3.5.1 De Koude Oorlog

3.5.1 De Koude Oorlog
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.5.1 De Koude Oorlog

Slide 1 - Tekstslide

Waarom wordt de Koude Oorlog de Koude Oorlog genoemd?
A
Het is een oorlog gevoerd in een erg koude periode.
B
Het is een oorlog waarin veel kernwapens gebruikt worden.
C
Geen echte oorlog maar wel veel dreiging en spanning.
D
Een oorlog waarin de sfeer erg 'koel' is.

Slide 2 - Quizvraag

Zet de zinnen in het juiste vak.
Koude Oorlog
warme (echte) oorlog
allebei
Er wordt gevochten.
Er wordt niet gevochten
Twee landen hebben ruzie
Twee landen zijn goed bewapend. 

Slide 3 - Sleepvraag

De Koude Oorlog begint
A
na de nederlaag van Duitsland
B
de dood van Roosevelt (april 1945)
C
de nederlaag van Japan
D
na WOII in 1945

Slide 4 - Quizvraag

De Koude oorlog eindigde met....
A
Het einde van de Cuba Crisis
B
De wapenwedloop tussen VS en Rusland
C
De val van de Berlijnse Muur
D
Reagan

Slide 5 - Quizvraag

In de Koude Oorlog gebeurde er veel. Wat is géén gebeurtenis in de Koude oorlog?
A
De Cubacrisis
B
De wapenwedloop
C
Hitler valt Polen aan
D
De bouw van de Berlijnse muur

Slide 6 - Quizvraag


Wat is de Wapenwedloop?
A
Strijd om welk land de meeste wapens heeft.
B
Strijd om welk land het meeste gebied in zijn bezig heeft.
C
Laten zien dat jouw land het beste is van allemaal.
D
Het samenwerken tussen verschillende landen.

Slide 7 - Quizvraag

Zet de juiste namen in de spotprent. 
Kennedy
Chroesjtsjov
Verenigde Staten
Sovjet Unie

Slide 8 - Sleepvraag

Wat voor soort bron is de spotprent op de vorige dia?
A
ongeschreven primaire bron
B
geschreven primaire bron
C
ongeschreven secundaire bron
D
geschreven secundaire bron

Slide 9 - Quizvraag

Zet de gebeurtenissen bij het juiste jaartal. 
1985
1989
1990
1990
1991
Gorbatsjov komt aan de macht
Oost-Duitsers komen in opstand tegen hun communistische leiders.
Duitsland wordt weer één land. 
De Sovjet-Unie valt uiteen. 
Einde Koude Oorlog

Slide 10 - Sleepvraag

Wat voor soort vraag is: In welk jaar eindigde de Koude oorlog?
A
beschrijvende vraag
B
verklarende vraag
C
waarderende vraag
D
vergelijkende vraag

Slide 11 - Quizvraag

Zet de gebeurtenissen bij de juiste tijd.
1945-1950
1950-1960
1960-1970
1970-1980
1980-1990
Chroesjtsjov volgt Stalin op
begin Amerikaanse inmenging in Vietnamoorlog
Kennedy wordt president van de VS
Cubacrisis
oprichting NAVO
oprichting Warschaupact
begin van de wapenwedloop.
Marshallhulp
Gorbatsjov

Slide 12 - Sleepvraag

Oorzaak en gevolg. Elke gebeurtenis heeft een oorzaak. Een gebeurtenis heeft vaak meer gevolgen, die op hun beurt oorzaken worden. Zet de zinnen op de juiste volgorde. De eerste en de laatste zijn al ingevuld. 
De communistische en de democratische landen wantrouwen elkaar. 
Zo wordt de Koude Oorlog af een toe een echte oorlog. 
De Navo en het Warshaupact worden opgericht.
Vanwege de enorme hoeveelheid atoomwapens durven de VS en SU elkaar niet aan te vallen
De Navo en het Warschaupact beginnen een wapenwedloop
De VS en de SU mengen zich in ruzies in kleine landen zoals Vietnam. Op die manier vechten ze daar indirect met ook tegen elkaar.
Het wantrouwen neemt verder toe. 

Slide 13 - Sleepvraag

Zet de woorden bij het juiste vak. 
hoort bij communistische landen
hoort bij niet-communistsche landen
hoort bij allebei
Chroesjtsjov
Vietnam
Kennedy
Cubacrisis
NAVO
Warschaupact
Sovjet-Unie
Koude Oorlog
Verenigde Staten
wapenwedloop
Marshallhulp
Castro
Gorbatsjov

Slide 14 - Sleepvraag