Quiz Module Basisvaardigheden BBL C22

We spelen een quiz met vragen over begrippen uit de module Basisvaardigheden.


1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

We spelen een quiz met vragen over begrippen uit de module Basisvaardigheden.


Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Oefen vraag.....
Op welke datum is het Koningsdag?
A
25 april
B
27 april
C
29 april
D
geen van allen

Slide 3 - Quizvraag

Op de volgende dia volgt een sleepvraag.
Sleep de tekst naar juist vakje.

Slide 4 - Tekstslide

0-2 jaar
2-4 jaar
4-6 jaar
6-12 jaar
Baby
Peuter
Basisschool kind
Kleuter

Slide 5 - Sleepvraag

Hoe worden de onderdelen van de vorige vraag genoemd?
A
Ontwikkelingsgebieden
B
Ontwikkelings-categorieën
C
Ontwikkelingsfasen
D
Ontwikkelingstaken

Slide 6 - Quizvraag

Wat is
'veilig pedagogisch klimaat'?

Slide 7 - Woordweb

Alle omgevingsfactoren, die bijdragen aan welbevinden van een kind, waardoor het kind goed kan ontwikkelen. Beschrijf 1 factor

Slide 8 - Open vraag

Waar staan de letters IKK (van Wet IKK) voor?
A
Integrale Kind Kinderopvang
B
Inventarisatie Kijk Kinderopvang
C
Innovatie Kwaliteit Kinderopvang
D
Innovatie Kwantiteit Kinderopvang

Slide 9 - Quizvraag

Wet IKK heeft 4 thema's:
  1. Ontwikkeling kind centraal
  2. Veiligheid kinderopvang
  3. Vaste gezichten en groepen kinderopvang
  4. Opleiding en ondersteuning medewerkers kinderopvang
 

Slide 10 - Tekstslide

Onder welk thema valt het begrip Vier ogen principe?

Slide 11 - Open vraag

Welk voorbeeld valt onder het vier ogen principe ?
A
Er staan altijd 2 medewerkers op de groep.
B
Er moet altijd iemand meekijken of luisteren.
C
Het is prima als er even niemand op de groep is. als er maar een camera aanwezig is.
D
Observeren van kinderen doe je altijd met z'n 2'en.

Slide 12 - Quizvraag

Waarvoor dient een protocol binnen het werken in de kinderopvang?

Slide 13 - Open vraag

Beschrijf een regel/afspraak
uit een protocol

Slide 14 - Woordweb

Onder welk thema van Wet IKK vallen de vier pedagogisch basisdoelen?

Slide 15 - Open vraag

Volgende dia is een sleepvraag:

Welke interactievaardigheid kan je bij welke pedagogisch basisdoel inzetten?

Slide 16 - Tekstslide

Emotionele veiligheid bieden
Persoonlijke competentie bevorderen
Sociale ontwikkeling bevorderen
Cultuur, normen en waarden leren
Bgeleiden van onderlinge interacties
Ontwikkelingsstimulering
Sensitieve responsiviteit
Respect voor de autonomie

Slide 17 - Sleepvraag

Wat is het doel van het begeleiden van interacties tussen kinderen?
A
Het versterken van de sociale vaardigheden
B
Het leren deel uitmaken van een groep
C
Leren omgaan met verschillen
D
Zorgen dat ze geen ruzie krijgen

Slide 18 - Quizvraag

Praten en uitleggen is....
A
De belangrijkste interactievaardigheid
B
Veel nazeggen
C
Alles in één keer uitleggen
D
Eén van de 6 interactievaardigheden

Slide 19 - Quizvraag

Wat leer je een kind d.m.v. interactievaardigheid 'Praten en uitleggen'?

Slide 20 - Woordweb

Wat betekent Sensitief zijn?
A
Kinderen laten kiezen wat ze willen eten.
B
Gevoelig zijn voor de signalen van het kind.
C
Regels duidelijk maken aan het kind.
D
Zorgen dat het kind de PM-er lief vind.

Slide 21 - Quizvraag

Dagritme aanhouden hoort bij interactievaardigheid....
A
Sensitieve responsiviteit
B
Structureren en grenzen stellen
C
Respect voor de autonomie
D
Ontwikkelings-stimulering

Slide 22 - Quizvraag

Wat bereik je als je respect hebt voor de autonomie?
A
Het kind krijgt een positief zelfbeeld.
B
Het kind krijgt gevoel van zelfvertrouwen.
C
Het kind ontwikkelt bindingsangst.
D
Het kind kan prima alleen met auto's spelen.

Slide 23 - Quizvraag

Wat is evalueren?
A
Vooruitkijken, welke doelen wil je nog behalen?
B
Bespreken welke activiteiten je gaat inzetten om je doel te behalen.
C
Terugkijken op dingen die zijn gebeurd.
D
Geen van deze antwoorden

Slide 24 - Quizvraag

Als ik reflecteer?
A
Dan kijk ik kritisch naar het gedrag van anderen.
B
Dan kijk ik van een afstand oppervlakkig naar mijn gevoel.
C
Dan kijk ik kritisch en op afstand naar mijn eigen handelen.
D
Dan kijk ik in de spiegel naar de effecten.

Slide 25 - Quizvraag

Hoe kijk je terug op deze quiz?
Ik weet nog te weinig. Ik ga nog leren.
Ik merk dat ik al goed op weg ben. Maar even teruglezen is verstandig.
Goed gevoel, ik heb het wel onder controle.
Ik weet alles nog!

Slide 26 - Poll

Hoe vond je deze quiz?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Bedankt!!!
Bedankt voor het 
meedoen!!!
Succes met de afronding van je moduleopdracht!

Slide 28 - Tekstslide