ESTAR: (zijn, zich bevinden) wordt juist gebruikt om tijdelijke (veranderlijke) situaties aan te duiden.
Situaties die kunnen veranderen:
• gevoelens/emoties. Sofía está contenta.
• gezondheid. Natalia está enferma.
• toestand. Mis padres están casados.
• ligging van plaatsen. Los Andes están en América del Sur.