Herhalings les Feniks 5.1 t/m 5.4

• Geschiedenis
• Middelbare school

Goede middag 

Ga lekker zitten en pak je pen en je schrift.

Geen laptops

Wat gaan we doen vandaag?

Volgende week gaan we actief bezig met de krant.

Vandaag een herhalingsles van 5.1 t/m 5.4

5.1 

Hoe en waarom zorgde de Industriële Revolutie voor grote veranderingen in de samenleving?

5.1 

Door de uitvindingen van machines en de stoommachine kwamen er fabrieken die veel meer produceren dan de huisnijverheid deed.

De Industriële Revolutie had niet alleen gevolgen voor de landen in West-Europa. Ook in Azië en Afrika veranderde er veel. 

De industrie had veel grondstoffen nodig die voor een deel uit deze gebieden kwamen. En er waren ook veel, heel veel kopers nodig voor de gemaakte producten.

5.2

Welke omstandigheden maakten de Industriële Revolutie in Engeland mogelijk?

Hoe zorgde de agrarische revolutie in Engeland voor een demografische revolutie?

5.2

Welke omstandigheden maakten de Industriële Revolutie in Engeland mogelijk?

De agrarische revolutie, de demografische revolutie en de transport revolutie. 

Hoe zorgde de agrarische revolutie in Engeland voor een demografische revolutie?

De mechanisatie in de landbouw, het verbeteren van fokmethodes en de introductie van nieuwe gewassen.

5.3

Wat waren de overeenkomsten en de verschillen tussen de huisnijverheid en het werken in fabrieken?

Door welke technische vindingen maakte de huisnijverheid plaats voor het fabriekssysteem?

Huisnijverheid

Maken textiel

Kleinschalig

Spierkracht

Fabrieken

Maken textiel

Grootschalig

Waterkracht en stoommachines

5.3

Door welke technische vindingen maakte de huisnijverheid plaats voor het fabriekssysteem?

De uitvinding van de schietspoel, de spinning jenny, waterkracht en stoomkracht.

5.4

Hoe waren de werkomstandigheden tijdens de industriële revolutie?

Hoe waren de leefomstandigheden in de industriesteden tijdens de industriële revolutie?

5.4

Hoe waren de werkomstandigheden tijdens de industriële revolutie?

Lange werkdagen van wel meer dan 12 uur

Werken in nachtploegen. Veel lawaai.

Gevaarlijke machines, veel ongelukken.

Zware straffen op fouten.

5.4

Hoe waren de leefomstandigheden in de industriesteden tijdens de industriële revolutie?

Slechte hygiëne door de grote wijken met kleine huizen dicht op en aan elkaar.

 Geen tot weinig riolering, geen verharde wegen en huizen met weinig daglicht.

Een proces waarbij de bevolking sterk groeit, vooral door een snelle daling van het sterftecijfer.

1. Enclosure Acts
2. Demografische revolutie
3. Agrarische revolutie
4. Arbeidsomstandigheden

Grote verandering in de West-Europese samenleving door de omschakeling van handmatige naar machinale productie van goederen.

1. Mechanisering
2. Modern imperialisme
3. Industriële revolutie
4. Huisnijverheid

Het (in opdracht van een ondernemer) verwerken van grondstoffen bij de mensen thuis, zoals wol spinnen en stoffen weven.

1. Mechanisering
2. Modern imperialisme
3. Industriële revolutie
4. Huisnijverheid

Een veranderingsproces waarbij door toepassing van nieuwe gereedschappen en technieken een kliener wordend aantal boeren een grotere hoeveelheid voedsel produceert

1. Agrarische revolutie
2. Demografische revolutie
3. Transport revolutie
4. Mechanisering

Gebied waar goederen worden verkocht

1. Enclosure Acts
2. Huisnijverheid
3. Grondstoffen
4. Afzetgebied

Het geheel van voorwaarden en omstandigheden waaronder een arbeider moet werken, zoals het loon, het aantal werkuren per week en veiligheid op de werkvloer

1. Leefomstandigheden
2. Arbeidsomstandigheden
3. Communisme
4. Liberalisme

'Vers van de pers'

De opdracht

Je gaat een krant maken die in dit tijdvak, de tijd van burgers en stoommachines, uitgeven zou kunnen worden. In deze krant moeten alle kenmerkende aspecten en begrippen uit hoofdstuk 5 naar voren komen. 

De keuzes:

Kies allereerst een land waar de krant wordt uitgeven: Frankrijk, Groot-Brittannië of Nederland. De artikelen die je schrijft voor je krant zullen voornamelijk over dit land gaan, behalve in de buitenlandsectie dan. Je hoeft niet in de taal van dat land te schrijven, het mag echter wel! Kies daarna een ideologie en schrijf de krant vanuit dit ideologische perspectief, bijvoorbeeld: een socialist schrijft anders over kinderarbeid dan een liberaal. Je zal je dan ook moeten verdiepen in de standpunten van deze ideologieën. Laat de ideologie ook terugkomen in de lay-out.