Examentraining

Welke van de volgende signaal woorden geeft GEEN tijd/volgorde aan?
A
Before
B
After all
C
Until
D
Today
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welke van de volgende signaal woorden geeft GEEN tijd/volgorde aan?
A
Before
B
After all
C
Until
D
Today

Slide 1 - Quizvraag

Wat geeft het woord 'furthermore' aan?
A
Uitbreiding/opsomming
B
Tijd/volgorde
C
Reden/oorzaak
D
Gevolg/conclusie

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent 'conversely'?
A
Daarentegen
B
Weliswaar
C
Aangezien
D
Ondanks

Slide 3 - Quizvraag

2 hoofdgedachtes van de tekst. 
Je kan per hoofdgedachte 1 punt behalen. als je ze allebei goed hebt, betekent dat dus dat je 2 punten hebt. 
Je krijgt hier 5 minuten voor. 

Slide 4 - Tekstslide

It is often said that a pleasure shared is a pleasure doubled, and who can deny that conversation around the dinner table provides opportunities for a family or friends to share their happiness, express their feelings and learn from one another. Meals taken together foster warmth, security and love, as well as feelings of belonging. This unifying role that food can play in our lives can be seen on a much bigger scale, too. Many cultures have rich culinary traditions, and the distinctiveness or the quality of their food can be a powerful source of pride, strengthening a sense of cultural or national identity.
It is often said that a pleasure shared is a pleasure doubled, and who can deny that conversation around the dinner table provides opportunities for a family or friends to share their happiness, express their feelings and learn from one another. Meals taken together foster warmth, security and love, as well as feelings of belonging. This unifying role that food can play in our lives can be seen on a much bigger scale, too. Many cultures have rich culinary traditions, and the distinctiveness or the quality of their food can be a powerful source of pride, strengthening a sense of cultural or national identity.

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de 2 hoofdgedachtes?

Slide 6 - Open vraag

In de volgende slide krijg je een sleepvraag. de sleepvraag moet je de stappen die je maakt bij een meerkeuze vraag op de goede volgorde zetten. Elke stap die je goed hebt is 0.5 punt waard.

Slide 7 - Tekstslide

Stap 1 

Stap 2 

Stap 3 

Stap 4 

Stap 5 
Stap 6

Stap 7 

scan de tekst, kijk naar de titel.
Lees alinea na alinea door aan de hand van de examenvragen.
Kies het antwoord dat het meest op dat van jouw lijkt
Let op de functie van verbindings woorden zoals: but, although, etc. 
Ga na wat je al van het onderwerp weet
Let extra op de eerste en laatste zin van de alinea 
Probeer zelf het antwoord te bedenken voordat je naar de antwoorden kijkt

Slide 8 - Sleepvraag

How is paragraph 3 linked to paragraph 2?
A
Wat is de overeenkomst tussen paragraaf 3 en 2?
B
Hoe staan paragraaf 3 en 2 met elkaar in verband?
C
Hoe komen paragraaf 3 en 2 niet met elkaar overeen?

Slide 9 - Quizvraag

Wat betekent 'moreover'
A
Meer over
B
Zelfs
C
Aangezien
D
Bovendien

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord geeft GEEN reden/oorzaak aan
A
Since
B
In fact
C
Likewise
D
Certainly

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord geeft een voorbeeld aan
A
Such as
B
To be fair
C
As if
D
So

Slide 12 - Quizvraag

2 hoofdgedachtes van de tekst. 
Je kan per hoofdgedachte 1 punt behalen. als je ze allebei goed hebt, betekent dat dus dat je 2 punten hebt. 
Je krijgt hier 5 minuten voor. 

Slide 13 - Tekstslide

In today’s undeniably stressful, fast-moving world, the increasing popularity of convenience food should come as no surprise. Despite warnings from doctors about the possible health risks of such food, it is all too easy to pop something in the microwave every day, and in so doing miss out on one of life’s great experiences, which is cooking fresh food. Not only does preparing home-made food give satisfaction, and the results taste immeasurably better than the tinned or packaged variety, but more significantly, it gives the opportunity to display care and affection through hospitality shown to guests.

Slide 14 - Tekstslide

Wat zijn de 2 hoofdgedachtes?

Slide 15 - Open vraag

Als je de volgende vraag krijgt, wat willen ze dan van je weten?
'What is the purpose of the examples given in paragraph 3?'

Slide 16 - Open vraag

Als maar een deel van het antwoord wat je geeft op de toets goed is. Is het hele antwoord dan goed of fout?
A
Goed
B
Fout

Slide 17 - Quizvraag

er zijn 3 stappen die je kunt maken als je een woord niet kent. Noem er zoveel mogelijk.

Per genoemde optie krijg je een punt.

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent het woord: 'whereas'
A
Ondanks
B
Toch
C
ofwel
D
Terwijl

Slide 19 - Quizvraag

Welk woord geeft een vergelijking aan?
A
Therefore
B
Likewise
C
hence
D
For example

Slide 20 - Quizvraag

Dit was de quiz. 

Slide 21 - Tekstslide