Nakijken mandatum XII blz.113 hb
1. addebat impf. hij/zij voegde toe
2. recusaverunt perf. zij weigerden / hebben geweigerd
3. lacrimavit perf. hij / zij huilde / heeft gehuild
4. dividebant impf. zij verdeelden
5. dormiverunt perf. zij sliepen / hebben geslapen
6. tradebat impf. hij / zij overhandigde
7. ponebant impf. zij plaatsten
8. oravit perf. hij / zij smeekte / heeft gesmeekt