In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 6 videos.
Onderdelen in deze les
Le tourisme
Slide 1 - Woordweb
Slide 2 - Video
00:07
Voor hoe lang hebben ze een kamer gereserveerd?
Slide 3 - Open vraag
00:16
Welk kamernummer hebben ze?
A
243
B
342
C
234
D
423
Slide 4 - Quizvraag
00:26
Waar zijn de koffers?
A
In de auto
B
In de gang
C
In de kamer
Slide 5 - Quizvraag
00:32
Wat is er aan het eind van de gang?
A
De wc
B
De lift
C
De trap
Slide 6 - Quizvraag
00:39
Wanneer wordt het ontbijt geserveerd?
A
van 7 tot 10
B
van 7.30 tot 10
C
van 8 tot 11
D
van 6.30 tot 10
Slide 7 - Quizvraag
In Parijs bezoek je de Eiffeltoren
Slide 8 - Open vraag
In Groningen, bezoek je de Martinitoren
Slide 9 - Open vraag
Wij gaan naar Frankrijk in de zomer
Slide 10 - Open vraag
Slide 11 - Video
00:29
........?........., en plastique
A
les croissants
B
les baguettes
C
les sandwichs
Slide 12 - Quizvraag
00:47
Direction ...........................?
A
Paris
B
L'Italie
C
L'Australie
Slide 13 - Quizvraag
01:16
Pizza, klaxon et ........
A
macaronis
B
Spaghettis
C
Pastis
Slide 14 - Quizvraag
02:03
On s'échange ............?
A
Nos adresses
B
nos amis
C
nos parents
Slide 15 - Quizvraag
Ik ga liever naar Italie.
Slide 16 - Open vraag
Welke Italiaanse monumenten zag je in het clipje?
Slide 17 - Open vraag
Slide 18 - Video
Slide 19 - Video
00:09
Wat is het probleem van de vrouw?
A
Ze wil een salade, maar kan niet kiezen welke
B
Ze wil een salade, maar ook weer niet
C
Ze wil een salade, maar heeft geen geld
Slide 20 - Quizvraag
00:22
Hoe wordt de 'salade du chef' geserveerd?
Slide 21 - Open vraag
00:36
Waar is de dame allergisch voor?
A
Melkproducten
B
Salade
C
Saus
D
eieren
Slide 22 - Quizvraag
00:58
Waarom neemt ze geen hoofdgerecht?
A
Ze heeft geen geld
B
Ze heeft geen honger
C
Ze heeft geen tijd
Slide 23 - Quizvraag
01:06
Wat wil ze drinken?
A
Spa rood
B
Spa blauw
C
Ijsthee
Slide 24 - Quizvraag
01:23
Waarom neemt ze geen toetje?
Slide 25 - Open vraag
1. Il paie l'addition 2. Il prend un plat du jour 3. Il prend un café 4. Il prend un dessert 5. Il regarde la carte 6. Il réserve une table
A
B
C
Slide 26 - Quizvraag
1. Il paie l'addition 2. Il prend un plat du jour 3. Il prend un café 4. Il prend un dessert 5. Il regarde la carte 6. Il réserve une table Zet de zinnen in de goede volgorde