Spijsvertering

Spijsvertering
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

Spijsvertering

Slide 1 - Tekstslide

Spijsvertering

Slide 2 - Woordweb

Wat is een ander woord voor poepgat?
A
De vezel
B
Het orgaan
C
De gal
D
De anus

Slide 3 - Quizvraag

Maak de zin af
Je lever is een…
A
Deel van de dikke darm
B
Zuur sap dat voedsel verteert
C
Soort eiwit
D
Orgaan dat je bloed zuivert.

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent de aandrang?
A
Dat je ontlasting erg dun is.
B
Dat je een verstopping hebt.
C
Dat je maag-darm kanaal van streek is .
D
Dat je het gevoel hebt te moeten poepen.

Slide 5 - Quizvraag

Wat past het beste bij het woord leveren?
A
Verteren
B
Geven
C
Opmaken
D
Zuiveren

Slide 6 - Quizvraag

Waar gaat het bij de spijs vooral om?
A
Dat je het goed kunt verteren.
B
Dat het eiwitten bevat.
C
Dat het klaargemaakt eten is.
D
Dat je er aandrang van krijgt.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het tegengestelde van gevarieerd?
A
Ongekookt
B
Voedzaam
C
Telkens wat anders
D
Met weinig afwisseling.

Slide 8 - Quizvraag

Wat noem je geen pasta?
A
Vleesvervanger
B
Macaroni
C
Spaghetti
D
Italiaans eten van deeg

Slide 9 - Quizvraag

Welk woord hoort er niet bij?
A
Voldaan
B
Verstopping
C
Aandrang
D
Ontlasting

Slide 10 - Quizvraag

Welke woorden heb je geleerd?

Slide 11 - Woordweb

Slide 12 - Tekstslide