Bas 1 Genotype en Fenotype

Erfelijkheid en evolutie
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Erfelijkheid en evolutie

Slide 1 - Tekstslide

Planning
Introductie in erfelijkheid (uitleg theorie)
filmpje (deel 1) (10 min)
Opdrachten/huiswerk

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
-Ik kan benoemen dat alle cellen van je lichaam dezelfde erfelijke informatie bevatten.
-Ik kan omschrijven wat het genotype en het fenotype zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is erfelijkheid?
Dat je op ouders / familie lijkt
Dat je misschien hetzelfde karakter hebt
Ofwel: je krijgt eigenschappen mee vanuit je ouders


Slide 4 - Tekstslide

De celkern
Lichaamscel= cel waaruit je lichaam is opgebouwd

Iedere cel in je lichaam heeft een celkern.

In de celkern zit belangrijke erfelijke informatie opgeslagen. 


Slide 5 - Tekstslide

DNA
  • Ieder chromosoom bestaat uit de   stof DNA
  • In het DNA is de informatie   opgeslagen voor je erfelijke   eigenschappen. Voor elke   eigenschap zijn een paar stukjes   DNA nodig = gen
  • DNA is gebouwd als een soort   wenteltrap

Slide 6 - Tekstslide

celkern --> 46 chromosomen 
Celdeling: chromosomen worden gekopieerd. Elke celkern van een dochtercel bevat  dezelfde erfelijke informatie.

Slide 7 - Tekstslide





-Je erfelijke aanleg
-Alle genen bij elkaar, de informatie uit je DNA
-Je wordt er mee geboren




-Alle eigenschappen (zichtbaar en onzichtbaar)
-Hoe je er aan de buitenkant uitziet

= Combinatie van genotype en milieu

Genotype
Wat er in je genen staat
(onveranderbaar)

Fenotype

Hoe je eruit ziet

(veranderbaar)

Slide 8 - Tekstslide

Aan of uit...?
Genen kunnen aan of uit staan. 
Staat een gen aan dan maakt deze cel een bepaald eiwit.

Iemand die aan krachttraining doet 
--> genen die spiereiwitten maken zijn actief -->
fenotype = dikke spieren


Stel een gen staat aan voor bruine ogen. Het gen maakt dan oogkleureiwitten aan, zodat je bruine ogen krijgt. --> fenotype bruine ogen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Wie is de verdachte?

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een fenotype
A
Alle erfelijke eigenschappen van een organisme
B
Informatie voor alle erfelijke eigenschappen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het genotype?
A
Alle erfelijke eigenschappen van een organisme
B
De erfelijke informatie van een organisme

Slide 15 - Quizvraag

Waar bestaan chromosomen uit?
A
Celplasma
B
DNA
C
DNA + Eiwit

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel chromosomen hebben mensen in celkern?
A
22
B
23
C
44
D
46

Slide 17 - Quizvraag

Aan het (huis) werk
5.1
Lezen blz. 104 t/m 105
Maak basisstof 5.1 opdracht 1 t/m 7

Slide 18 - Tekstslide