Grammatica 1.3 -1.4 - 1.5 BK Week 36

Welkom
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Slide 1 - Tekstslide

Het vak Nederlands in klas 2
5 lessen lessen in het rooster
Flex ?! zelf verantwoordelijk! Na de herfstvakantie 
6 toetsen waarvan: 3 toetsen in de toetsweek & 3 toetsen tijdens de lessen 
Methode: op niveau
Elke les een leesboek mee!

LET OP: strenge controle op spullen!

Slide 2 - Tekstslide

Planning week 36
Deze week:

Op niveau: grammatica BK 
1.3 - 1.4 & 1.5
Uitleg fictiedossier
Boek halen uit de bibliotheek 
Nieuwsbegrip & online les 

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen week 36
Aan het einde van deze week kun je de persoonsvorm in een zin benoemen;

Aan het einde van deze week kun je het werkwoordelijk gezegde in een zin benoemen;

Aan het einde van deze week kun je het onderwerp in een zin benoemen;

Aan het einde van deze week kun je de persoonsvorm, het hele werkwoord en het voltooid deelwoord herkennen.

Slide 4 - Tekstslide

Les 1
Boek uit de bibliotheek halen 


Slide 5 - Tekstslide

Les 2
Stillezen


Slide 6 - Tekstslide

STILLEZEN
timer
30:00

Slide 7 - Tekstslide

Les 3
Op niveau
Grammatica BK

BLOK 1
1.3 opdracht  2 + 3 


Slide 8 - Tekstslide

Werkwoorden zijn doe woorden
Bedenk zoveel mogelijk werkwoorden

Slide 9 - Woordweb

Persoonsvorm
Een werkwoord kan verschillende vormen hebben. Bijvoorbeeld de persoonsvorm.

De persoonsvorm (pv) is de vorm van het werkwoord die je in de tegenwoordige tijd en in de verleden tijd kunt schrijven.

Slide 10 - Tekstslide

Welke drie manieren ken je om de persoonsvorm te vinden?

Slide 11 - Open vraag

De auto wordt voor het huis geparkeerd.
Persoonsvorm =
A
Geparkeerd
B
Wordt
C
Huis
D
De auto

Slide 12 - Quizvraag

De politie heeft een buurtonderzoek ingesteld.
__________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 13 - Quizvraag

Kinderen waarschuwden hun ouders.
________________
A
persoonsvorm
B
geen persoonsvorm

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag
Op niveau
Grammatica BK
BLOK 1
1.3 opdracht 3 + 4 

Klaar?
Lezen in je boek 

Slide 15 - Tekstslide

Les 4
Stillezen


Slide 16 - Tekstslide

STILLEZEN
timer
30:00

Slide 17 - Tekstslide

Les 5

Op niveau
Grammatica BK
BLOK 1
1.4 opdracht 4
1.5 opdracht 7.1 + 7.2 

Slide 18 - Tekstslide

Meerdere werkwoorden in een zin?
De docent zal ons straks overhoren.

Wat zijn de werkwoorden in deze zin?

................. = het werkwoordelijk gezegde

Slide 19 - Tekstslide

Onderwerp
Om het onderwerp (ond) in de zin te vinden, vraag je: wie/wat + wwg?
De docent zal ons straks overhoren.
wie/wat + zal overhoren?

Antwoord: de docent.
Het onderwerp (ond) van de zin is dus de docent.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Werkwoordsvormen
Hele werkwoord
Dit is de vorm van het werkwoord zoals het in het woordenboek staat.

Voltooid deelwoord
Dit is de werkwoordsvorm die bij een persoonsvorm van de werkwoorden ‘hebben’, ‘worden’ of ‘zijn’ in de zin staat.

Persoonsvorm
Dit is de vorm van het werkwoord die je in de tegenwoordige tijd of de verleden tijd kunt schrijven.

Slide 22 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk voltooide deelwoorden

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Video

Aan de slag
Op niveau
Grammatica BK
BLOK 1
1.4 opdracht 4
1.5 opdracht 7.1 + 7.2 

Klaar?
Lezen in je leesboek &  nieuwsbegrip online

Slide 25 - Tekstslide

Les 6
Nieuwsbegrip

Tekst + sleutelvragen 


Slide 26 - Tekstslide

Flex
Extra oefenen Grammatica

Juf Melis 

Slide 27 - Tekstslide