7.3 Oppervlakte omrekenen

7.3 Oppervlaktematen omrekenen
herhaling
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

7.3 Oppervlaktematen omrekenen
herhaling

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel vandaag

  • Oppervlakte berekenen 


Slide 2 - Tekstslide

Hoe?
  • Terugblik
  • Quiz
  • (Terugblik opgaven)
  • Zelfstandig werken vanaf 11.50 uur (uiterlijk)

Slide 3 - Tekstslide

Wat hebben we vorige les geleerd
  • Je leert de oppervlaktematen omrekenen.
Als je oppervlaktemaat kleiner wordt, wordt je getal groter
per stap naar rechts moet je met 100 vermenigvuldigen.
Als je oppervlaktemaat groter wordt, wordt je getal kleiner
per stap naar links moet je door 100 delen.

  • (Oppervlakte berekenen
    Soms moet je een figuur opdelen en de oppervlaktes bij elkaar optellen)

Slide 4 - Tekstslide

Terugblik:
  • Oppervlakte

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat moet op de puntjes staan?

De oppervlakte van de figuur hiernaast is ....
A
18
B
14
C
9
D
22

Slide 7 - Quizvraag

Wat moet op de puntjes staan?

De oppervlakte van de figuur hiernaast is ....
A
B
7 dm
C
D
9 cm

Slide 8 - Quizvraag

Oppervlaktematen omrekenen

Slide 9 - Tekstslide

sleep je lengtematen en zet ze in de goede volgorde. Begin met kilometer in vakje 1 etc..
Kilometer
Decimeter
hectometer
decameter
millimeter
centimeter
Meter

Slide 10 - Sleepvraag

Vul het juiste getal in:
1 .......= ....

Slide 11 - Open vraag

5 hm = .... m
Wordt mijn oppervlaktemaat groter of kleiner?

Slide 12 - Open vraag

5 hm = .... m
Hoeveel stapjes wordt mijn oppervlaktemaat kleiner?

Slide 13 - Open vraag

5 hm = .... m
Mijn oppervlaktemaat wordt 2 stapjes kleiner. Hoe vaak moet ik mijn getal x100 doen?

Slide 14 - Open vraag

5 hm = .... m

Welk getal moet ik invullen op de plek van de puntjes?

Slide 15 - Open vraag

Kies het goede antwoord:
5 ....... =
A
B
C
D

Slide 16 - Quizvraag

Ik wil de volgende opgave oplossen:
7 m + 200 cm = ...... dm.
Hoeveel dm is 7m?

Slide 17 - Open vraag

Ik wil de volgende opgave oplossen:
7 m + 200 cm = ...... dm.
Hoeveel dm is 200 cm?

Slide 18 - Open vraag

dus welk getal moet ik op de puntjes invullen?

7 m + 200 cm = ...... dm.

Slide 19 - Open vraag

Weet je nog?:
Als je lengtemaat kleiner wordt, word je getal groter




per stap naar rechts moet je met 10 vermenigvuldigen.

Slide 20 - Tekstslide

Weet je nog?:
Als je lengtemaat groter wordt, word je getal kleiner




per stap naar links moet je door 10 delen.

Slide 21 - Tekstslide

Onthoud:
Als je oppervlaktemaat kleiner wordt, wordt je getal groter




per stap naar rechts moet je met 100 vermenigvuldigen.

Slide 22 - Tekstslide

Onthoud:
Als je oppervlaktemaat groter wordt, wordt je getal kleiner




per stap naar links moet je door 100 delen.

Slide 23 - Tekstslide

Vul het juiste getal in:

Slide 24 - Open vraag

Vul het juiste getal in:

Slide 25 - Open vraag

Vul het juiste getal in:

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk:

Slide 28 - Tekstslide

Terugblik opgaven:

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd vandaag
  • Je leert de oppervlaktematen omrekenen.
Als je oppervlaktemaat kleiner wordt, wordt je getal groter
per stap naar rechts moet je met 100 vermenigvuldigen.
Als je oppervlaktemaat groter wordt, wordt je getal kleiner
per stap naar links moet je door 100 delen.

  • Oppervlakte berekenen
    Soms moet je een figuur opdelen en de oppervlaktes bij elkaar optellen

Slide 32 - Tekstslide