5.2 en H5.3Voeding en energie

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

2x inspannen, wat is het verschil?

Slide 2 - Tekstslide

Energie voor je cellen
Je lichaam haalt energie uit voedsel door het in kleine stukjes af te breken (dissimilatie). 
De energie die hierbij vrijkomt wordt gebruikt om je
'fosfaataccu' op te laden.

Slide 3 - Tekstslide

ATP
  • De bron van energie voor je cellen is ATP
  • ATP is een molecuul met drie fosfaatgroepen
  • ADP bevat twee fosfaatgroepen
  • Energie kan gebonden worden aan ADP -> ATP (en worden afgegeven) 

Slide 4 - Tekstslide

Backup:CP

Creatinefosfaat is je powerbank. Wanneer de 'ATP- batterij' leeg is, kan het zijn fosfaat groep afstaan aan ADP om deze op te laden

ATP & CP vormen samen de 'fosfaataccu', genoeg voor ongeveer 10-30 seconden inspanning. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Dissimilatie en vertering
Vertering: is het kleiner maken van voedingsmiddelen tot de bouwblokken (bijv: koolhydraatketen zetmeel>glucose)

Dissimilatie is het omzetten van grotere organische moleculen (zoals glucose) naar kleine moleculen (zoals  CO2 en H20)
Hierbij komt energie vrij die gebruikt wordt om ATP op te laden

Slide 7 - Tekstslide

Dissimilatie
2 soorten
  1.  Aerobe dissimilatie
    - Met zuurstof
    - Veel energie per molecuul brandstof
  2. Anaerobe dissimilatie
    - Zonder zuurstof
    - Weinig energie per molecuul brandstof

Slide 8 - Tekstslide

Glucose
2-pyrodruiven
zuur

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aerobe dissimilatie
Gebeurt wanneer er voldoende zuurstof is
1. Glucose komt cel binnen 
2. In het cytoplasma wordt het glucose gesplitst in 2 pyrodruivenzuur, dit levert al 2 ATP op
3. In de mitochondriën wordt het glucose verder 'gedissimileerd' met O2, hierbij komt 36 ATP vrij en CO2 en H2O

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Anaerobe dissimilatie
Gebeurt wanneer er onvoldoende zuurstof is
  1. Glucose komt cel binnen 
  2. Glucose wordt gesplitst in 2-pyrodruivenzuur
  3. 2-pyrodruivenzuur wordt omgezet in melkzuur
  4. Het melkzuur hoopt op, spieren raken verzuurd
Melkzuur kan weer worden omgezet in 2-pyrodruivenzuur en anaeroob geassimileerd worden: nahijgen>extra zuurstof

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Maken opdracht 1 t/m 6

Slide 14 - Tekstslide

H5.2 samenvattend tot nu
Drie energiesystemen
1. ATP-CP systeem (fosfaat-accu) 10-15 seconden
     - Spieren in rust hebben kleine voorraad ATP
    - Spieren bevatten creatinefosfaat (CP) CP+ADP -> C+ATP

Slide 15 - Tekstslide

H5.2 samenvattend tot nu
Drie energiesystemen
2.Anaerobe dissimilatie
(melkzuursysteem) 20-50 sec
     - Afbraak glucose in grondplasma          (glycolyse)
       - Melkzuurgisting
       - Leidt tot verzuring spieren
       - Komt maar 2 ATP per molecuul              glucose vrij

Slide 16 - Tekstslide

H5.2 samenvattend tot nu
Drie energiesystemen
3.Aerobe dissimilatie
     - Afbraak glucose in grondplasma          (glycolyse) 2 ATP
       - Citroenzuurcyclus            (mitochondriën) 36 ATP
    

Slide 17 - Tekstslide

Energie uit vetten 
Alleen aeroob (met voldoende zuurstof)

Vetzuren
Vetmolecuul
Glycerol
in grondplasma
Pyrodruivenzuur
Mitochondriën
BINAS 67G1

Slide 18 - Tekstslide

Energie uit vetten 
Verzadigde vetten en onverzadigde vetten BINAS 67G2
Wat is het verschil?
- Structuur
- Effect op lichaam (blz 174)

Essentiële (omega-3 en 6) en niet-essentiële vetzuren

Slide 19 - Tekstslide

Onverzadigde vetten
Verzadigde vetten
- Vloeibaar bij kamertemperatuur
- Plantaardig (Olijfolie)
- Gezonder
- Hard bij kamertemperatuur
- Dierlijk vet (roomboter)
- Ongezonder

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Energie uit eiwitten
Assimilatieproces: opbouwen van complexe stoffen uit eenvoudige moleculen

Slide 22 - Tekstslide

Energie uit eiwitten
Alleen aeroob (met voldoende zuurstof)

In levercellen
Losse
aminozuren
Ureum (afvalstof)
Pyrodruivenzuur
Mitochondriën

Slide 23 - Tekstslide

Aminozuren
- Essentiele aminozuren
9: deze krijg je via voeding
binnen)
- Niet-essentiële aminozuren
11: Deze kan je lever maken door 
andere aminozuren om te bouwen. 

Slide 24 - Tekstslide

Voedingsvezels
Voedingsvezels=
Onverteerbare plantaardige moleculen
Voedingsvezels komen vooral uit de celwand van planten. Belangrijke bronnen van vezels zijn groente, fruit, aardappelen, volkorenbrood, ontbijtgranen, peulvruchten en noten.
  
- Cellulose (celwanden bestaan uit cellulose)
- Lignine (houtstof)
- Pectine (tussencelstof)


Slide 25 - Tekstslide

Vervoer in planten
Vaten vervoeren voedingsstoffen en afvalstoffen door een plant.

Houtvaten
Waar? omHoog (van wortel naar blad)
Wat? Water en mineralen
Bastvaten
Waar? Naar Beneden
Wat? Glucose


Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide