In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
H3 English Term 3
week 7
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Periode 3
Schrijfopdracht Ne/En (3x) uitleg tijdens instructie Nederlands
deadline vr. 5 maart 17.00 uur
Holmwoods (2x)deadline za. 27 maart
Grammar (3x)Tussenweek (= week 29 maart - 1 april)
Slide 3 - Tekstslide
Test Grammar (3x) in Tussenweek
past simple
present simple
present perfect
word order
irregular verbs
Slide 4 - Tekstslide
Past Simple
Slide 5 - Tekstslide
when there is the past.....
Yesterday
Last month
last week
this morning
two weeks ago
last night
last year
during World War II
on Sunday
back then
Past Simple = verleden tijd
ww + ed bij regelmatige werkwoorden
- ywordt - ie : carry - carried
grab wordt grabbed
stop wordt stopped
travel wordt travelled
onregelmatige werkwoorden = 2e rijtje
kennen/leren!
Slide 6 - Tekstslide
de verleden tijd is voorbij - the past tense is passed
2e rijtje
examples regular examples irregular
hele ww verleden voltooid deelw. hele ww verleden voltooid deelw.
Slide 7 - Tekstslide
PAST SIMPLE als bevestiging
I was in London last year. (be)
We saw this film last night. (see)
They bought the same dress yesterday. (buy)
I worked really hard last year (work)
Slide 8 - Tekstslide
PAST SIMPLE als ontkenning
I was not in London last year. (be) We didn't see this film last night. (see) They didn't buy the same dress yesterday. (buy) I didn't work hard last year (work)
Slide 9 - Tekstslide
PAST SIMPLE als vraag
Was I in London last year? (be)
Did we see this film last night ?(see)
Did they buy the same dress yesterday? (buy)
Did I work hard last year? (work)
Slide 10 - Tekstslide
to buy = kopen De past simple hiervan is:
A
bought
B
baught
C
bout
D
buyed
Slide 11 - Quizvraag
to take = nemen De past simple hiervan is:
A
took
B
toke
C
taked
D
teek
Slide 12 - Quizvraag
We ... (go) to Utrecht yesterday.
A
go
B
goed
C
went
D
gone
Slide 13 - Quizvraag
She ... (walk) home yesterday.
A
walks
B
walk
C
walked
D
walkt
Slide 14 - Quizvraag
The police ____ (arrest) two people early this morning.
A
arrested
B
have arrested
C
has arrested
D
arrest
Slide 15 - Quizvraag
Present Perfect
Slide 16 - Tekstslide
have/has + voltooid deelwoord
(regelm. ww.=> ww+ed / onregelm. ww=> 3e rijtje)
Slide 17 - Tekstslide
SIGNAALwoorden
Er zijn SIGNAALwoorden die je verklappen dat je de present perfect moet gebruiken.
Hai fyne jas!
How long For Just
Always Yet Already
In (weeks) Never Since
Ever
Slide 18 - Tekstslide
Zo maak je de present perfect
bij REGELMATIGE werkwoorden
Slide 19 - Tekstslide
... bij ONREGELMATIGE werkwoorden
voltooid deelwoord = 3e rijtje
Slide 20 - Tekstslide
She ____ (be) here since this morning.
A
be
B
been
C
was
D
has been
Slide 21 - Quizvraag
How many games ____your team____ (win) yet?
A
did won
B
has won
C
has win
D
has winned
Slide 22 - Quizvraag
____ you ____(do) your homework yet?
A
Did you do
B
Have you done
C
Slide 23 - Quizvraag
There____(be) an accident in High Street, so we have to use King Street to get to your school.
A
has been
B
was
C
were
D
have been
Slide 24 - Quizvraag
I ____(not see) Peter since last Tuesday.
A
did not see
B
have not seen
C
did not saw
D
have not seed
Slide 25 - Quizvraag
Even kort samengevat
Past Simple: in het verleden begonnen EN geëindigd.
Present Perfect: in het verleden begonnen en nog bezig / belangrijk.