1 T/H taalverzorging spelling meervoud op -en -s les 1

Precies kijken en luisteren
Ik weet hoe ik het meervoud van een znw maak
Ik ken de regels voor de spelling van het meervoud
Meervouden: welke verschillende vormen zijn er?
Nederlands
Opdr. 1, 2 en 3
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten --> morgen! 
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Precies kijken en luisteren
Ik weet hoe ik het meervoud van een znw maak
Ik ken de regels voor de spelling van het meervoud
Meervouden: welke verschillende vormen zijn er?
Nederlands
Opdr. 1, 2 en 3
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten --> morgen! 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

Ik weet hoe ik het meervoud van een znw maak
Ik ken de regels voor de spelling van het meervoud

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Woord van de week
Wie?
Marieke

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enkelvoud - meervoud
De meeste zelfstandig naamwoorden kun je in enkelvoud 
en meervoud zetten. Bij het enkelvoud is er één van iets, 
bij het meervoud is er méér van iets.

Let op! Er zijn uitzonderingen, zelfstandig naamwoorden die geen meervoud hebben. Bijvoorbeeld melk.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zelfstandige naamwoorden hebben
nog meer geen meervoudsvorm?

Slide 6 - Woordweb

Bijvoorbeeld: muziek, zand, politie, geld, goud, zilver, brons, slaap, heelal.
Het meervoud van zelfstandige naamwoorden: de regels

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op een medeklinker
krijgen meestal -en in het meervoud.

Als het voor de uitspraak nodig is, verdubbel je 
de medeklinker of verenkel je de klinker.

kat - katten (niet: *katen), 
beer - beren (niet *beeren)

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoud op -s
1. Als de laatste lettergreep geen klemtoon heeft, 
is het meervoud op -s.
Bijvoorbeeld: vó-gel - vogels, bé-zem - bezems

2. Ook woorden die eindigen op een klinker
krijgen in het meervoud -s
Bijvoorbeeld: niveau - niveaus, toffee - tofee

Slide 9 - Tekstslide

Benadruk dat de lettergreepregel een uitzondering is op de regel voor het meervoud op -en.
Let op!
Eindigt een woord op een enkele 
a, i, o, u, y
dan krijgt het meervoud -'s.
Dat is nodig om de klank gelijk te houden. 

oma - oma's (niet: *omas)
baby - baby's (niet: *babys)

Slide 10 - Tekstslide

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Het meervoud van ..... is:
GLAS
A
glassen
B
glasen
C
glazen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het meervoud van ..... is:
MUSEUM
A
museums
B
musea
C
museumen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het meervoud van ..... is:
CAFÉ
A
cafés
B
café's
C
cafées

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het meervoud van ..... is:
BACTERIE
A
bacteries
B
bacterien
C
bacteriën
D
bacterieën

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het meervoud van ..... is:
SKI
A
skies
B
ski's
C
skieën
D
skis

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het werk
Bladzijde 86-87

Opdracht 1, 2 en 3.

Klaar? Werk laten zien en nakijken met antwoordenboek
timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies