20221012 Les 6 Veevoeding - Weende en vitaminen en mineralen

Les 6 Weende analyse
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Les 6 Weende analyse

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afspraken

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Kunnen rekenen met de nutriënten van de Weende analyse 
  • Kunnen benoemen wat mineralen en vitaminen zijn
  • Kunnen benoemen wat macro- en micro mineralen zijn
  • De mineralen behoefte van de dieren kunnen opzoeken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag

  • Opdrachten Weende analyse
  • Nabespreking
  • Vitaminen en mineralen
  • Opdrachten
  • Afsluiting les

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weende analyse

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Filmpje lab Veghel

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Formules
  • Ruw eiwit: N (stikstof) x 6,25% = ruw eiwitgehalte

  • Waar komt 6,25% vandaan? Eiwit bevat 16% stikstof. 16 x 6,25 = 100

  • Overige koolhydraten: 1000- gr vocht - gr as - gr re - gr rvet - gr rc = gr ok

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weende analyse
  • Gezamenlijk uitwerken:
  • Product gerst
  • Wat wil ik weten:
  1. Gehalte ruw eiwit in product
  2. Gehalte ruw eiwit in % van het product
  3. Gehalte overige koolhydraten in product
  4. Gehalte overige koolhydraten in % van het product
  5. Gehalte overige koolhydraten als % van de droge stof
DS (gr)
867
Ruw as (gr)
20
N (gr)
16
Ruw vet (gr)
18
Ruw celstof (gr)
43

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Wat: Maak opdracht 9b (en 9a) 
Hoe: Eerst 5 minuten in stilte. Daarna mag je samenwerken met je buurman of -vrouw.
Tijd: 20 minuten
Klaar: Maak extra opdracht

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitaminen en mineralen

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mineralen
  • Anorganische stof
  • Skeletopbouw
  • Werking enzymen
  • Voor functioneren van allerlei processen in het lichaam

Primair tekort (te weinig) - secondair tekort (onvoldoende
opgenomen).

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Macro- en micro mineralen
  • Macro elementen: heeft dier veel van nodig
  • Micro elementen (sporenelementen): heeft dier weinig van nodig

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies mineralen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekort macro mineralen
Calcium tekort kip: slechte eierschaal
Te weinig magnesium koe: kopziekte
Te weinig calcium na afkalven: melkziekte

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tekort micro mineralen
Slechte conditie
diarree
Verdikte kogels
Diarree
Slechte vruchtbaarheid
Slechte productie

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Teveel sporenelementen
Schade aan milieu

Teveel koper --> schapen vergiftigd (texelaar)

Teveel seleen --> vergiftiging

 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vitaminen
Vetoplosbare vitaminen (A, D, E, K)
  • Zitten in dierlijke producten en worden in lichaam opgeslagen

Wateroplosbare vitaminen (C,B)
  • Zitten in plantaardige producten en worden uitgeplast

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Functies vitaminen bij pluimvee

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten
Wat: Maak opdracht 10 en 11
Hoe: Eerst 5 minuten in stilte. Daarna mag je samenwerken met je buurman of -vrouw.
Tijd: 20 minuten
Klaar: Ga naar
  • Melkkoeien: https://roodbontpublishers.nl/dairy/cattlefeeding/NL/3/index.html
Lees en beantwoord vragen 3.3, 3.4, 3.5 en 3.6
  • Pluimvee: https://roodbontpublishers.nl/poultry/nutrition/NL/1/index.html
Lees en beantwoord vragen
  • Varkens: https://roodbontpublishers.nl/citaverde/startmodule_varkenshouderij/story.html
Lees en beantwoord vragen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke nutrient weet je als je alles geanalyseerd hebt?
A
Eiwitten
B
Vetten
C
Suikers
D
Overige koolhydraten

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat analyseer je als eerst?
A
Droge stof en vocht
B
Eiwit
C
Vet
D
Koolhydraten

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen van de Weende- analyse vallen onder organische stof? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
Ruw vet
B
Grond
C
Mineralen
D
Ruwe celstof

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van eiwitten?
A
Vormen een bouwstof voor weefsels
B
Belangrijkste energiebron
C
Zorgen voor darmgezondheid
D
Zorgen voor gezonde urinewegen

Slide 28 - Quizvraag

(bijv. opbouw van spieren)
Wat is WAAR over eiwitten?
A
Eiwitten zijn opgebouwd uit vetzuren
B
Er zijn 50 soorten aminozuren bekend
C
In tegenstelling tot essentiële aminozuren, kunnen niet-essentiële aminozuren door het lichaam zelf gemaakt worden
D
Alleen katten kennen essentiële aminozuren, honden niet

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de functies van de voedingsstoffen? 
eiwitten
vetten
koolhydraten
mineralen
vitaminen
water
bouwstof en brandstof
brandstof
brandstof
bouwstof en beschermende stof
beschermende stof
bouwstof en transport

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van onderstaande feiten over vitaminen is juist?
A
Vitamine A, D, E en K zijn wateroplosbare vitaminen.
B
Een tekort aan vitamine K kan leiden tot rachitis.
C
Een overmaat aan vitamine C kan leiden tot spondylose.
D
Een tekort aan vitamine B kan leiden tot vacht- en huidproblemen.

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaruit bestaat ruwe celstof
A
makkelijk verteerbare koolhydraten
B
moeilijk verteerbare koolhydraten
C
makkelijk verteerbare aminozuren
D
moeilijk verteerbare aminozuren

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een efficiënte energieleverancier is;
A
Ruwe celstof
B
Ruw vet
C
Ruw eiwit
D
Ruwe As

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je de smakelijkheid van een voeding verhogen?
A
Toevoegen van vet
B
Toevoegen van vezels
C
Toevoegen van vitaminen
D
Verlagen van hoeveelheid zout

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is WAAR over eiwitten?
A
Eiwitten zijn opgebouwd uit vetzuren
B
Er zijn 50 soorten aminozuren bekend
C
In tegenstelling tot essentiële aminozuren, kunnen niet-essentiële aminozuren door het lichaam zelf gemaakt worden
D
Alleen katten kennen essentiële aminozuren, honden niet

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van eiwitten?
A
Vormen een bouwstof voor weefsels
B
Belangrijkste energiebron
C
Zorgen voor darmgezondheid
D
Zorgen voor gezonde urinewegen

Slide 36 - Quizvraag

(bijv. opbouw van spieren)
Water is belangrijk voor?
A
Fungeert als bouwstof voor het lichaam
B
Oplossen van voederbestanddelen en afvalstoffen
C
Regeling lichaamstemperatuur
D
Transport van voederbestanddelen en afvalstoffen

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen van de Weende- analyse vallen onder anorganische stof? Er zijn meerdere antwoorden mogelijk.
A
Koolhydraten
B
Grond
C
Mineralen
D
Eiwitten

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke onderdelen van de Weende- analyse vallen onder organische stof? Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
Ruw vet
B
Grond
C
Mineralen
D
Ruwe celstof

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt NIET over kip?
A
Spiermaag bevat maagkiezels
B
Kip heeft 1 krop en twee magen (klier- en spiermaag)
C
De kliermaag van kip is vergelijkbaar met lebmaag bij koe.
D
De krop komt na de kliermaag.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de maag van een varken?
A
Start eiwit en vet vertering en doden bacteriën
B
Start eiwit en vet vertering
C
Start eiwit vertering en doden bacteriën
D
Opnemen van voedingsstoffen

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van de dunne darm?
A
Vertering en opnemen van voedingsstoffen
B
Productie van enzymen
C
Vormen van mest
D
Productie gal

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Boekmaag
A
Verteren van plantdelen door micro-organismen
B
Verdeling fijne en grove deeltjes
C
Opname van water, vluchtige vetzuren en mineralen
D
Zelfde functie als bij de koe

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Pens
A
Verteren van plantdelen door micro-organismen
B
Verdeling fijne en grove deeltjes
C
Opname van water, vluchtige vetzuren en mineralen
D
Zelfde functie als bij de koe

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Netmaag
A
Verteren van plantdelen door micro-organismen
B
Verdeling fijne en grove deeltjes
C
Opname van water, vluchtige vetzuren en mineralen
D
Zelfde functie als bij de koe

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgorde magen koe
A
Netmaag-Pens-Boekmaag-Lebmaag
B
Pens-Lebmaag-Boekmaag-Netmaag
C
Pens-Boekmaag-Lebmaag-Netmaag
D
Pens-Netmaag-Boekmaag-Lebmaag

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de volgende beweringen over kauwen van krachtvoer en ruwvoer is juist?
A
Ruwvoer = veel speeksel Krachtvoer = weinig speeksel
B
Ruwvoer = weinig speeksel Krachtvoer = weinig speeksel
C
Ruwvoer = veel speeksel Krachtvoer = veel speeksel
D
Ruwvoer = weinig speeksel Krachtvoer = veel speeksel

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat klopt over het slokdarmsleufreflex?
A
De pens werkt volledig bij het kalf
B
Door het eten van hooi ontwikkelt de pens zich en sluiten de plooien
C
Soort verlengde slokdarm, gaat naar de boekmaag
D
Soort verlengde slokdarm, gaat naar de lebmaag

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Functie cloaca
A
Zelfde als anus
B
Afvoer urine & ontlasting + uiteinde eileider
C
Afvoer urine & ontlasting
D
Uiteinde eileider

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Eiwitten
A
Bouwstenen en energie
B
Bouwstof
C
Energie

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je deze kennis op je stage / in de praktijk gebruiken?

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom is het nuttig om te weten uit welke voedingsstoffen een voer bestaat?

Slide 53 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies