In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Nederlands
Les - instructieve teksten
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
Je kan vertellen wat het doel is van een instructieve tekst
Je kan de kenmerken van een instructie noemen
Slide 2 - Tekstslide
Instructieve teksten
Informatie op een juiste manier gebruiken
Slide 3 - Tekstslide
Instructie:
Een uitleg over hoe je iets moet doen.
Slide 4 - Tekstslide
Voorbeelden van instructies:
- Hoe je een stekkerdoos uit elkaar haalt
- Hoe je een app installeert
- Hoe je een wasmachine moet onderhouden.
Slide 5 - Tekstslide
Soorten instructieve teksten en hun doelen:
Een schrijver kan kiezen om een instructieve tekst te schrijven. Doel: zijn lezer iets uitleggen, bijvoorbeeld hoe je iets moet doen of hoe iets werkt.
Soorten: er bestaan allerlei soorten instructieve teksten.
Slide 6 - Tekstslide
Soorten instructieve teksten
- Handleiding
- Stappenplan
- Recept
Slide 7 - Tekstslide
Tijdens COVID
Slide 8 - Tekstslide
Instructieve teksten
Instructieve teksten worden stapsgewijs gegeven.
De verschillende stappen herken je aan opsommingstekens of nummers.
Slide 9 - Tekstslide
Het taalgebruik bij instructies
Vaak staan instructies in stappen (vaste volgorde) én is de toon dwingende toon.
Slide 10 - Tekstslide
Instructies in stappen
--> wat je eerst moet doen, wat daarna, enz.
Om die volgorde aan te geven kunnen signaalwoorden worden gebruikt.
- Haal eerst de…
- Maak daarna het…
- Vervolgens draai je…
- Steek tot slot…
Slide 11 - Tekstslide
Dwingend taalgebruik
De verschillende stappen in een instructie beginnen vaak met een werkwoord:
- Doe dit…
- Maak nu…
- Geef vervolgens….
- Sluit tenslotte….
Slide 12 - Tekstslide
Dwingend taalgebruik
Deze vorm van het werkwoord heet gebiedende wijs:
- Haal eerst de…
- Maak daarna het…
- Draai vervolgens je…
- Steek tot slot…
De gebiedende wijs is de 'ik-vorm' van een werkwoord.
Slide 13 - Tekstslide
Geef 2 voorbeelden van een instructieve tekst.
Slide 14 - Open vraag
Wat is een instructieve tekst?
A
De tekst overtuigt je een bepaald product te kopen, bijvoorbeeld een folder of advertentie.
B
De tekst brengt je op de hoogte van het laatste nieuws, bijvoorbeeld een krantenartikel.
C
De tekst informeert je over
hoe je iets moet doen, bijvoorbeeld een gebruiksaanwijzing of recept.
D
De tekst is bedoeld om de lezer te vermaken, bijvoorbeeld de Donald Duck en de Viva.