Balansmethode les 2

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

Wat weten we al?

- Inklemmen

Bereken 8t voor t = 10

1. 14
2. 45
3. 59
4. 80

Los de volgende vergelijking op met inklemmen:
2,50 + 0,50f = 15

1. f = 5
2. f = 30
3. f = 10
4. f = 25

"Levende balans"

1 leerling naar voren laten komen. Hier laat je hem 3 stiften in 1 hand vasthouden en in de andere hand een gum en 1 stift. 1 stift wegnemen bij de gum, dan vragen om terug in balans te krijgen wat je aan de andere kant moet wegnemen.
Dus 1 gum = 2 stiften

formule g+1 = 3

g+1-1 = 3-1

g = 2

Balansmethode

Wat is de vergelijking van deze balans? Oftewel  wat zien we hier??

2 beertjes + 5 = 11

korte manier is

2B+5=11

Wat is de oplossing van de vergelijking?
b=

Welke vergelijking past bij deze balans? 

1. 5a = 10
2. 2a + 3 + 10
3. 3 + 2a = 10
4. 2a + 3 = 10

0

Los de volgende vergelijking op (in je schrift)

4A + 17 = 29

4A + 17= 29

        -17  -17

4a          =12

:4               :4

A            = 3

Stap 1 

links de losse getallen wegwerken

Stap 2

beide kanten delen door het getal dat

voor de letter staat

Los de volgende vergelijkingen op.
3x + 7 = 28

Los de volgende vergelijkingen op.
5 + 4x = 39

Los de volgende vergelijkingen op.
5 - 8x = -11

Los de volgende vergelijkingen op.
2x - 8 = 20

Los de volgende vergelijkingen op.
3x - 7 = 41

Los de volgende vergelijkingen op.
2x + 3 = 11

Los de volgende vergelijkingen op.
4a - 7 = 8

Los de volgende vergelijkingen op.
2h + 2,5 = 9

Uitgebreide balansmethode

Stappenplan

5x + 3 = 3x - 7

Stappenplan

5x + 3 = 3x - 7

-3x            -3x

2x + 3 = -7

Stappenplan

5x + 3 = 3x - 7

-3x            -3x

2x + 3 = -7

-3       -3

2x = -10

Stappenplan

5x + 3 = 3x - 7

-3x            -3x

2x + 3 = -7

-3       -3

2x = -10

:2        :2

x = -5

Los de volgende vergelijkingen op.
5x + 3 = 2x + 30

Los de volgende vergelijkingen op.
6x - 7 = x + 8

Los de volgende vergelijkingen op.
7x + 19 = 2x + 29

Los de volgende vergelijkingen op.
3x - 8 = x + 7

Los de volgende vergelijkingen op.
-2x + 10 = 3x - 25

Los de volgende vergelijkingen op.
-3x - 3 = 6x + 6

Los de volgende vergelijkingen op.
-3x + 10 = -x - 8

Los de volgende vergelijkingen op.
7h - 12 = h + 36

Los de volgende vergelijkingen op.
4m - 8 = 2m + 4

Los de volgende vergelijkingen op.
-6p - 17 = p + 18

Heb je alles begrepen? Wat wel/niet?

Wat vond je moeilijk en/of makkelijk aan dit deel?