VRIJ 17/11/2023 klas 2 Creatieve opdracht: reportage maken

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inleverdata creatieve opdracht
Inleverdata: 
  • Goedkeuring onderwerp vóór vrijdag 3 NOVEMBER 
  • Script inleveren + naam doorgeven interview vóór 17 NOVEMBER
  • Inleveren tekst reportage vóór 24 NOVEMBER
  • Eindproduct vóór 6 DECEMBER
  • Presentatie reportage / feedback van de klas 

Alle inleveropdrachten moeten op tijd zijn ingeleverd voor het eindcijfer.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesprogramma
REPORTAGE
  • Onderwerp: op tijd ingeleverd in SOM? 
  • Eerste versie van een script maken: schrijven van een informatieve tekst 
  • Interview: wie gaan jullie interviewen, e-mail, vragen opstellen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

  • Schrijf diverse onderwerpen op die jullie interessant lijken. Maak een top 3. 
  • Bedenk goed wat je wil weten over het onderwerp. Welke vragen heb je, waar ben je benieuwd naar? 
  • Ga niet zomaar aan de slag maar maak eerst een goede plan van aanpak. 
  • Maak bijvoorbeeld een mindmap en brainstorm met elkaar, noteer alles in de mindmap.
  • Verdeel de rollen en noteer deze in de plan van aanpak. Bijvoorbeeld: wie is de voorzitter, wie zorgt ervoor dat alle inleveropdrachten op tijd worden ingeleverd.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Informatieve teksten schrijven
  • Feiten opsommen, neutraal en objectief.
    Geen eigen mening! 

  • Antwoorden op één of meer wh-vragen:
    wat, wanneer, waar, (voor) wie, waarom, hoe

  • Altijd gebruikte bronnen vermelden

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een script?
  • Stap 1: jullie gaan op zoek naar iemand die jullie interessant vinden; deze persoon heeft bijvoorbeeld een interessant beroep heeft, kan jullie meer informatie geven over het onderwerp etc.  Maak een top drie van mensen die in aanmerking komen voor een interview
  • Stap 2: schrijf de persoon die op nummer 1 staat een nette zakelijke e-mail. In deze e-mail vragen jullie of jullie langs mogen komen voor een interview, leg de opdracht goed uit en zorg ervoor dat deze persoon graag een interview met jullie wil houden.
  • Stap 3: de e-mail en de interviewvragen lever je in bij het script.

Deadline inleveren script, interviewvragen en e-mail: 17 november

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De email -  wat moet erin staan
  • Je stelt jezelf voor.
  • Je vertelt over de opdracht voor het vak Nederlands.
  • Je vertelt waarom je juist diegene wilt interviewen.
  • Je doet een voorstel over de manier van interviewen (via videobellen, telefonisch o.i.d.).
  • Geef aan dat het interview wordt opgenomen en later wordt uitgewerkt.
  • Vertel ook hoeveel vragen je gaat stellen.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De email - conventies
Begin met de aanhef: 
Geachte heer/mevrouw, of Beste mevrouw Perk,

• Sla een regel over, begin met een hoofdletter op een nieuwe regel.
• Begin de e-mail niet met ‘Ik’ en spreek de ander aan met ‘u’.
• Sla na de laatste zin een regel over.
• Schrijf een groet en je naam, bijvoorbeeld: Hoogachtend, Tim Knol.
• Voeg zo nodig je telefoonnummer toe.
• Controleer je mail altijd op fouten en voeg eventuele bijlagen bij.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 

 
Op welke manier stel je vragen?
Hoe leg je het interview schriftelijk vast?
Interview afnemen

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijkopdracht

a) Turf het aantal open vragen in het fragment.
b) Turf ook het aantal gesloten vragen.
c) Welke verschillen merk je aan de antwoorden ?
Wat voor antwoorden leveren gesloten vragen vaak op?
Hoe verschilt dit van de antwoorden op open vragen?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Open vragen

Gesloten vragen

Doorvragen
Open vragen:
Vragen waarop een lang antwoord verwacht kan worden.
Begin met :
Hoe komt het dat?
Kunt u mij vertellen hoe?


Op gesloten vragen kunnen alleen korte antwoorden gegeven worden.
Bijvoorbeeld: 
Hoe oud bent u?
Waar woont u?
Vind je het leuk om hier te wonen?
Doorvragen is soms nodig als het antwoord op je vraag uit 1 of een paar woorden bestaat.

Soorten vragen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stel veel open vragen. Gebruik 5 w's (wie, wat, waar, wanneer, waarom) aan het begin
Heb je toch een gesloten vraag gesteld; vraag door (kunt u daar meer over vertellen?)

Interviewverslag:
Letterlijk: vraag en antwoord opnemen
Samenvattend: vragen weglaten en het interview samenvatten in eigen woorden
Combinatie: je laat een stuk van het interview zien en vult de reportage verder aan met informatie uit het interview (voice-over)
Technieken

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interview-opdracht
Belangrijke punten:
-  bereid je interview goed voor
-  begin met jezelf voor te stellen 
-  stel gerichte vragen!
-  luister goed naar het antwoord en reageer hierop!
-  neem het interview op en VRAAG OM TOESTEMMING !!!
-  vraag naar voorbeelden
-  blijf scherp tot het eind ;) 
 

Slide 21 - Tekstslide

Groter dan ze in het echt is
interview - uitwerken
Tijdens een interview maak je aantekeningen. Na het interview werk je die aantekeningen uit.
Zo werk je een interview uit
• Schrijf in vet of cursief de vragen zo kort mogelijk op.
• Noteer onder elke vraag het antwoord dat de geïnterviewde geeft.
• Vat lange antwoorden samen en laat overbodige informatie weg.
• Vervang typische spreektaal door standaardwoorden (nouweh wordt nu).
• Schrijf een korte inleiding, waarin je vertelt wie je hebt geïnterviewd, waarover en waarom. Begin de inleiding met een zin om de lezer nieuwsgierig te maken.
• Gebruik als titel het liefst (een deel van) een opmerkelijk citaat.
• Laat het interview lezen aan de geïnterviewde en pas de tekst zo nodig aan.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies