4H GS 6.3 Burgers aan de macht

1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Volgende week maandag:
Repetitie hoofdstuk 5 en 6

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je uitleggen:
  • hoe de Amerikaanse Revolutie verliep
  • hoe de Bataafse Revolutie verliep
  • hoe de Franse Revolutie ontstond en uit welke fases die revolutie bestond.

Slide 3 - Tekstslide

Welk begrip past het beste bij de Verlichting?
A
gloeilamp
B
Led-verlichting
C
gelijkheid
D
slavernij

Slide 4 - Quizvraag

Mensen kregen andere ideeën over godsdienst
A
Oorzaak van de verlichting
B
Gevolg van de verlichting

Slide 5 - Quizvraag

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 6 - Quizvraag

Wie heeft de trias politica bedacht?
A
Descartes
B
Montesquieu
C
Locke
D
Rousseau

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Democratische revolutie
Een verandering in bestuur van een land waardoor het volk meer macht krijgt ten koste van de macht van de koning. Deze verandering wordt vastgelegd in een grondwet.

Slide 10 - Tekstslide

Koning George III wil absolute macht

Slide 11 - Tekstslide

Lees het stukje over Amerika op blz. 139 en maak vraag 4a  en 5


Bladzijde 140

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Video

Bataafse Revolutie (1795-1806)
Patriotten wilden een ander en moderner bestuur.
Stadhouder gedroeg zich steeds meer als een koning.
De economie ging achteruit, minder welvaart.

Slide 15 - Tekstslide

Joan Derk van der Capellen tot den Pol
Een van de leiders van de patriotten was Joan Derk van der Capellen tot den Pol

In 1781 schreef hij het pamflet ’Aan het volk van Nederland’

Slide 16 - Tekstslide

Prinsgezinden
Staan tegenover de patriotten

Wilden niets weten van democratie en volkssoevereiniteit

Stadhouder moest de macht houden

Burgeroorlog (1784-1787)

Slide 17 - Tekstslide

De Bataafse Republiek (1795-1806)
Kiesrecht voor alle mannen

Trias Politica

De Bataafse Republiek was echter niet van lange duur....

Slide 18 - Tekstslide

1806: Lodewijk Napoleon wordt koning van
Koninkrijk Holland

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Tekstslide

Rond 1800 maakten democratische revoluties een eind aan het ancien régime in westerse landen. Wetten gaven staatsburgers politieke burgerrechten en invloed op het bestuur.
Burgers gingen zelf de politieke macht uitoefenen. Dat gebeurde voor het eerst in Noord-Amerika: 13 Britse koloniën kwamen in opstand tegen hun moederland.
In 1765 begon de Amerikaanse Revolutie.
Op 4 juli 1776 verklaarde het Congres zich onafhankelijk.
In 1787 werd de Amerikaanse grondwet aangenomen: er kwam een nationale regering onder leiding van een president.
Er kwam een scheiding van machten:
  • wetgevende macht - Congres en Huis van Afgevaardigden
  • uitvoerende macht - president
  • rechterlijke macht – Hooggerechtshof
Er kwamen grondrechten: belangrijkste rechten van burgers die in de grondwet zijn vastgelegd.

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

De democraat Van der Capellen schreef een pamflet dat het startsein werd voor een democratische beweging. Patriotten kwamen in opstand en namen in enkele steden de macht over. In 1787 maakte een Pruisisch leger daar een eind aan.

In 1795 begon de Bataafse Revolutie met de inval van het Franse leger. De Bataafse Republiek werd uitgeroepen met een scheiding van kerk en staat. 
De Nationale Vergadering was verdeeld of de gewesten zelfstandig mochten blijven of dat er een eenheidsstaat moest komen. 
1805 - Napoleon maakte een einde aan de Bataafse Revolutie.

1806 – Nederland werd koninkrijk onder Lodewijk Napoleon 
1810 – Nederland werd onderdeel van Frankrijk 
1813 – Nederland werd bevrijd, werd monarchie en eenheidsstaat.

Slide 24 - Tekstslide

Franse Revolutie 

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Oorzaken
Verlichtingsideeën laten mensen nadenken. De Verlichting zorgt ervoor dat mensen hun eigen gedachten gingen volgen tegenover 'tradities' en komen waarden als 'Vrijheid, gelijkheid, broederschap' 

Het Absolutisme, waarbij een vorst regeert op basis van het "droit divin" (goddelijk recht) wordt niet meer geaccepteerd

Slide 28 - Tekstslide

Oorzaken II 
  • Frankrijk kende een standensamenleving van geestelijkheid, adel en burgerij/boeren. Zij zijn zeer ontevreden met de koning en zijn regels
  • De staatsschulden rond 1788-1789 zijn een aanleiding,
  • maar ook de hongersnood in 1788, waarbij de graanprijzen enorm stegen. De derde stand heeft geen geld en geen voedsel.

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Dus: oorzaken?

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Gematigden
Radicalen

Slide 40 - Sleepvraag

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Wie grijpt vervolgens de macht?

Slide 43 - Open vraag

Slide 44 - Tekstslide

FASE 3:
Een sterke man grijpt de macht om de chaos in orde te veranderen; Napoléon Bonaparte

Slide 45 - Tekstslide

5-5-1789: Lodewijk XVI riep Staten-Generaal bijeen > meer belasting innen voor staatsschuld; onenigheid in Staten-Generaal over wijze van stemmen > als standen of als afgevaardigden?
juni 1789: burgers riepen Nationale Vergadering uit
14-7-1789: opstand in Parijs nadat de koning met leger de NV uiteen wilde jagen
Overal geweld van Franse Revolutie: democratische revolutie in Frankrijk
1791: NV nam democratische grondwet aan. Frankrijk werd een constitutionele monarchie. De koning hield de uitvoerende macht, het parlement kreeg de wetgevende macht.
Vanaf 1792 kregen radicale democraten steeds meer invloed en macht.
Parlement koos met algemeen mannenkies-recht een nieuw parlement. Monarchie werd afgeschaft en Frankrijk werd een republiek.

In 1793 werd Lodewijk XVI onthoofd. 
Parlement vormde regering o.l.v. de radical Robespierre. Iedere tegenstander van de regering was een vijand van het volk en van de revolutie. Door terreur vielen er veel slachtoffers.
In 1794 werd Robespierre slachtoffer samenzwering en onthoofd.
 Na val Robespierre:
 volksinvloed werd teruggedrongen
 1799 Napoleon zette regering af, greep alleenheerschappij
 Napoleon liet zijn staatsgreep goedkeuren in een referendum
 Napoleon sloot vrede met alle vijanden
 1804 Napoleon kroonde zichzelf tot keizer, onderwierp grote delen Europa
 
1812 dramatische nederlaag in Rusland
1815 definitief verslagen bij Waterloo, vrede in Europa

Slide 46 - Tekstslide

Werkvorm maken: oorzaken Franse Revolutie labelen en ordenen. 


Slide 47 - Tekstslide