Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Oefentoets Mens en Aarde 2.1 en 2.2
Slide 1 - Tekstslide
In welk land ligt Rome?
Slide 2 - Open vraag
Tijdvak Grieken en Romeinen
A
B
C
D
Slide 3 - Quizvraag
Tijdvak van de Grieken en Romeinen is?
A
3000 v.chr tot 500 n.chr
B
300 v.chr tot 50 n.chr
C
30.000 v.chr tot 5000 n.chr
Slide 4 - Quizvraag
Welke tijdsperiode hoort bij het tijdvak Grieken en Romeinen?
A
de oudheid
B
de middeleeuwen
C
de prehistorie
D
de vroegmoderne tijd
Slide 5 - Quizvraag
Wie van deze historische figuren komt uit het tijdvak 'Grieken en Romeinen'?
A
Karel de Grote
B
Toetankhamon
C
Julius Caesar
D
Christoffel Columbus
Slide 6 - Quizvraag
Welke Romeinse keizer werd opeens christen?
Slide 7 - Open vraag
Waarom hebben de Romeinse keizers het christendom verboden?
Slide 8 - Open vraag
Hoe bestuurden Romeinse keizers het Romeinse rijk?
Slide 9 - Open vraag
Het Romeinse rijk was een landbouwstedelijke samenleving. Dat betekent...
A
Dat de meeste Romeinen boer waren en op het platteland woonden, daarnaast waren er veel steden
B
De meeste Romeinen woonden in steden, er waren maar weinig boeren.
C
Alle Romeinen waren boeren die woonden in de stad.
D
Romeinen waren geen boeren.
Slide 10 - Quizvraag
In de Romeinse landbouwstedelijke samenleving woonden de meeste mensen
A
in de stad
B
op het platteland
Slide 11 - Quizvraag
In de Romeinse landbouwstedelijke samenleving leefden de meeste mensen van
A
het verkopen van spullen
B
de landbouw
Slide 12 - Quizvraag
Romeinse Rijk heeft eeuwenlang bestaan. Dat komt doordat de Romeinen hun rijk goed konden verdedigen. Waarom was het rijk zo goed te verdedigen?
A
Romeinse soldaten konden zich snel verplaatsen, doordat er veel zandpaden waren aangelegd.
B
De Romeinen hadden de Griekse manier van oorlog voeren overgenomen. De Grieken hadden daar al eeuwenlang in geoefend en waren er dus erg goed in.
C
De Romeinen bezaten vrijwel heel Europa, dus er waren nauwelijks vijanden die het rijk konden aanvallen.
D
Het Romeinse Rijk had veel natuurlijke grenzen, zoals bergen en zeeën. Daar kan een vijandelijk leger minder gemakkelijk aanvallen dan bij een grens die ergens middenin een open en vlak gebied ligt.
Slide 13 - Quizvraag
De Bataven in het zuiden van Nederland hielpen de Romeinen met het verdedigen van het Romeinse Rijk
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
De limes speelden een belangrijke rol bij de verdediging van het Romeinse Rijk. Op welke kaart zie je de limes afgebeeld?
A
Op kaart 1
B
Op kaart 2
C
Op kaart 3
D
Op kaart 1, 2 en 3
Slide 15 - Quizvraag
Hoe wordt het verspreiden van de Grieks-Romeinse cultuur genoemd?
Slide 16 - Open vraag
Wat is een bondgenootschap?
Slide 17 - Open vraag
Noem 1 verschil tussen het geloof van de oude Romeinen en het Christendom
Slide 18 - Open vraag
Welk geloof hadden de romeinen en germanen?
Slide 19 - Open vraag
Wat zijn Thermen
A
Romeinse Badhuizen
B
Romeinse Villa's
C
Romeinse Tempels
D
Romeinse Theaters
Slide 20 - Quizvraag
Waarom stonden de tempels van Jupiter en Juno in het midden van de stad?
A
Omdat zij de belangrijkste goden waren.
B
Omdat zij de minst belangrijke goden waren.
C
Omdat zij Griekse goden waren.
D
Omdat de Romeinen niet konden kiezen.
Slide 21 - Quizvraag
Het gebedshuis voor de joden noemen we een
Slide 22 - Open vraag
Het heilige boek van de Joden is de...
A
Bijbel
B
Koran
C
Tenach
D
Thora
Slide 23 - Quizvraag
Sleep het begrip naar de juiste betekenis.
Het recht om openlijk een godsdienst aan te hangen
Samenleving met meerdere culturen
Verspreiding van de Grieks-Romeinse cultuur
Multiculture samenleving
Romanisering
Godsdienstvrijheid
Slide 24 - Sleepvraag
Bekijk de bron en kies het juiste antwoord
A
Keizer Constantijn droomde over de kruisiging van Jezus
B
Keizer Constantijn was een aanhanger van het Christendom
C
Keizer Constantijn vereerde het Christendom door overal kruizen op te zetten
D
Keizer Constantijn verloor een belangrijke veldslag door zijn droom
Slide 25 - Quizvraag
Noem twee redenen van de ondergang van het Romeinse Rijk.
Slide 26 - Open vraag
Welk deel van het Romeinse Rijk had het meeste last van de volksverhuizing van de Germanen?