Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
§5.3 Rekenen met gelijkvormigheid
H5 Gelijkvormigheid
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
1 / 32
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
In deze les zitten
32 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
H5 Gelijkvormigheid
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Slide 1 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Driehoeken hebben dezelfde hoeken
Bij een vergroting hebben alle zijden een zelfde
vergrotingsfactor.
Slide 2 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Leerdoel:
- rekenen met de factor in gelijkvormige figuren.
Slide 3 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Slide 4 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Slide 5 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Slide 6 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Slide 7 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Slide 8 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
een vergrotingsfactor betekent er zit een zelfde verhouding tussen alle zijden.
AB-----> x factor = DE
30 x 0,4 = 12
want; 12 : 30 = 0,4
x .......
f
a
c
t
o
r
=
o
u
d
e
d
r
i
e
h
o
e
k
n
i
e
u
w
e
d
r
i
e
h
o
e
k
=
A
B
D
E
=
3
0
1
2
=
0
,
4
.
.
.
.
Slide 9 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Pak schrift+pen en schrijf mee:
Welke twee driehoeken zijn gelijkvormig?
Slide 10 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Welke twee driehoeken zijn gelijkvormig?
ABE
en
ACD
Slide 11 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
- Schets de driehoeken naast elkaar
- Schrijf de bekende lengtematen erbij
Slide 12 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Van welke driehoek zijn de meeste
lengtematen bekend?
Slide 13 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Van welke driehoek zijn de meeste
lengtematen bekend?
ACD
Slide 14 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Van welke overeenkomstige zijden
zijn de lengtematen bekend?
Slide 15 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Van welke overeenkomstige zijden
zijn de lengtematen bekend?
AB = 3 m
AC = 7,5 m
Slide 16 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Zet de bekende lengtematen in de
pijlenketting.
AB = 3 m
AC = 7,5 m
Slide 17 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Zet de bekende lengtematen in de
pijlenketting.
AB = 3 m
AC = 7,5 m
AC --------------> AB
7,5 --------------> 3
x
x .......
x .......
Slide 18 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Zet de bekende lengtematen in de
pijlenketting.
AB = 3 m
AC = 7,5 m
AC --------------> AB
7,5 --------------> 3
x .......
x .......
f
a
c
t
o
r
=
g
r
o
t
e
d
r
i
e
h
o
e
k
k
l
e
i
n
e
d
r
i
e
h
o
e
k
=
7
,
5
3
=
0
,
4
Slide 19 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Zet de bekende lengtematen in de
pijlenketting.
AB = 3 m
AC = 7,5 m
AC --------------> AB
7,5 --------------> 3
x 0,4
x 0,4
f
a
c
t
o
r
=
o
u
d
n
i
e
u
w
=
7
,
5
3
=
0
,
4
Slide 20 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Bereken de lengte van zijde
BE
.
Slide 21 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Welke zijde is de overeenkomstige
zijde van
BE
?
Slide 22 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Welke zijde is de overeenkomstige
zijde van
BE
?
CD
Slide 23 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Bereken de lengte van zijde
BE
.
Slide 24 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Voorbeeld:
Bereken de lengte van zijde
BE
.
BE
= factor x
CD
BE = 0,4
x
1,5 = 0,6 m
Slide 25 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Om met gelijkvormigheid te werken, moet je er altijd voor zorgen dat de figuren in dezelfde stand zijn getekend/geschetst:
Slide 26 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Pas als ze in dezelfde stand zijn getekend, kun je de factor berekenen met overeenkomstige zijden:
Slide 27 - Tekstslide
Wat is de factor van de vergroting?
A
39 : 50 = 0,78
B
65 : 50 = 1,3
C
39 : 65 = 0,6
D
75 : 39 = 1,92
Slide 28 - Quizvraag
Wat is de lengte van zijde MS?
A
75 x 0,6 = 45 cm
B
50 x 0,6 = 30 cm
C
75 : 0,6 = 125 cm
D
50 : 0,6 = 83,33 cm
Slide 29 - Quizvraag
Aan het werk
Maken 5.3
opdracht 15 t/m 21
Slide 30 - Tekstslide
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
Leerdoel:
- rekenen met de factor in gelijkvormige figuren.
Slide 31 - Tekstslide
Ik heb het leerdoel van deze les gehaald
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 32 - Poll
Meer lessen zoals deze
§5.3 - Rekenen met gelijkvormigheid
December 2021
- Les met
39 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Paragraaf 2.5
Januari 2024
- Les met
41 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
5.4 Tekenen in dezelfde stand
Januari 2021
- Les met
15 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
5.4 Tekenen in dezelfde stand
Januari 2022
- Les met
17 slides
Wiskunde
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Driehoek
Augustus 2024
- Les met
51 slides
PAV
Secundair onderwijs
Vergroten
September 2022
- Les met
28 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 2
KGT3 H5 gelijkvormigheid 1
Januari 2021
- Les met
28 slides
gelijkvormigheid
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 3
5.2 Gelijkvormigheid en 5.3 Rekenen met gelijkvormigheid
Januari 2022
- Les met
19 slides
Wiskunde
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 3