W51 EN 2HM Les 2

Your goals
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Your goals

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Present Perfect
Present Perfect: als je wilt zeggen dat iets gebeurd is en het niet belangrijk is wanneer.
Je maakt de Present Perfect altijd met have/has + voltooid deelwoord.
Regelmatige werkwoorden: -ed
Onregelmatige werkwoorden: eigen vorm (lijst op pagina 149).

Slide 3 - Tekstslide

Present Perfect
Voorbeelden:
I have delivered the food. 
We have played a game.
She has sung a song.

They haven't seen him.
Have you checked that wall?

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen
Beantwoord de volgende vragen

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vorm je de Present Perfect?
A
stam + ED
B
met het derde rijtje van de irregular verbs
C
stam + S bij he / she / it
D
met has / have + voltooid deelwoord

Slide 6 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
She goes home at 8 o'clock.
B
He fell off his bike.
C
She has caught ten balls so far.
D
They worked all day yesterday.

Slide 7 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
My cat finally caught the mouse.
B
His cat hasn't caught a mouse since last year.
C
My dog never catches anything.
D
Did you get caught?

Slide 8 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Perfect?
A
I love to cycle to school.
B
We often go to church.
C
They haven't seen him yet.
D
I didn't hear him come in.

Slide 9 - Quizvraag

'has' wordt gebruikt bij he, she, it
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Maak de present perfect:
He listens

Slide 11 - Open vraag

Maak present perfect:
John lives

Slide 12 - Open vraag

Present perfect:
The parents go home

Slide 13 - Open vraag

He …………………… in the garden since this morning. (work)

Slide 14 - Open vraag

I ………………… this laptop for five years. (not/use)

Slide 15 - Open vraag

The workers ………………….. higher wages for a long time. (demand)

Slide 16 - Open vraag

Almost there!
Do exercise 30 in your workbook.
(VWO: exercise 32)

Slide 17 - Tekstslide

Look back
Today you did the following:
- You worked on 3.5: Present Perfect

Please email me if you have any questions about the topics we've discussed today.

Slide 18 - Tekstslide

Look forward
Winter break!

Slide 19 - Tekstslide

2. Ik kan de Present Continuous maken.
to be (zijn)
AM
ARE
IS
werkwoord
ING
+
+

Slide 20 - Tekstslide

3. Ik weet wanneer ik de Present Continuous gebruik.


  • now / at the moment / listen, ..... / look, .....
  • de handeling duurt even (aan het praten, aan het slapen, aan het lezen, etc.)

Slide 21 - Tekstslide

Oh ja!
sommige werkwoorden eindigen op een 'stomme e'
(je schrijft hem wel maar je hoort hem niet)
move - moving
drive - driving
hope - hoping
make - making

Slide 22 - Tekstslide

Oh ja! Oh ja!
sommige werkwoorden krijgen een verdubbeling van de medeklinker
run - running
plan - planning
swim - swimming
stop - stopping

Slide 23 - Tekstslide

I .......... (listen) to music at the moment.
A
am listening
B
are listening
C
is listening

Slide 24 - Quizvraag

They .......... (read) the book The city of bones.
A
are reading
B
am reading
C
is reading

Slide 25 - Quizvraag

Look! The dog .......... (play) with the ball.
A
is play
B
is playing
C
are play
D
are playing

Slide 26 - Quizvraag

Max Verstappen .......... (race) at the track.
A
is raceing
B
are racing
C
is racing
D
are racing

Slide 27 - Quizvraag

We .......... (drink) some tea.
A
am drinking
B
are drinking
C
is drinking

Slide 28 - Quizvraag

It .......... (freeze) in here.
A
is freezing
B
are freezing
C
is freezeing
D
are freezeing

Slide 29 - Quizvraag

2. Ik kan de Present Continuous maken.
to be (zijn)
AM
ARE
IS
werkwoord
ING
+
+

Slide 30 - Tekstslide

3. Ik weet wanneer ik de Present Continuous gebruik.


  • now / at the moment / listen, ..... / look, .....
  • de handeling duurt even (aan het praten, aan het slapen, aan het lezen, etc.)

Slide 31 - Tekstslide

Oh ja!
sommige werkwoorden eindigen op een 'stomme e'
(je schrijft hem wel maar je hoort hem niet)
move - moving
drive - driving
hope - hoping
make - making

Slide 32 - Tekstslide

Oh ja! Oh ja!
sommige werkwoorden krijgen een verdubbeling van de medeklinker
run - running
plan - planning
swim - swimming
stop - stopping

Slide 33 - Tekstslide