5.3 Oren en ogen

5.3 Oren en ogen
Nodig: 
- Telefoon/ tablet/ laptop met daarop app LessonUp
- Tekstboek (1B) blz. 101 t/m 104
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

5.3 Oren en ogen
Nodig: 
- Telefoon/ tablet/ laptop met daarop app LessonUp
- Tekstboek (1B) blz. 101 t/m 104

Slide 1 - Tekstslide

Programma
- Vorige les (uitleg/ herhalingsvragen)
- Leerdoelen deze les
- Uitleg + vragen over de ogen
- Huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

In de tastzintuigcellen ontstaat een impuls
De impuls wordt via de zenuwen voortgeleid
De hersenen nemen de aanraking waar
De tastzintuigcellen ontvangen prikkels door de aanraking

Slide 3 - Sleepvraag

2

Slide 4 - Video

00:24
De verteller zegt: de geurprikkels worden doorgegeven aan de bulbus olfactorius. Dit is fout. Welk begrip moet zij gebruiken in plaats van 'geurprikkels'?

Slide 5 - Open vraag

01:09
Ook bij fantosmie gaat het fout. Waar gaat het fout?
A
Er worden verkeerde prikkels opgevangen
B
Er ontstaan verkeerde impulsen
C
Er worden verkeerde impulsen doorgegeven
D
De hersenen verwerken verkeerde impulsen verwer

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoelen
Oren
- Je kunt de bouw van het oor beschrijven
- Je kunt de werking van het oor beschrijven

Ogen
- Je kunt de bouw van het oog beschrijven
- Je kunt de werking van het oog beschrijven

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Hoe lopen de trillingen door het oor?
A
Gehoorgang - gehoorbeentjes - trommelvlies - slakkenhuis
B
Gehoorgang - trommelvlies - slakkenhuis - gehoorbeentjes
C
Gehoorgang - trommelvlies - gehoorbeentjes - slakkenhuis
D
Gehoorgang - slakkenhuis - gehoorbeentjes - trommelvlies

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de functie van het slakkenhuis?

Slide 10 - Open vraag

Hoe komen de impulsen aan in de hersenen?
A
Via de gehoorbeentjes
B
Via de buis van Eustachius
C
Via het slakkenhuis
D
Via de gehoorzenuw

Slide 11 - Quizvraag

Ontvangen
De lucht trillingen worden ontvangen door de oorschelp, daarna het gehoorgang en komt dan de trommelvlies tegen. Die trilt mee
Lucht trillingen.
Geluid is trillingen in de lucht, deze kan onze oor ontvangen.
Versterking
De trillingen worden versterkt door de gehoorbeentjes
Omzetten
  • De gehoorbeentjes geven de trillingen door aan het slakkenhuis.
  • In het slakkenhuis zitten zintuigcellen die de trillingen omzetten in impulsen.
  • De impulsen gaan door de gehoorzenuw naar de hersenen toe.
Waarneming
Je hersenen ontvangen de impulsen en vertalen ze naar geluid.
Leerdoel
Je beschrijft hoe het oor geluidstrillingen omzet in impulsen en hoe die bij de hersenen komen.
    Je beschrijft hoe het oor geluidstrillingen omzet in impulsen en hoe die bij de hersenen komen

    Slide 12 - Tekstslide

    Wat weet jij al over
    de ogen?

    Slide 13 - Woordweb

    De ogen, een kostbaar zintuig
    De coronaperiode, het heeft ons goede en slechte dingen gebracht. Zo blijkt uit onderzoek dat te veel schermtijd grote problemen kan opleveren op de langere termijn. Advies: 20 minuten beeld - 20 seconden in de verte staren. 

    Maar het *ahum* goede is, dat er dit jaar geen vuurwerk afgestoken mocht worden. Wat is er goed aan? Nou, maar 3 mensen kwamen in het Rotterdamse oogziekenhuis terecht, vergeleken met de 18 patiënten een jaar daarvoor.

    Slide 14 - Tekstslide

    Het oog: de buitenkant
    Wenkbrauw
    Ooglid
    Wimpers
    Pupil
    Iris
    Harde oogvlies

    Slide 15 - Tekstslide

    Maar dit zit er allemaal in...

    Slide 16 - Tekstslide

    Het oog: binnenkant
    Oogspieren - draaien het oog in de richting waarin je kijkt
    1
    Glasachtig lichaam - houdt het netvlies op zijn plaats
    2
    Harde oogvlies - stevig, geeft bescherming
    3
    Hoornvlies - voortzetting van harde ooglives aan de voorkant (dus bescherming)
    4
    Vaatvlies - bevat veel bloedvaten
    5
    Netvlies - bevat zintuigcellen die licht waarnemen; in de zintuigcellen ontstaan dan impulsen
    6
    Pupil - opening in de iris, regelt de hoeveelheid licht dat door het oog komt
    8
    iris - voortzetting van het vaatvlies aan de voorkant (is gekleurd)
    9
    Gele vlek - plaats in het centrum van het netvlies. Hiermee kun je het scherpst zien. 
    10
    Blinde vlek - hier verlaat de oogzenuw het oog, bevat geen zintuigcellen
    11
    Oogzenuw - brengt/ geleidt impulsen van het netvlies naar de hersenen
    12
    Lens - achter de iris en pupil, zorgt ervoor dat je scherp kunt zien
    7

    Slide 17 - Tekstslide

    Welke 3 onderdelen van het oog zie je in deze afbeelding?
    1
    Glasachtig lichaam
    2
    Lens
    3
    Netvlies

    Slide 18 - Tekstslide

    Slide 19 - Tekstslide

    Bijziend & Verziend

    Slide 20 - Tekstslide

    Vuurwerkbril
    Bril of contactlenzen
    Beschadiging aan hoornvlies en netvlies
    Vervorming van het oog
    Blijvende schade
    Te corrigeren met bril of lenzen
    Moeite met scherpstellen

    Slide 21 - Sleepvraag

    Aan de slag met...
    - Maak opdr. 1 t/m 8

    Slide 22 - Tekstslide

    Hoe heet het onderdeel waarin zintuigcellen prikkels omzetten tot impulsen?
    A
    Vaatvlies
    B
    Netvlies
    C
    Oogzenuw
    D
    Hoornvlies

    Slide 23 - Quizvraag

    Hoe heet het onderdeel dat als eerst beschadigd raakt als je vuurwerk in je oog krijgt?
    A
    Hoornvlies
    B
    Iris
    C
    Lens
    D
    Pupil

    Slide 24 - Quizvraag

    Wat is de functie van de gele vlek?
    A
    Hier verlaten zenuwen het oog
    B
    Hiermee kan het beeld scherp worden gesteld
    C
    Hiermee kan je scherp zien
    D
    Het regelt de hoeveelheid licht

    Slide 25 - Quizvraag

    Door welke van de genoemde delen gaan de lichtstralen achtereenvolgens voordat er impulsen in het oog kunnen ontstaan? Zet de woorden in de juiste volgorde.
    Glasachtig lichaam
    Pupil
    Hoornvlies
    Netvlies
    Lens

    Slide 26 - Sleepvraag

    Snap je er nog niks van?
    Kun je geen antwoord geven op de onderstaande leerdoelen?

    - Je kunt de bouw van het oog beschrijven
    - Je kunt de werking van het oog beschrijven

    Dan kun je het volgende doen:
    - Leer de afbeelding met de onderdelen + functies van het oog
    - Bekijk de uitleg van een andere biologiedocent
    - Lees blz. 93 + 94 in je boek en bekijk goed de afbeeldingen

    Slide 27 - Tekstslide

    Het oog: binnenkant
    Oogspieren - draaien het oog in de richting waarin je kijkt
    1
    Glasachtig lichaam - houdt het netvlies op zijn plaats
    2
    Harde oogvlies - stevig, geeft bescherming
    3
    Hoornvlies - voortzetting van harde ooglives aan de voorkant (dus bescherming)
    4
    Vaatvlies - bevat veel bloedvaten
    5
    Netvlies - bevat zintuigcellen die licht waarnemen; in de zintuigcellen ontstaan dan impulsen
    6
    Pupil - opening in de iris, regelt de hoeveelheid licht dat door het oog komt
    8
    iris - voortzetting van het vaatvlies aan de voorkant (is gekleurd)
    9
    Gele vlek - plaats in het centrum van het netvlies. Hiermee kun je het scherpst zien. 
    10
    Blinde vlek - hier verlaat de oogzenuw het oog, bevat geen zintuigcellen
    11
    Oogzenuw - brengt/ geleidt impulsen van het netvlies naar de hersenen
    12
    Lens - achter de iris en pupil, zorgt ervoor dat je scherp kunt zien
    7

    Slide 28 - Tekstslide

    Slide 29 - Video

    Hoe kun je beter worden?
    Je kunt antwoord geven op de leerdoelen (bouw + werking van het oog), maar je maakt nog wel eens een fout?

    Dan kun je het volgende doen:
    - Leer de afbeelding met de onderdelen + functies van het oog
    - Bekijk de uitleg van een andere biologiedocent

    Om te checken of je het dan goed hebt begrepen, maak je:
    - Test jezelf van bs 3 (5.3 Oren en ogen)

    Slide 30 - Tekstslide

    Het oog: binnenkant
    Oogspieren - draaien het oog in de richting waarin je kijkt
    1
    Glasachtig lichaam - houdt het netvlies op zijn plaats
    2
    Harde oogvlies - stevig, geeft bescherming
    3
    Hoornvlies - voortzetting van harde ooglives aan de voorkant (dus bescherming)
    4
    Vaatvlies - bevat veel bloedvaten
    5
    Netvlies - bevat zintuigcellen die licht waarnemen; in de zintuigcellen ontstaan dan impulsen
    6
    Pupil - opening in de iris, regelt de hoeveelheid licht dat door het oog komt
    8
    iris - voortzetting van het vaatvlies aan de voorkant (is gekleurd)
    9
    Gele vlek - plaats in het centrum van het netvlies. Hiermee kun je het scherpst zien. 
    10
    Blinde vlek - hier verlaat de oogzenuw het oog, bevat geen zintuigcellen
    11
    Oogzenuw - brengt/ geleidt impulsen van het netvlies naar de hersenen
    12
    Lens - achter de iris en pupil, zorgt ervoor dat je scherp kunt zien
    7

    Slide 31 - Tekstslide

    Slide 32 - Video

    Hoe kan ik nog slimmer worden?
    Kun je makkelijk de leerdoelen uitleggen en heb je een goede score voor de test jezelf 5.3 Oren en ogen?

    Hieronder staan enkele links naar interessante feitjes en weetjes over ogen bij dieren:

    https://www.zapp.nl/programmas/debuitendienst/gemist/WO_NTR_15688700

    https://www.scientias.nl/de-meeste-dieren-zien-de-wereld-minder-scherp-dan-wij/

    https://www.scientias.nl/ogen-verraden-of-dier-jager-of-prooi-is/

    Slide 33 - Tekstslide