2v 'handel met gebieden overzee'

2.3 
HANDEL OVERZEE
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.3 
HANDEL OVERZEE

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les? Moedernegotie, Oostzeehandel, handelskapitalisme, Amsterdam?

Slide 2 - Open vraag

Na deze les:
- Kun je uitleggen hoe en waarom er een wereldeconomie ontstond
- Kun je uitleggen wat de VOC is, hoe het ontstond en wat een handelsmonopolie is
-  Kun je uitleggen wat de WIC is, hoe het ontstond en wat de driehoekshandel was.

Slide 3 - Tekstslide

Atlas Maior 
Verzamelde gegevens van ontdekkingsreizen uit de 16 eeuw. Behoefte aan een overzicht van de wereld, want: wereldeconomie. Europeanen op zoek naar nieuwe handelsroutes. Toenemende vraag en aanbod: oprichten van een compagnie (een bedrijf) om de handel te reguleren. Steeds meer losse voorcompagnieën. Heten zo omdat die compagnieën uiteindelijk gingen samenwerken in één handelsonderneming: de VOC (Verenigde Oost-Indische Compagnie) in 1602.

Slide 4 - Tekstslide

VOC
Bestuurd door de Heren XVII (zeventien). Zij bepaalden alles over de wereldhandel, de hoeveelheid dat moest worden ingekocht en tegen welke prijs en aan wie het moest worden verkocht.
Mensen konden investeren in de Republiek; aandelen kopen. Dit gebeurde voor het eerst. Deze winst werd later verdeeld. 
VOC had voorrechten gekregen van de Staten-Generaal, ze bezaten over een handelsmonopolie. Alleen zij mochten handelen met producten als nootmuskaat, peper en thee. Het mocht ook zelfstandig oorlog voeren. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

West-Indische Compagnie

Slide 7 - Woordweb

WIC 
- 1621
Kreeg ook een handelsmonopolie. Handel met West-Afrika en Amerika. Veroverde schepen (kaapvaart)  van Portugal, Engeland, Spanje en het bezat kolonies zoals Suriname. 
Nederland haalde mensen uit West-Afrika om als slaven op de plantages van onder andere Suriname te werken. 
Ook verkoop van tot slaaf gemaakten op slavenmarkten in Midden-Amerika. (oftewel: mensenhandel). Deze 'handel' wordt de driehoekshandel genoemd in je boek. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wat een handelsmonopolie is en benoemd daarbij voorbeelden van zowel de VOC als de WIC.

Slide 11 - Open vraag

Waarom denk je dat de Staten-Generaal (dus het bestuur van de Republiek) de VOC en WIC voorrechten gaf en ze hun gang liet gaan?

Slide 12 - Open vraag