plurals

1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Zet 3 zelfgekozen Engelse woorden in het meervoud

Slide 2 - Open vraag

Singular = enkelvoud
Plural = meervoud

Slide 3 - Tekstslide

Regel voor meervoud = woord +s
               1 dog - 3 dogs
    1 dog


   3 dogs

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer woorden eindigen op een medeklinker +y, gebruiken we -ies voor de meervoudsvorm.
  1 bunny                            4 bunnies

Slide 5 - Tekstslide

Woorden die eindigen op een klinker +y
krijgen alleen een -s
          
  1 boy                              3 boys

Slide 6 - Tekstslide

 Woorden die eindigen op ch, sh, s, ss, x, z
 krijgen -es
                 
  1 dress                           6 dresses

Slide 7 - Tekstslide

Woorden die eindigen op een medeklinker + o
krijgen meestal ook een -es
                 
   1 tomato                       4 tomatoes

Slide 8 - Tekstslide

Woorden die eindigen op een -f of -fe
 veranderen we meestal in -ves                   
                     
                 
     1 leaf                           4 leaves

Slide 9 - Tekstslide


Sommige meervoudsvormen hebben een uitzondering en moet je uit je hoofd leren

Slide 10 - Tekstslide


Baby
A
baby's
B
babys
C
babie's
D
babies

Slide 11 - Quizvraag


Box
A
boxes
B
boxxes
C
bosses
D
boxees

Slide 12 - Quizvraag


Monkey
A
monky's
B
monkies
C
monkie's
D
monkeys

Slide 13 - Quizvraag

Uniform
A
uniformes
B
uniform's
C
uniforms
D
uniformies

Slide 14 - Quizvraag


Fish
A
fishes
B
fish
C
fishen
D
fishies

Slide 15 - Quizvraag

Thief
A
thiefs
B
thiefes
C
thiefies
D
thieves

Slide 16 - Quizvraag


Cookie
A
cooky's
B
cookies
C
cookys
D
cookyes

Slide 17 - Quizvraag


Butterfly
A
Butterflies
B
butterflys
C
butterflie's
D
butterfly's

Slide 18 - Quizvraag


Policeman
A
policemans
B
policemannen
C
policemen
D
policemannies

Slide 19 - Quizvraag


Brush
A
Brushes
B
brush's
C
brushs
D
brushies

Slide 20 - Quizvraag

Strawberry
A
strawberries
B
strawberrys
C
strawberrys
D
strawberryes

Slide 21 - Quizvraag


Elf
A
elfs
B
elves
C
elfes
D
elf's

Slide 22 - Quizvraag


Pony
A
ponys
B
ponies
C
pony's
D
ponie's

Slide 23 - Quizvraag


Bus
A
bus's
B
buss
C
buses
D
busses

Slide 24 - Quizvraag


Leaf
A
leaves
B
leafes
C
leafs
D
leaf's

Slide 25 - Quizvraag


Face
A
faces
B
face's
C
facies
D
facces

Slide 26 - Quizvraag


Mouth
A
mouthees
B
mouth's
C
mouthens
D
mouths

Slide 27 - Quizvraag


First lady
A
first laddies
B
first ladys
C
first ladies
D
first lady's

Slide 28 - Quizvraag


Model
A
modelles
B
modellen
C
models
D
modelens

Slide 29 - Quizvraag


Body
A
bodys
B
bodies
C
boddies
D
body's

Slide 30 - Quizvraag


Wife
A
wives
B
wifies
C
wifes
D
wife's

Slide 31 - Quizvraag