Klas 2 Kader Samenvatting theme Cities

Cities
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Cities

Slide 1 - Tekstslide

Words/ vocabulary
Leer alle woordjes uit je hoofd.

Je kunt oefenen met quizlet.

Slide 2 - Tekstslide

Vertaal: volledig
A
lovely
B
certainly
C
decide
D
completely

Slide 3 - Quizvraag

Vertaal: hekje
A
bench
B
fence
C
slide
D
railing

Slide 4 - Quizvraag

Vertaal: bestaan uit
A
consist of
B
suit
C
discover
D
spend

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal "forest" naar het Nederlands

Slide 6 - Open vraag

Vertaal "routebeschrijving" naar het Engels

Slide 7 - Open vraag

Vertaal "rotonde" naar het Engels

Slide 8 - Open vraag

Vertaal "erg vinden" naar het Engels

Slide 9 - Open vraag

Vertaal "rij" naar het Engels

Slide 10 - Open vraag

1. Match the words to their definitions
Lane
underground
daily
pitch
spend
spider
follow
count
slide
part
spin
volgen
metro
voetbalveld
deel
klein straatje
tellen
dagelijks
glijden
doorbrengen

Slide 11 - Sleepvraag

Grammar: present simple
Shit-rule   ->  he/she/it = +s              Als iets regelmatig gebeurt.

Vragend -> Do I talk?  Does he talk? Do we talk?

Ontkennend  -> I don't talk,  He doesn't talk, We don't talk

Slide 12 - Tekstslide

Grammar: present continuous
to be + ww + ing         Als het nu aan de gang is.

Bevestigend -> I am playing

Vragend -> Am I playing?

Ontkennend  -> I'm not playing?

Slide 13 - Tekstslide

My dad always ........... to school
A
walk
B
walks
C
is walking

Slide 14 - Quizvraag

My dad ........... to school at this moment
A
walk
B
walks
C
is walking

Slide 15 - Quizvraag

I never .......... in the shower (to sing).

Slide 16 - Open vraag

I .......... in the shower now (to sing).

Slide 17 - Open vraag

1. I like scary movies.
2. He is walking the dog.
3. We are dancing all night long.
4. She plays the piano.
5. They are my parents.
Present Simple
Present Continuous
1
2
3
4
5

Slide 18 - Sleepvraag

Grammar: one/ones
"one" verwijst naar woord in enkelvoud

"ones" verwijst naar woord in meervoud

Slide 19 - Tekstslide

Which skirt are you going to buy? The white .....
A
one
B
ones

Slide 20 - Quizvraag

These brown belts are cheaper than the black .......... over there.
A
one
B
ones

Slide 21 - Quizvraag

I like your bike, did you buy a new ....

Slide 22 - Open vraag

Question words
who, what, where, when, which, whose, why, how

Slide 23 - Tekstslide

...... did this?
A
where
B
which
C
why
D
who

Slide 24 - Quizvraag

.... are you today?
A
Which
B
How
C
Why
D
When

Slide 25 - Quizvraag

..... do you prefer: the blue one or the red one?
A
Which
B
How
C
What
D
When

Slide 26 - Quizvraag

.... bag is this?
A
Which
B
How
C
What
D
Whose

Slide 27 - Quizvraag

Must / mustn't
Must = Moeten, kan niet anders

Mustn't = niet moeten / mogen

Slide 28 - Tekstslide

I ........ be home late.
A
must
B
mustn't

Slide 29 - Quizvraag

We ....... visit grandma, we haven’t seen her in ages!
A
must
B
mustn't

Slide 30 - Quizvraag

Word order
Wie - doet - wat - waar - wanneer


Plaats voor Tijd   (PieT)

Slide 31 - Tekstslide

Wie
doet
wat
waar
wanneer
Jacky and Pete
aren't going
to the cinema
tonight

Slide 32 - Sleepvraag

wie
doet
wat
waar
wanneer
The parents
bring
to football training

every Sunday

their son

Slide 33 - Sleepvraag

Ordinal numbers
First - second - third etc.

Slide 34 - Tekstslide

4e

Slide 35 - Open vraag

3e

Slide 36 - Open vraag

12e

Slide 37 - Open vraag

21e

Slide 38 - Open vraag

30e

Slide 39 - Open vraag

55e

Slide 40 - Open vraag

27e

Slide 41 - Open vraag

Let's work
- studyplanner


Slide 42 - Tekstslide