
Beantwoord deze binnen de aangegeven tijd (20 sec.)
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Slide 22 - Tekstslide
00:26
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 23 - Quizvraag
01:28
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsonderwijs
B
(aangepaste) Sport
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsactivering
Slide 24 - Quizvraag
01:51
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) sport
C
Bewegingsonderwijs
D
Bewegingsrecreatie
Slide 25 - Quizvraag
01:59
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Primaire activering
D
Bewegingsonderwijs
Slide 26 - Quizvraag
02:55
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
PMT
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 27 - Quizvraag
03:09
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
Primaire activering
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 28 - Quizvraag
03:19
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
Bewegingsrecreatie
C
PMT
D
Bewegingsonderwijs
Slide 29 - Quizvraag
04:19
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Bewegingsrecreatie
D
Basisbenadering
Slide 30 - Quizvraag
04:44
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepast) sporten
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 31 - Quizvraag
05:12
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Primaire activering
D
Bewegingsrecreatie
Slide 32 - Quizvraag
06:14
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 33 - Quizvraag
07:04
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 34 - Quizvraag
08:49
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
PMT
C
Bewegingsrecreatie
D
(aangepaste) Sport
Slide 35 - Quizvraag
09:49
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 36 - Quizvraag
10:42
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsonderwijs
B
Bewegingsrecreatie
C
Primaire activering
D
Bewegingsactivering
Slide 37 - Quizvraag
11:42
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
Basisbenadering
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 38 - Quizvraag
14:59
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 39 - Quizvraag
16:11
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 40 - Quizvraag
17:15
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 41 - Quizvraag
18:24
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsonderwijs
B
(aangepaste) Sport
C
PMT
D
Bewegingsrecreatie
Slide 42 - Quizvraag
19:44
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 43 - Quizvraag
22:19
Om welke strategie gaat het hier ?
A
PMT
B
Bewegingsactivering
C
Bewegingsrecreatie
D
(aangepaste) Sport
Slide 44 - Quizvraag
22:41
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
PMT
C
Bewegingsonderwijs
D
Bewegingsrecreatie
Slide 45 - Quizvraag
22:49
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
Primaire activering
C
PMT
D
Bewegingsonderwijs
Slide 46 - Quizvraag
23:04
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsrecreatie
B
Bewegingsonderwijs
C
Basisbenadering
D
PMT
Slide 47 - Quizvraag
23:13
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 48 - Quizvraag
23:57
Om welke strategie gaat het hier ?
A
Bewegingsactivering
B
(aangepaste) Sport
C
Bewegingsrecreatie
D
Bewegingsonderwijs
Slide 49 - Quizvraag
Sport- en bewegingsactiviteiten maken het voor jongeren mogelijk om grenzen te verkennen, met sociale vaardigheden te experimenteren en succeservaringen op te doen.
Bij welke bewegingsagogische strategie past een dergelijk doel?