2HD Chapitre 3H eerste les

Bonjour 2VX!!
Grammaire H



Prends ton livre, ton iPad et  
ton cahier! Merci!
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Bonjour 2VX!!
Grammaire H



Prends ton livre, ton iPad et  
ton cahier! Merci!

Slide 1 - Tekstslide

Les buts
-Je kent het aanwijzend voornaamwoord (herhaling)
-Je kent pouvoir en vouloir

26 mei is de toets!

Aujourd'hui:
-Apprendre Grammaire
-Faire: 31 + 32 + 33 + 34ab



Slide 2 - Tekstslide

Prends ton cahier français et stylo 

Slide 3 - Tekstslide

Les verbes -er vouloir = willen



Ik wil
Je veux
Jij wilt
Tu veux
Hij/zij/men wil
Il/elle/ on veut
Wij willen
Nous voulons, on veut
Jullie willen / u wilt
Vous voulez
Zij willen
Ils/elles veulent

Slide 4 - Tekstslide

Les verbes -er vouloir = willen



Ik wil
Je veux
Jij wilt
Tu veux
Hij/zij/men wil
Il/elle/ on veut
Wij willen
Nous voulons, on veut
Jullie willen / u wilt
Vous voulez
Zij willen
Ils/elles veulent

Slide 5 - Tekstslide

Les verbes -er vouloir = willen



Ik wil
Je veux
Jij wilt
Tu veux
Hij/zij/men wil
Il/elle/ on veut
Wij willen
Nous voulons, on veut
Jullie willen / u wilt
Vous voulez
Zij willen
Ils/elles veulent

Slide 6 - Tekstslide

Les verbes -er vouloir = willen



Ik wil
Je veux
Jij wilt
Tu veux
Hij/zij/men wil
Il/elle/ on veut
Wij willen
Nous voulons, on veut
Jullie willen / u wilt
Vous voulez
Zij willen
Ils/elles veulent

Slide 7 - Tekstslide

Les verbes -er vouloir = willen



Ik wil
Je veux
Jij wilt
Tu veux
Hij/zij/men wil
Il/elle/ on veut
Wij willen
Nous voulons, on veut
Jullie willen / u wilt
Vous voulez
Zij willen
Ils/elles veulent

Slide 8 - Tekstslide

Les verbes -er vouloir = willen



Ik wil
Je veux
Jij wilt
Tu veux
Hij/zij/men wil
Il/elle/ on veut
Wij willen
Nous voulons, on veut
Jullie willen / u wilt
Vous voulez
Zij willen
Ils/elles veulent

Slide 9 - Tekstslide

Les verbes -er vouloir = willen



Ik wil
Je veux
Jij wilt
Tu veux
Hij/zij/men wil
Il/elle/ on veut
Wij willen
Nous voulons, on veut
Jullie willen / u wilt
Vous voulez
Zij willen
Ils/elles veulent

Slide 10 - Tekstslide

Les verbes -er pouvoir = kunnen



Ik kan/mag
Je peux
Jij kunt/mag
Tu peux
Hij/zij/men kan/mag
Il/elle/on peut
Wij kunnen/mogen
Nous pouvons, on peut
Jullie kunnen/mogen/              u kunt/mag
Vous pouvez
Zij kunnen/mogen
Ils/elles peuvent

Slide 11 - Tekstslide

Tuyau
In het Frans staan alle werkwoorden altijd bij elkaar:

Ik wil vanavond dansen = Je veux danser ce soir

Ik wil jouw vrienden uitnodigen = Je veux inviter tes amis

Slide 12 - Tekstslide

JE
TU
IL/ELLE/
ON
NOUS
VOUS
ILS/
ELLES
veux
voulons
veut
voulez
veulent
veux

Slide 13 - Sleepvraag

Open nu je iPad!!

Slide 14 - Tekstslide

JE
TU
IL/ELLE/
ON
NOUS
VOUS
ILS/
ELLES
peux
pouvons
peut
pouvez
peuvent
peux

Slide 15 - Sleepvraag

Ik kan/mag (pouvoir, présent)
A
Je peut
B
Je peus
C
Je peux
D
Je peuve

Slide 16 - Quizvraag

Zij (V) kunnen/mogen (pouvoir, présent)
A
Elles peuvent
B
Elle peut
C
Elles poulet
D
Ils peuvent

Slide 17 - Quizvraag

Klopt dit?
Vous voulez = u wilt
A
OUI
B
NON

Slide 18 - Quizvraag

Je veux mes amis inviter
(ik wil mijn vrienden uitnodigen)
Klopt dit?
A
OUI
B
NON

Slide 19 - Quizvraag

Vous pouvez un chanson chanter (wilt u een liedje zingen?)
Klopt dit?
A
OUI
B
NON

Slide 20 - Quizvraag

IN HET FRANS
Deze/die
Dit/dat

Slide 21 - Tekstslide

Die, deze, dit, dat

Slide 22 - Tekstslide

Deze/dit/die/dat
Tu as vu ce garçon (M)?
Heb je deze/die jongen gezien?
J'ai fait cet exercice (M) 
Ik heb die/deze oefening gemaakt
Elle a vu cette fille (V)
Zij heeft dit/dat meisje gezien 
Elle a mangé ces pizzas (v)
Ze heeft deze/die pizza's gegeten.
Elle aime ces baskets (M)
Ze houdt van deze/die sneakers

Slide 23 - Tekstslide

Prends ton iPad/LessonUp

Slide 24 - Tekstslide

C'est correct?

Ce garçon est beau
A
Oui
B
non

Slide 25 - Quizvraag

C'est correct?

Cet fille est belle
A
Oui
B
non

Slide 26 - Quizvraag

C'est quoi?

J'adore ... pull
A
Cette
B
Ce
C
Cet
D
Ces

Slide 27 - Quizvraag

C'est quoi?

Je ne connais pas .. magasins
A
Cette
B
Ce
C
Cet
D
Ces

Slide 28 - Quizvraag

C'est quoi?

.... ami est sympa
A
Cette
B
Ce
C
Cet
D
Ces

Slide 29 - Quizvraag

C'est quoi?

.... amie est sympa
A
Cette
B
Ce
C
Cet
D
Ces

Slide 30 - Quizvraag

Vandaag mag je je aantekeningen erbij houden!!

Slide 31 - Tekstslide

Les devoirs jeudi
Leren Grammaire H (verbe pouvoir et vouloir)
Faire: 31 + 33 + 34ab
Doorlezen stripverhaal in Teams
Tweetallen maken voor stripverhaal
https://www.youtube.com/watch?v=cBSgOgHZbk4





Slide 32 - Tekstslide