Kies thema 5 - Les 1

• Mens & Maatschappij
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Kies 1

Thema 5

Werk

Startles en les 1

Na deze les:

- Kan ik het verschil benoemen tussen werkgever en werknemer.

- Kan ik do's en don't s benoemen binnen het werken/stage lopen.

Welk werk wil jij later gaan doen?

Wat vind jij belangrijk in je werk?

Startopdracht

-Maak 2-tallen.

- Bekijk de afbeelding bij de startopdracht.

- Zoek zoveel mogelijk  voorbeelden die te maken hebben met werk. 

- Schrijf deze op.

Welk bijbaantje heb je nu of ooit gehad?

Noem 3 dingen die leuk zijn aan je baantje.

Noem 3 dingen die niet leuk zijn aan dit bijbaantje.

Opdracht

Lees blz. 134 

Maak opdracht 1 in je boek op blz. 135 en 136

Stelling

De hoogte van je loon is het belangrijkste aan het werk.

boek open: mee eens

boek dicht: niet mee eens

Stelling

Plezier hebben in je werk is belangrijker dan een hoog loon.

Groen: mee eens

Rood: niet mee eens

Opdracht:

- Maak 2 of 3-tallen

- Maak opdracht 2 in je boek

Werkgever/werknemer

Werknemer: iemand die bij een bedrijf of organisatie werkt.

Werkgever: het bedrijf of de organisatie waarvoor je werkt.

Stage lopen: je leert bij een bedrijf wat het werk inhoudt en hoe het is om bij een bedrijf te werken.

Opdracht:

- Lees blz. 137

- Maak 2 of 3 tallen

- Knip de uitspraken uit.

- Verdeel deze in 2 kolommen: 1 werkgever en 1 werknemer

Afsluitende opdracht:

- Maak 2-tallen

- Pak een A3 vel

- Verdeel het vel in 2 vakken.

- In de ene kant noteer je de do's en aan de andere kant de don't s rondom werken en stage lopen.