In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Thema 1: Inleiding in de biologie
Basisstof 2: Organen, weefsels en cellen
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen?
Herhaling
Aanvulling op werken met de methode
Leerdoelen doornemen
Uitleg basisstof 2: Organen, weefsels en cellen
Aan het werk
Verwerking
Slide 2 - Tekstslide
Test jezelf
Je test jouw kennis van de leerdoelen. Iedereen is verplicht om deze te maken. (Het zijn maar een paar vragen)
Je kan tussendoor stoppen en later weer verder
Als je klaar bent zie je welke leerdoelen je al beheerst
Alleen gesloten vragen
Je krijgt geen cijfer
Als er een uitroepteken staat kan je feedback opvragen
Slide 3 - Tekstslide
Oefentoets
De oefentoets wordt gevuld met vragen door het maken van de test jezelf.
Bestaat uit 12 - 15 vragen
Als je de oefentoets hebt gemaakt wordt er meteen een nieuwe klaargezet
Is bedoeld als extra oefenmateriaal
Slide 4 - Tekstslide
Flitskaarten
Aan het eind van elke basisstof en van het thema
Per basisstof zijn er kaarten om de begrippen te oefenen
Je kan deze ook namaken
Slide 5 - Tekstslide
Zet de volgende organisatieniveaus van klein naar groot. Leg ook uit wat elk niveau is. Orgaan - populatie - orgaanstelsel - weefsel - organisme - cel - organel - biosfeer - levensgemeenschap - ecosysteem
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik...
Orgaanstelsels, organen, weefsels en cellen bij een mens herkennen en hun kenmerken en functies beschrijven.
Beschrijven dat groepen cellen in een weefsel, orgaan of orgaanstelsel een gezamenlijke functie uitoefenen
Bij (delen van) organismen het verband aangeven tussen vorm en functie
Slide 8 - Tekstslide
Orgaanstelsels, organen, weefsels
Een orgaanstelsel is...
Een groep organismen die samen aan een bepaalde taak werken
Slide 9 - Tekstslide
Welke orgaanstelsels ken je?
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Open vraag
Orgaanstelsels, organen, weefsels
Een orgaanstelsel is...
Een groep organismen die samen aan een bepaalde taak werken
Een weefsel is...
Een groep cellen bij elkaar met dezelfde vorm en functie
Bijvoorbeeld epitheelweefsel, zenuwweefsel, spierweefsel
Slide 12 - Tekstslide
Welke andere typen weefsels ken je?
Slide 13 - Woordweb
Tussencelstof
Sommige weefsels hebben tussencelstof.
Het soort tussencelstof is afhankelijk van de functie van het weefsel
Kraakbeen heeft veel collageenvezels en is dus erg flexibel
Been heeft veel kalkzouten en is dus erg stevig
Slide 14 - Tekstslide
Tussencelstof
Sommige weefsels hebben tussencelstof.
Het soort tussencelstof is afhankelijk van de functie van het weefsel
Kraakbeen heeft veel collageenvezels en is dus erg flexibel
Been heeft veel kalkzouten en is dus erg stevig
Slide 15 - Tekstslide
Vorm en functie
Vaak is er zichtbaar verband tussen vorm van cellen en weefsels en hun functie
Dieren in het water, onder de grond of in de lucht zijn gestroomlijnd.
Slide 16 - Tekstslide
Aan het werk!
Wat: Basisstof 2 van thema 1
Hoe: Alleen of in tweetallen (fluisteren)
Tijd: 15 minuten
Hulp: Steek je vinger op of overleg met je buur
Klaar: Bekijk je opdrachten en evalueer deze. Maak de test jezelf, lees daarna basisstof 3 door.
Uitkomst: Basisstof 2 is af
timer
15:00
Slide 17 - Tekstslide
Geef de namen van deel K, L, M en N
Slide 18 - Open vraag
Noem drie weefseltypen die voorkomen in een longkwab.
Slide 19 - Open vraag
Verwerking
Je hebt nodig: opdracht orgaanstelsels, organen matchen en weefsels.
Orgaanstelsels: Benoem de aangegeven orgaanstelsels.
Organen matchen: Welke organen horen bij welk orgaanstelsel?
Weefsels: Welk weefsel wordt er aangegeven in welke afbeelding?