Module 11 - Signaleringsplan en terugblik

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1,3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Wat doet een ambulant begeleider?

Slide 5 - Open vraag

Welke beroepen kun je als agogisch medewerker uitoefenen?
A
Arbeidsdeskundige en orthopedagoog
B
Onderwijzer en psychotherapeut
C
Pedagogisch medewerker en vluchtelingenwerker

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een moreel dilemma?

Slide 7 - Open vraag

Als medewerker krijg je te maken met morele dilemma's. In welke situatie spreek je van een moreel dilemma?
A
een cliënt wel of niet aanspreken op ongewenst gedrag
B
een arts wel of niet raadplegen bij een zieke cliënt
C
vertrouwelijke informatie van een cliënt wel of niet delen met collega's
D
wel of niet toestaan in een jeugdinrichting

Slide 8 - Quizvraag

Werken volgens een plan zorgt ervoor dat je methodisch kunt werken. Waarom is methodisch werken in het belang van de cliënt?
A
De cliënt krijgt hierdoor een groter sociaal netwerk.
B
De cliënt krijgt hierdoor meer verantwoordelijkheid.
C
De medewerker krijgt meer verantwoordelijkheid.
D
Er worden minder fouten gemaakt.

Slide 9 - Quizvraag

Benoem de vijf stappen van methodisch werken

Slide 10 - Open vraag

Waar staan de letters SMART voor?

Slide 11 - Open vraag

Van mevrouw Krimpenfort is bekend dat ze een psychiatrische aandoening heeft. Sinds enige tijd is ze toenemend verward. Er wordt dementie bij mevrouw Krimpenfort vastgesteld. Ze krijgt ondersteuning van een thuisbegeleider bij de organisatie van haar huishouden.
Welke van de volgende doelstellingen over de situatie van mevrouw Krimpenfort voldoet het meest aan de SMART-methode?

A
Mevrouw Krimpenfort heeft binnen een week drie keer per week ondersteuning bij het huishouden, waarbij alle taken worden overgenomen
B
Mevrouw Krimpenfort heeft over een week ondersteuning van een thuisbegeleider
C
Mevrouw Krimpenfort kan zelfstandig boodschappen doen met behulp van een boodschappen bezorgservice.
D
Mevrouw Krimpenfort voelt zich ondersteund en is minder verward binnen drie maanden.

Slide 12 - Quizvraag

Hoe stel je een plan van aanpak / activiteitenplan op?

Slide 13 - Open vraag

9 Lees de volgende stellingen.
Stelling I: Een signaleringsplan kan worden toegepast in de ouderenzorg.
Stelling II: Een signaleringspan wordt gebruikt om signalen van huiselijk geweld in kaart te brengen.  
A
Alleen I is juist.
B
Alleen II is juist.
C
Beide zijn juist.
D
Beide zijn onjuist.

Slide 14 - Quizvraag

10 Patrick (16 jaar) verblijft in een jeugdinrichting. Patrick heeft regelmatig ruzie met zijn medebewoners. De begeleiders van Patrick werken met de stoplichtmethode. Op een avond zoekt Patrick ruzie met een medebewoner. Zijn begeleiders spreken hem hier een aantal keren op aan en gaan ook met hem in gesprek, maar zonder resultaat.
Welke manier van aanspreken is op dit moment de juiste volgens de stoplichtmethode?

A
'Ik hoor je weer schelden en ik vind dit erg vervelend. Wil je hiermee stoppen?'
B
'Ik hoor je weer schelden. Het is beter om nu naar je kamer te gaan.'
C
'Ik merk dat je het moeilijk hebt. Kunnen we iets voor je doen?'
D
'Wij brengen je nu naar je kamer.'

Slide 15 - Quizvraag

Vragen
Kijk de documentaire op dulon online

Slide 16 - Tekstslide