maandag 11 mei

Grootheden en eenheden
Natuurkunde A3
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grootheden en eenheden
Natuurkunde A3

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
  • Kennismaken en begrijpen van de begrippen grootheid en eenheid.
  • Leren van de grootheden en eenheden voor beweging

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling
Tabellenboekje.

Je binas is een legaal spiekbriefje, maar je moet er wel mee leren omgaan.

Slide 3 - Tekstslide

Noem dingen die je in Binas kunt vinden

Slide 4 - Woordweb

De grootheid
De grootheid is een natuurkundig begrip die je kunt berekenen of meten.
Voorbeelden zijn de massa (hoeveel gram?), het volume (hoeveel cm3), de afstand (hoeveel meter), de snelheid (hoeveel meter in 1 seconde), de temperatuur, de spanning, ...

Voor iedere grootheid bestaat een internationaal symbool

Slide 5 - Tekstslide

De grootheid
De grootheden die we bij dit onderwerp gaan gebruiken zijn de:
  • kracht (Force)
  • massa
  • arbeid (Work)
  • Afstand (spatium)
  • verplaatsing
  • snelheid (velocitate)
  • tijd
  • versnelling (accelleratie)
  • Energie (kinetische en potentiële)

Slide 6 - Tekstslide

De grootheid
Omdat het wel zo handig is als we het ovral op de wereld over hetzelfde hebben gebruiken we internationale symbolen voor de grootheden.
Dit is meestal een letter, let goed op de hoofdletter of de kleine letter want daar zit een verschil tussen.

Overdrijf je hoofdletter, beter te groot dan dat het fout wordt gerekend omdat het een kleine letter lijkt.

Slide 7 - Tekstslide

De eenheid
Een getal alleen heeft natuurkundig gezien weinig betekenis.
net als met geld, 25 euro is een leuk bedrag, maar 25 Turkse Lira is niet veel waard.

100 km lopen is erg vermoeiend, maar 100 meter is goed te doen. En hoe je 100 liter gaat lopen is al helemaal een probleem.


Zonder eenheid vertaal ik het getal met aantal koeien, heel leuk maar natuurkundig natuurlijk onzin

Slide 8 - Tekstslide

De eenheid
Dus achter ieder getal schrijf je een eenheid.

De eenheid mag je afkorten met een officieel Natuurkundige afkorting (staan in je Binas in tabel 6).
Let weer op de hoofdletter of de kleine letter,

Je mag afgeleide eenheden gebruiken in je antwoord (kilo - hecto - deca - deci - centi - milli) ook dan geldt wel weer de juiste schrijfwijze.

Slide 9 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Leren van de begrippenlijst (huiswerk)
  • Quizlet live (eventueel met begrippenlijst)

Gebruik je telefoon voor Quizlet
Kijk naar het scherm om je aantemelden en mee te doen

Slide 10 - Tekstslide