In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 6 - Procenten en diagrammen
Pak de volgende spullen op tafel:
- wiskundeschrift
- pen
- rekenmachine
- laptop (inloggen)
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Programma vandaag
Leerdoelen vandaag
§6.1 - Rekenen met procentuele toe- en afname
§6.2 - Procentuele verandering
Opgaven maken
Slide 4 - Tekstslide
Programma vandaag
Leerdoelen vandaag
§6.1 - Rekenen met procentuele toe- en afname
§6.2 - Procentuele verandering
Opgaven maken
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoelen vandaag
Rekenen met procentuele toename
Rekenen met procentuele afname
Procentuele toename berekenen
Procentuele afname berekenen
Gemiddelde, mediaan en modus
Gemiddelde bij een frequentietabel
Mediaan en modus bij een frequentietabel
Slide 6 - Tekstslide
Programma vandaag
Leerdoelen vandaag
§6.1 - Rekenen met procentuele toe- en afname
§6.2 - Procentuele verandering
Opgaven maken
Slide 7 - Tekstslide
§6.1 - Rekenen met procentuele toe- en afname
Maak een opgave die hoort bij de theorie van §6.1 en die op de toets gesteld zou kunnen worden.
Schrijf de opgave op de voorkant van je blaadje
en schrijf de uitwerking van de opgave op de achterkant van je blaadje.
Slide 8 - Tekstslide
§6.1 - Rekenen met procentuele toe- en afname
Slide 9 - Tekstslide
...
Slide 10 - Open vraag
Programma vandaag
Leerdoelen vandaag
§6.1 - Rekenen met procentuele toe- en afname
§6.2 - Procentuele verandering
Opgaven maken
Slide 11 - Tekstslide
§6.2 - Procentuele verandering
Slide 12 - Tekstslide
§6.2 - Procentuele verandering
Slide 13 - Tekstslide
In 2007 waren er 538 ijssalons in Nederland. In 2017 waren dat er 828. Bereken de relatieve toename. 'De toename van het aantal ijssalons in Nederland is ... %.'
Slide 14 - Open vraag
§6.2 - Procentuele verandering
Slide 15 - Tekstslide
§6.2 - Procentuele verandering
Slide 16 - Tekstslide
§6.2 - Procentuele verandering
Slide 17 - Tekstslide
Bereken hoeveel procent korting je krijgt op de handschoenen.
'Je krijgt ... % korting op de handschoenen.'
Slide 18 - Open vraag
§6.2 - Procentuele verandering
Slide 19 - Tekstslide
Bereken hoeveel procent korting je krijgt op de ski's.