Lesson 5 & 6 Unit 4 M2A 150125 Imperative Gerund Word list Phrases Writing

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Key Ex. 10
Key Ex. 15

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

What things do you often hear me (or another teacher) say during a lesson?

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Use the imperative:
Wees op tijd!
A
Take your time!
B
Are on time!
C
Be on time!
D
Come in the right time!

Slide 10 - Quizvraag

Use the imperative:
Ga naar boven!
A
Turn up!
B
Go upstairs!
C
Go down!
D
Up stairs!

Slide 11 - Quizvraag

timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

How is the gerund used?

I enjoy spending time with you.
A
as the subject
B
after verbs like love, stop, start, enjoy

Slide 19 - Quizvraag

Complete with the gerund:

___ (write) in English is easy.

Slide 20 - Open vraag

Complete with the gerund:

I love ___ (go) out to restaurants.

Slide 21 - Open vraag

Make your own sentence with a Gerund

Slide 22 - Open vraag

timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide