3.3 Nettokracht

3.3 Nettokracht
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

3.3 Nettokracht

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen?
Huiwerk control
Herhaling H3.2
Uitleg H3.3
Zelfstandig werk
Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Onthoud
• De uitrekking van een spiraalveer geeft aan hoe groot de kracht is die op de veer wordt uitgeoefend.
• Met een krachtmeter kun je de grootte van een kracht meten.
• Voor het meten van kleine krachten gebruik je krachtmeters met slappe veren; voor grote krachten gebruik je stugge veren.
• De zwaartekracht op een voorwerp kun je berekenen met de formule:               Fz = m ∙ g. De waarde van g is overal op aarde 10 N/kg.
• Om een kracht juist te tekenen moet je eerst de krachtenschaal kiezen. Deze geeft aan hoeveel kracht een pijl van 1 cm voorstelt.

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
3.3.1 Je kunt in geval van evenwicht beschrijven aan welke voorwaarden de krachten moeten voldoen.
3.3.2 Je kunt in geval van evenwicht de bijbehorende krachten benoemen.
3.3.3 Je kunt de nettokracht berekenen van krachten die werken op één voorwerp.
3.3.4 Je kunt de opwaartse kracht herkennen in geval van evenwicht. (extra stof)

Slide 4 - Tekstslide

Vorige les
- Uitrekking van een veer --> kracht 2x, uitrekking 2x
- Hoe stugger de veer, hoe meer kracht hij op kan vangen
- Krachtmeter/veerunster
- Fz = m x g
- Krachtenschaal

Slide 5 - Tekstslide

Welke veer is het slapst?
A
veer C
B
veer D

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel keer zo sterk is veer D
A
1x
B
2x
C
4x
D
8x

Slide 7 - Quizvraag

Even terug kijken naar paragraaf 3.1
Krachten kun je niet zien, maar wel herkennen door:
  • beweging: snelheid of richting
  • vervorming

Slide 8 - Tekstslide

Evenwicht
Er zijn ook situaties waarbij er geen vervorming of beweging is, maar waar wel krachten zijn.

In dat geval zijn de krachten in evenwicht.

Slide 9 - Tekstslide

Evenwicht
De krachten zijn tegengesteld.
De krachten zijn even groot.

Slide 10 - Tekstslide

Spankracht en zwaartekracht in evenwicht
Spankracht en spierkracht in evenwicht

Slide 11 - Tekstslide

Wrijvingskracht en spierkracht in evenwicht
De beweging veranderd niet, de snelheid is constant.

Dus evenwicht!

Slide 12 - Tekstslide

Zwaartekracht en ......... in evenwicht
De normaalkracht (Fn) heft de zwaartekracht op.

De normaalkracht is de kracht die een oppervlak uitoefent op een voorwerp.

Slide 13 - Tekstslide

Nettokracht
Nettokracht (Fnetto) is de som van de krachten
Een ander woord voor nettokracht is de resultante kracht (Fres)


Slide 14 - Tekstslide

Nettokracht
Krachten die in dezelfde richting
werken tel je op.

Krachten in tegengestelde 
richting haal je van elkaar af.

Bij evenwicht is de 
nettokracht 0 N (40-40=0)

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Wat: lees paragraaf 3.3 op blz. 147 t/m 150 en maak opgaven 1 t/m 8 op blz. 151 t/m 152
Hoe: helemaal stil!
Hulp: docent
Tijd: ???? minuten lang
Huiswerk: opdrachten 1 tm 12 van H3.3 op blz. 151 t/m 155
Klaar? kijk de opgaven digitaal na 
timer
10:00

Slide 16 - Tekstslide

Onthoud
• Als de krachten op een voorwerp in evenwicht zijn, zal het voorwerp niet in beweging komen. Daarvoor moet aan drie voorwaarden zijn voldaan:
– de krachten zijn even groot;
– de krachten liggen op dezelfde lijn (in elkaars verlengde);
– de krachten hebben een tegengestelde richting.
• Als de krachten in evenwicht zijn, is de nettokracht gelijk aan 0 N.
• Om de nettokracht op een voorwerp te vinden, pas je twee regels toe:
– krachten in dezelfde richting tel je bij elkaar op;
– krachten in tegengestelde richting trek je van elkaar af.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak de diagnostische toets van H3 Water
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide