AFP 2.2.15/AFP 2.2.16 Allergie en anafylactische reacties + medicatie



Allergische reacties 

1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les



Allergische reacties 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

Je weet hoe een allergische reactie ontstaat en welke processen in het lichaam plaatsvinden
Inleiding medische kennis H 8
  
Je kent de geneesmiddelen die bij een allergie kunnen worden voorgeschreven/gebruikt
Geneesmiddelenkennis H 9.2

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lessen
Deze 2 lessen gaan we aan de slag m.b.v. theorie en opdrachten. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
Zijn er nog vragen m.b.t. de stof over de luchtwegen?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Allergie
Overdreven reactie van het afweersysteem;
Het lichaam reageert op een specifieke manier op een prikkel. Normaal is deze niet schadelijk, maar nu wel. 
Prikkel heet allergeen.


 

Slide 6 - Tekstslide

Ongeveer 15-20% van de Nederlandse bevolking heeft er last van. Dit percentage neemt toe.
Is een allergie een ander woord voor een overgevoeligheidsreactie?
JA
Nee

Slide 7 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Nee, het is niet hetzelfde
Bij een allergie heb je last van je eigen afweersysteem. Je maakt er antistoffen tegen waardoor je een ontstekingsreactie krijgt. 
Bij overgevoeligheid (intolerantie) speelt het afweersysteem geen rol. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Allergenen
Allergenen zijn in principe onschadelijke stoffen die van buiten het lichaam afkomstig zijn. 

Mensen die een allergie hebben reageren hier anders op. 

Welke voorbeelden van allergenen kennen jullie?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inhalatie allergeen
Voedingsmiddelen
Insecten gif
Geneesmiddelen
Contactallergeen
Beroepsallergeen
pollen
koemelk of pinda's
wespensteek
penicilline 
nikkel (bijv. in sieraden)
tarwemeel bij bakkers

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Allergenen, vervolg..
In veel gevallen treden de klachten daar op waar het allergeen het lichaam binnen komt.



Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke allergische reacties ken je?

Slide 12 - Woordweb

Loopneus = allergische rhinosinusitis 
Tranenvloed ogen = allergische conjunctivitis – hooikoorts
Astma = allergische bronchitis
Voedselallergie; zwelling mond of keel/ buikklachten
Allergeen in het bloed – histamine leidt tot netelroos= urticaria
Allergisch eczeem: constitutioneel/ atopisch eczeem 
allergie ontwikkelen
Het lichaam ontwikkelt een allergie, sensibilisatie. Dit kan jaren duren.  
1. Het allergeen stimuleert de bloedcellen om IgE te produceren
2: IgE = immunoglobuline (eiwit) = antistof
3: de combinatie  van allergeen (bijv. pollen) en antistof (IgE), hecht aan een mestcel, maakt deze kapot en daardoor komt histamine vrij

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mestcellen
Mestcellen liggen overal in je huid. 
Deze cellen bevatten een reservoir 
antistoffen welke worden losgelaten 
als een ontstekingsreactie wordt 
opgewekt. Histamine is de bekendste
antistof in een mestcel.

Slide 14 - Tekstslide

Normale functie histamine: zorgt voor weefselherstel bij een ontsteking, bevordert aanmaak adrenaline, zorgt voor hersenfunctie alert zijn, maagzuurproductie

Histamine en gevolgen
  1: Vaatverwijding (vasodilatatie) van de bloedvaten in de huid, waardoor de bloeddruk daalt
2: Vernauwing van de bronchiën in de longen, geeft benauwdheid
3: Afname van de hartactiviteit, waardoor de bloeddruk daalt
4: Zwelling en roodheid van de huid

Slide 15 - Tekstslide

Typerend voor allergie is de jeuk. Bij jeuk in de neus is de kans op allergie als oorzaak relatief groot. De conjunctivae (oogbindvliezen) kunnen door de ontsteking rood worden en branderig of jeukerig aanvoelen. Er kan sprake zijn van tranenvloed. Dit is allergische conjunctivitis. Ook in de bronchiën (lagere luchtwegen) kunnen allergische reacties optreden. Door ontstoken luchtpijptakjes gaat de patiënt hoesten. Dit is dus een bronchitis als gevolg van allergie. De patiënt kan door vernauwing van de bronchiën kortademig worden, wat soms leidt tot een aanval. Zo’n aanval wordt astma genoemd. Bij voedselallergie kunnen de lippen opzwellen, kan er jeuk in de mond optreden en de patiënt kan bijvoorbeeld misselijk worden of buikpijn krijgen. Allergeen kan ook in het bloed terechtkomen en via het bloed invloed hebben op de huid. Het vrijkomende histamine kan bijvoorbeeld leiden tot netelroos, ofwel galbulten. 

Opdracht
Ga naar Cumlaude en maak de volgende opdracht: Opdrachten Inleiding medische kennis H.8

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Link

Even op de site het filmpje aanzetten. 
Filmpje gaat over wat er gebeurt in je lichaam bij hooikoorts allergie. 

Slide 18 - Tekstslide

Filmpje staat op de volgende dia

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten
Type 1 allergie en type IV allergie (is vertraagde allergie) komen het meeste voor

Type 1 is een directe reactie, type IV vertraagd (vaak is dit eczeem wat na een paar dagen kan optreden)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Laat de studenten kort de onderzoeken uitzoeken. 
Behandelingen
Voorkomen is beter dan genezen!
1. Antihistaminica
2. Corticosteroïden
3. Histamine-afgifte remmende stoffen
4. Desensibilisatie/ hyposensibilisatie

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Antihistaminica:
 
cetirizine
 desloratadine
 levocabastine
Blokkeren de aangrijpingsplaatsen van histamine en zijn daardoor effectief  bij allergische rinitis, allergische conjunctivitis en urticaria

Eerste keus bij allergische aandoeningen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I.v.m. ontstekingsremmende eigenschappen. Deze middelen onderdrukken de heftigheid van de allergische reactie.

lokaal (bijv puffer of neusspray) of systemisch (oraal)

Corticosteroïden beclometason
 fluticason
 budesonide
 mometason

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mestcel-stabilisatoren: cromoglicinezuur


Werken preventief bij allergische aandoeningen, omdat ze remmend werken op de afgifte van histamine bij het uiteenvallen van de mestcel. Als de allergische reactie al op gang is gekomen, heeft gebruik van deze stof geen zin

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Desensibilisatie/ hyposensibilisatie
Letterlijk betekent dat minder gevoelig maken. Als bekend is waarvoor iemand overgevoelig is, kan geprobeerd worden het lichaam langzaam te laten wennen aan deze allergische stof. 

Slide 27 - Tekstslide

In theorie lijkt hyposensibiliseren dé oplossing voor alle allergiepatiënten. In de praktijk valt het resultaat vaak flink tegen. Uitsluitend voor inhalatieallergenen, en dan met name pollen, is het resultaat redelijk gunstig. Als injecties worden Alutard ®, Pharmalgen ®, Pollinex ® of Purethal ® gebruikt, voor oraal gebruik is er Grazax ®. Voorwaarde voor toepassing is wel dat de patiënt voor slechts enkele pollen overgevoelig is. Ook hyposensibilisatie voor bijen- of wespensteken is redelijk effectief. Een hyposensibilisatiekuur duurt meestal een aantal jaren
Anafylactische shock
Heftige allergische reactie = anafylaxie, opzwellen weefsel in strottenhoofd, astma-aanval, vasodilatatie van grote bloedvaten waardoor RR extreem daalt en de patiënt in shock raakt.


Slide 28 - Tekstslide

vasodilatie = verwijden
anafylactische shock
  • Een shock kan ook veroorzaakt worden door een allergische reactie. 
  • Symptomen anafylactische shock: lage bloeddruk, duizeligheid, flauwte, zwelling van het gezicht en de luchtwegen, jeuk, braken, angst, ademhalingsmoeilijkheden. 

  • Bel ook dan gelijk 112. 
  • Iemand die er mee bekend is heeft meestal een Epipen bijzich. 
  • De Epipen mag je alleen zetten als het slachtoffer/de cliënt jouw toestemming heeft gegeven deze te gebruiken. 

  • Een Epipen bevat adrenaline, waardoor de allergische reactie wordt uitgesteld. 

Wat is een anafylactische shock?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Anafylactische shock 
  • Vooral noten en pinda allergie kan heel gevaarlijk zijn
  • zelfs de dood tot gevolg 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Epipen
De EpiPen Auto-Injector is een injectiespuit die gevuld is met adrenaline. Adrenaline is een hormoon dat bloedvaten vernauwt en de luchtwegen verwijdt. Klachten als gevolg van een hevige allergische reactie worden op deze manier (tijdelijk) opgeheven.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga naar Cumlaude en maak de volgende opdracht: Opdrachten Geneesmiddelenkennis H.9.2.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Link

Oefenen met de geneesmiddelen

Bij tijd over is er ook nog een kruiswoordpuzzel op Y-schrijf/Cumlaude