H2.werkwoordenDuits.vervoeging.tt

Regelmatige werkwoorden Duits in de tegenwoordige tijd
Hoe moet je ze vervoegen?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Regelmatige werkwoorden Duits in de tegenwoordige tijd
Hoe moet je ze vervoegen?

Slide 1 - Tekstslide

Ich lieb___ Schafe!
A
liebe
B
liebst
C
liebt

Slide 2 - Quizvraag

Das ist meine Schildkröte. Sie ist braun. Deswegen heiß___ sie Brownie.
A
heiße
B
heißt
C
heißen

Slide 3 - Quizvraag

Herr Meyer, besuch___ Sie mit uns den Zoo?
A
besuche
B
besuchen
C
besucht

Slide 4 - Quizvraag

Mein Bruder und seine Freundin lauf___ zum Tierpark.
A
laufst
B
lauft
C
laufen

Slide 5 - Quizvraag

Was mach___ dein Hund den ganzen Tag?
A
mache
B
machst
C
macht
D
machen

Slide 6 - Quizvraag

Warum streichel___ du meinen Hund nicht?
A
streichelst
B
streichelt
C
streicheln
D
streichele

Slide 7 - Quizvraag

Ich (wensen) ___ mir einen Hund als Haustier.

Slide 8 - Open vraag

(spelen) ___ du gerne mit deinem Hamster?

Slide 9 - Open vraag

(bezoeken) ___ du den Wildpark mit der ganzen Familie?

Slide 10 - Open vraag

Am Nachmittag (doen) ___ ich einen Spaziergang mit dem Hund.

Slide 11 - Open vraag

Mio ist mein Maus. Mio (spelen) ___ gerne mit Klorollen.

Slide 12 - Open vraag

Wir (aaien) ___ gerne Pferde.

Slide 13 - Open vraag