Klas 4B, T11, paragraaf 4, het hart

Thema 11
Transport en afweer
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Thema 11
Transport en afweer

Slide 1 - Tekstslide

Thema 11
De bloedsomloop

paragraaf 4, het hart

Slide 2 - Tekstslide

Doen vandaag:

  • paragraaf 4, het hart, verduidelijking begrippen.

Slide 3 - Tekstslide

Doel van de les
11.4.1 Je kunt de delen en functies van het hart en de aansluitende bloedvaten noemen.
11.4.2 Je kent de werking van de kleppen van het hart.
11.4.3 Je kunt beschrijven hoe een hartslag verloopt.

Slide 4 - Tekstslide

Begrippen paragraaf 4
kamers-boezem-kransslagaders-kransaders
bovenste holle ader-onderste holle ader
rechterboezem-rechterkamer
linkerkamer-linkerboezem
hartkleppen
halvemaanvormige kleppen
2 min

Slide 5 - Tekstslide

Welk bestanddeel van het bloed zorgt voor het stollen van het bloed?
A
Rode bloedcel
B
Witte bloedcel
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 6 - Quizvraag

In het bloed van een kransslagader zit meer zuurstof dan in het bloed van een kransader.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quizvraag

De aorta vervoert het bloed naar alle delen van het lichaam. Dit bloed is:
A
zuurstofrijk
B
zuurstofarm

Slide 8 - Quizvraag

Als bloed de GROTE bloeds-omloop IN stroomt, dan...
A
is het zuurstof-arm
B
heeft het een blauwe kleur
C
heeft het een rode kleur
D
is het zuurstof-rijk

Slide 9 - Quizvraag

vanuit de hersenen stroomt bloed naar het hart. Dit bloed is
A
zuurstofrijk
B
zuurstofarm

Slide 10 - Quizvraag

Welk orgaan helpt bij het constant houden van je bloed door
ZUURSTOF BLOED IN
KOOLSTOFDIOXIDE BLOED UIT
A
Dunne darm
B
Longen
C
Nieren
D
Huid

Slide 11 - Quizvraag

Het transport van zuurstof naar het bloed gaat sneller als het bloed
A
veel hemoglobine bevat
B
weinig hemoglobine bevat

Slide 12 - Quizvraag

Vergelijk het bloed in een slagader met het bloed in ader van een actieve spier. In welk bloedvat heeft het bloed het hoogste glucosegehalte?
A
Ader
B
Slagader

Slide 13 - Quizvraag

Het hart
Welke 4 ruimtes heeft het hart?
Is het hart een spier of een ander type orgaan? 

Pas op! In het volgende filmpje zijn dode organen en mensen te zien


Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Ligging van het hart
Het hart en de longen worden beschermd door de ribben en het borstbeen.
Het hart van een mens is ongeveer zo groot als een vuist.

Slide 16 - Tekstslide

De bouw van het hart

Slide 17 - Tekstslide

Onderdelen van het hart

Slide 18 - Tekstslide

Bloedstroom in het hart.

Slide 19 - Tekstslide

Gespierde wanden in het hart. Het verschil tussen rechts en links.
Kleine bloedsomloop

Slide 20 - Tekstslide

Kleppen: Hartkleppen om boezems en kamers te scheiden.

Slide 21 - Tekstslide

Kleppen: 
halvemaan-vormige kleppen, zitten aan het begin van de longslagader en de aorta.

Slide 22 - Tekstslide

Werking van het hart:
1. Samentrekken van de boezems.
2. Samentrekken van de kamers.
3. Hartpauze.


Slide 23 - Tekstslide

Harttonen: 
Iedere hartslag 2 harttonen te horen:
1.dichtslaan van de hartkleppen.
2. dichtslaan halvemaanvormige kleppen. 


1
1
2

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Huiswerk 


Maak af wat je nog niet af hebt van paragraaf 12.2 en 12.3.
Lees de paragrafen ook goed door en maak alvast flitskaarten of een samenvatting.

Slide 26 - Tekstslide