2.4 - Zwanger (4VWO)

Thema 2 - Voortplanting
4 VWO
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Thema 2 - Voortplanting
4 VWO

Slide 1 - Tekstslide

Thema 2 - Voortplanting
2.1 - Ongeslachtelijke voortplanting
2.2 - Geslachtelijke voortplanting
2.3 - Hormonen
2.4 - Zwanger
2.5 - Seksualiteit
2.6 - SOA's en geboorteregeling
2.7 - Ongewenst kinderloos

Slide 2 - Tekstslide

2.3 - Hormonen


herhaling

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de functie van GnRH?
A
Stimuleren van de Geslachtsorganen
B
Stimuleren van de Hypothalamus
C
Stimuleren van de hypofyse
D
Remmen van de Hypothalamus

Slide 4 - Quizvraag

FSH heeft bij mannen invloed op de
A
Sertoli cellen
B
Leydig cellen
C
spermatocyten

Slide 5 - Quizvraag

Welke hormonen maakt de hypofyse?
A
oestrogeen & LH
B
FSH & LH
C
LH & progesteron
D
Oestrogeen & FSH

Slide 6 - Quizvraag

Wat stimuleert LH bij de man?
A
vorming van zaadcellen door de sertolicellen
B
Vorming van testosteron door de cellen van Leydig
C
Vorming van FSH door de follikel
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 7 - Quizvraag

Waar wordt oestrogeen geproduceerd?
A
Hypofyse
B
hypothalamus
C
Follikel
D
Nieren

Slide 8 - Quizvraag

2.4 - Zwanger

Slide 9 - Tekstslide

Doelen van deze paragraaf
Je kan uitleggen hoe de ontwikkeling van zygote tot volgroeide baby gaat
Je kan de fasen van de geboorte benoemen en toelichten

Slide 10 - Tekstslide

Hormonen
Regelen eisprong:
FSH [hypofyse] - Rijping eicel
LH [hypofyse] - Eisprong
Oestrogeen/Progresteron [follikel/gele lichaam] - in stand houding baarmoederslijmvlies

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Verandering bij bevruchting
Gele lichaam maakt nog steeds progesteron
Niet door LH (geremd door progesteron) maar HCG (Humaan Choriongonatropine)

HCG gevormd door zygote (=bolletje cellen na beruchting) eerste week, daarna door placenta

Slide 13 - Tekstslide

Verandering bij bevruchting
Na 3 maanden sterft gele lichaam af -> placenta maakt progesteron
Progesteron: 
- remt (net als bij normale cyclus) LH en FSH afgifte
- houdt (net als bij normale cyclus) baarmoederslijmvlies in stand
- Stimuleert ontwikkeling melkklieren

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Embryonale ontwikkeling (1)
Eerste weken - embryo - voorzien van zuurstof en voedingsstoffen door moeder

Na bevruchting - zygote (bolletje cellen)
Ontwikkelt door klievingsdelingen


Slide 16 - Tekstslide

celdeling(klievingsdeling)

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Embryonale ontwikkeling (2)
Morula - klompje cellen
Blastula - holte met vocht binnenin bolletje cellen
embryoblast/embryonaalknop - deel van klompje cellen dat embryo zal worden
trofoblast - buitenste laag cellen
chorion/buitenste vruchtvlies - ontstaat uit trofoblast, vormt uitstulpingen in baarmoedeslijmvlies


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Embryonale ontwikkeling (3)
Embryoblast ontwikkeld -> twee holten: 
amnionholte en dooierzak
Cellen tussen holten worden het embryo

Slide 21 - Tekstslide

Ontwikkeling van placenta
Bloedvaten vanuit kind naar placenta
vertakking tot dunne haarvaten
Bloed moeder - bloed kind gescheiden door membraan

Stoffen uitgewisseld door passief en actief transport
Voedingsstoffen, zuurstof, afvalstoffen

Slide 22 - Tekstslide

Ontwikkeling van placenta
Sommige ziekteverwekkers en schadelijke stoffen kunnen door het membraan -> van moeder op kind doorgegeven
vb. syfilis, HIV, nicotine, alcohol


Slide 23 - Tekstslide

Uitwisseling tussen moeder en foetus
Binas 86E
Uitwisseling tussen moeder en foetus
In de navelstreng vinden we 3 bloedvaten: 2 zuurstofarme slagaders en 1 zuurstofrijke ader. Zuurstofrijk bloed gaat naar de foetus toe, zuurstofarm bloed gaat van de foetus af.
Er vindt uitwisseling plaats tussen het bloed van moeder en foetus, maar het bloed blijft altijd in het eigen systeem! Het bloed van moeder gaat in de placenta rondom de bloedvaatjes van het embryonale deel van de placenta zitten en daar vindt door middel van diffusie uitwisseling plaats van voedingsstoffen, afvalstoffen, zuurstof en koolstofdioxide. 

Slide 24 - Tekstslide

Celdifferentiatie
Tijdens embryonale ontwikkeling -> ontstaan weefsels/organen
Stamcellen ontwikkelen tot alle verschillende typen
Cellen beïnvloeden elkaar door afgifte stoffen -> celdifferentiatie
Waar cel zich bevindt, bepaalt welke delen van het DNA tot uiting komen
Soms geprogrammeerde celdood - apoptose
Voorbeeld apoptose - vingers tijdens ontwikkeling verbonden met vliezen. cellen uit vliezen moeten voor geboorte afsterven


Slide 25 - Tekstslide

Stamcellen
Bij volgroeide organismen -> cellen gespecialiseerd

Embryonale stamcellen -> kunnen ontwikkelen tot alle soorten menselijke cellen
Adulte stamcellen -> beperkte ontwikkelmogelijkheid (te vinden in bijv. beenmerg)

Slide 26 - Tekstslide

De geboorte
Indaling - begin weeën (samentrekking spieren)
Uitdrijving - weeën met tussenpozen; baarmoederhals en baarmoedermond worden wijder - ontsluiting



Nageboorte - verwijdering placenta, resten navelstreng en vruchtvliezen vanuit baarmoeder 

Slide 27 - Tekstslide

Vragen

Slide 28 - Tekstslide

Door wat wordt het hormoon HCG gemaakt?
A
de placenta
B
het gele lichaam
C
het embryo
D
de follikels

Slide 29 - Quizvraag

Het gele lichaam (en later de placenta) produceert progesteron. Wat is geen functie van progesteron?
A
Ontwikkeling melkklieren
B
Remming productie LH en FSH
C
In stand houden baarmoederslijmvlies
D
Stimuleren groei van de zygote

Slide 30 - Quizvraag

Aan het werk
Maken: 25-29, 32-35
Lezen: 2.5

Morgen 2.5 + bijwerken opdrachten 2.4

Slide 31 - Tekstslide