Rechtsgebieden in Nederland

Rechtsgebieden in Nederland

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je de verschillende rechtsgebieden in Nederland onderscheiden. Aan het einde van de les kun je de basisprincipes van het privaatrecht en publiekrecht uitleggen. Aan het einde van de les ken je de specifieke kenmerken van het staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht. Aan het einde van de les kun je het verschil tussen goederenrecht en verbintenissenrecht beschrijven. Aan het einde van de les heb je inzicht in de bijzondere aspecten van het personen- en familierecht en het erfrecht.

Wat weet je al over de rechtsgebieden in Nederland?

Rechtsgebieden in Nederland

In Nederland wordt het recht opgedeeld in verschillende rechtsgebieden die elk hun eigen regels en kenmerken hebben.

Privaatrecht

Het geheel van rechtsregels dat de betrekkingen tussen personen regelt.

Vermogensrecht

Een onderdeel van het privaatrecht dat zowel goederenrecht als verbintenissenrecht omvat.

Personen- en familierecht

Het deel van het privaatrecht dat persoonlijke staat en familierechtelijke betrekkingen regelt.

Erfrecht

Het deel van het privaatrecht dat de overgang van de nalatenschap van de overledene naar de erfgenamen regelt.

Staatsrecht

Het rechtsgebied dat de inrichting van de Nederlandse staat en de functies binnen de staatsorganen regelt.

Publiekrecht

Het geheel van rechtsregels dat de inrichting van de staat en de relatie tussen burgers en overheid regelt.

Administratief recht/bestuursrecht

Een onderdeel van het publiekrecht dat de regels bevat voor de organisatie en de bevoegdheden van de overheid.

Strafrecht

Het rechtsgebied dat zich bezighoudt met het bestraffen van strafbare feiten.

Goederenrecht

Een onderdeel van het vermogensrecht dat de rechtsregels bevat over zaken en eigendom.

Verbintenissenrecht

Een onderdeel van het vermogensrecht dat de rechtsregels omtrent contracten en aansprakelijkheid bevat.

Handelsrecht

Het rechtsgebied dat de regels voor handelstransacties en ondernemingsrecht bevat.

Definitielijst

Privaatrecht: het geheel van rechtsregels dat de betrekkingen tussen personen regelt. Vermogensrecht: een onderdeel van het privaatrecht dat zowel goederenrecht als verbintenissenrecht omvat. Personen- en familierecht: het deel van het privaatrecht dat persoonlijke staat en familierechtelijke betrekkingen regelt. Erfrecht: het deel van het privaatrecht dat de overgang van de nalatenschap van de overledene naar de erfgenamen regelt. Staatsrecht: het rechtsgebied dat de inrichting van de Nederlandse staat en de functies binnen de staatsorganen regelt. Publiekrecht: het geheel van rechtsregels dat de inrichting van de staat en de relatie tussen burgers en overheid regelt. Administratief recht/bestuursrecht: een onderdeel van het publiekrecht dat de regels bevat voor de organisatie en de bevoegdheden van de overheid. Strafrecht: het rechtsgebied dat zich bezighoudt met het bestraffen van strafbare feiten. Goederenrecht: een onderdeel van het vermogensrecht dat de rechtsregels bevat over zaken en eigendom. Verbintenissenrecht: een onderdeel van het vermogensrecht dat de rechtsregels omtrent contracten en aansprakelijkheid bevat. Handelsrecht: het rechtsgebied dat de regels voor handelstransacties en ondernemingsrecht bevat.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.