plurals

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Learning objectives
Aan het einde van de les kan ik:
- woorden in het meervoud zetten en gebruiken.

titel = plurals (meervoudsvormen)

Slide 2 - Tekstslide

Plural

De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s. Dus plak een -s achter het hele woord.

parent - parents
star - stars
friend - friends
uitzonderingen: 

1. Eindigen op -sis klank (s, ch, sh, x)  --> + es erachter

watch - watches
dish - dishes
box - boxes

Slide 3 - Tekstslide

2. Eindigen op medeklinker + -y -->  De -y veranderd in -i en plak er -es achter.

lady - ladies
story - stories
3. Eindigen op medeklinker + -o -->  Plak -es erachter.

potato - potatoes
tornado - tornadoes

Slide 4 - Tekstslide

4. Eindigen op -f (klank). De -f veranderd in -ves. 

life - lives
leaf - leaves
5. Onregelmatig. (leer deze!)

child - children
foot - feet
mouse - mice
sheep - sheep
tooth - teeth

Slide 5 - Tekstslide

Plural of:
A
tomatos
B
tomaten
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 6 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
elf?
A
elfs
B
elvs
C
elfes
D
elves

Slide 7 - Quizvraag

Plural of:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 8 - Quizvraag

Plurals (= meervoud): What is the plural of
wolf?
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 9 - Quizvraag

Plural of:
A
child's
B
childs
C
kinderen
D
children

Slide 10 - Quizvraag

Plural of
A
mouses
B
mice
C
mices
D
mouse's

Slide 11 - Quizvraag

Plural of:
A
shoe
B
shoes
C
schoenen
D
shoos

Slide 12 - Quizvraag

Plural of:
tax
A
taxs
B
taxen
C
tax's
D
taxes

Slide 13 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
baby?
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes

Slide 14 - Quizvraag

Plural of:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 15 - Quizvraag

Plural of:
heroes
A
heroes
B
hero's
C
heros
D
held

Slide 16 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
watch?
A
watchs
B
watches
C
watch's
D
watchis

Slide 17 - Quizvraag

Plural of
A
taxies
B
taxi's
C
taxis
D
taxie's

Slide 18 - Quizvraag

Ik snap de grammatica over de plurals en kan dit ook toepassen.
Ja,
Nee
Een beetje

Slide 19 - Poll