In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Misdrijf of overtreding?
A
Misdrijf
B
Overtreding
Slide 1 - Quizvraag
Misdrijf of overtreding?
A
Misdrijf
B
Overtreding
Slide 2 - Quizvraag
Misdrijf of overtreding? Door rood rijden
A
Misdrijf
B
Overtreding
Slide 3 - Quizvraag
Misdrijf of overtreding? Je rijdt dronken op je brommer
A
Misdrijf
B
Overtreding
Slide 4 - Quizvraag
9.2 en 9.3 Oorzaken en theorieën over criminaliteit lesboek bladzijdes 140 t/m 143
Slide 5 - Tekstslide
Leerdoel
Je kan de 6 belangrijkste theorieën over criminaliteit uitleggen en herkennen
Slide 6 - Tekstslide
Theorie
Een verklaring voor dingen die om ons heen gebeuren
Slide 7 - Tekstslide
Theorieën om criminaliteit te verklaren:
Aangeleerd gedragstheorie
2. Rationele-keuzetheorie
3. Etikettentheorie
4. Bindingstheorie
5. Anomietheorie
6. Neutraliseringstheorie
Slide 8 - Tekstslide
Aangeleerd gedragstheorie (1)
Crimineel gedrag is aangeleerd.
Het wordt overgenomen van foute vrienden of familieleden.
Slide 9 - Tekstslide
Rationele-keuze theorie (2)
Gelegenheid maakt de dief.
Mensen maken een rekensom om te kijken wat het oplevert en wat het risico is.
Slide 10 - Tekstslide
Etikettentheorie (3)
Als je eenmaal een misdaad hebt gepleegd krijg je een etiket.
Mensen gaan zich naar hun etiket gedragen.
Slide 11 - Tekstslide
Bindingstheorie (4)
Als je veel bindingen hebt, vertoon je minder snel crimineel gedrag.
Slide 12 - Tekstslide
Anomietheorie (5)
Iedereen in onze westerse samenleving wil succesvol zijn.
Als je niet op een legale manier succesvol kan worden: doelen bijstellen of crimineel worden.
Politie kiest voor patseraanpak.
Slide 13 - Tekstslide
Neutralisetingstheorie (6)
Mensen die toch de wet overtreden, praten dit voor zichzelf goed.
Slide 14 - Tekstslide
Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Als iemand een relatie heeft dan neemt hij niet het risico om crimineel gedrag te vertonen.''?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Bindingstheorie
Slide 15 - Quizvraag
Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Gelegenheid maakt de dief.''?
A
Bindingstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie
Slide 16 - Quizvraag
Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Ik ben crimineel en dat zal nooit meer veranderen.''?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie
Slide 17 - Quizvraag
Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Door een verkeerd voorbeeld is iemand crimineel geworden.''?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie
Slide 18 - Quizvraag
Welke theorie hoort bij de volgende omschrijving: ''Door een verkeerd voorbeeld is iemand crimineel geworden'?
A
Aangeleerd gedragstheorie
B
Rationele-keuzetheorie
C
Etikettentheorie
D
Anomietheorie
Slide 19 - Quizvraag
Welke theorie hoort hierbij en waarom? Een vrouw zegt tegen de rechter: ‘’Ik steel alleen maar van grote winkelketens, omdat ik weet dat de eigenaren miljoenen verdienen aan gewone mensen. Eigenlijk zouden zij hier voor de rechter moeten staan.''
Slide 20 - Open vraag
Huiswerk
Lezen paragraaf 9.2 Oorzaken van criminaliteit en 9.3 Theorieën over criminaliteit – lesboek bladzijdes 140 t/m 143
Maken van paragraaf 9.3 in je digitale werkboek vraag 1,2,3,4,6,8 en 10