Toetsantwoorden formuleren (zinsbouw + diepgang)




Hoe geef ik een goed antwoord op een toetsvraag?
Lesdoelen:
  • Ik kan fouten in zinsbouw herkennen en verbeteren.
  • Ik kan antwoorden op een vraag met een goede zinsbouw.
  • Ik geef voldoende uitleg in mijn antwoorden, zodat ik de vraag volledig beantwoord.
  • Ik gebruik signaalwoorden.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsLager onderwijs

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les




Hoe geef ik een goed antwoord op een toetsvraag?
Lesdoelen:
  • Ik kan fouten in zinsbouw herkennen en verbeteren.
  • Ik kan antwoorden op een vraag met een goede zinsbouw.
  • Ik geef voldoende uitleg in mijn antwoorden, zodat ik de vraag volledig beantwoord.
  • Ik gebruik signaalwoorden.

Slide 1 - Tekstslide

Wat doet Oxfam?
Antwoord: Ze bestrijden het onrecht dat boeren aangedaan wordt en dus ze vechten tegen armoede.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe wordt een bedrijf succesvol?
Antwoord: Een bedrijf succesvol wordt als het goede marketing gebruikt en producten van kwaliteit verkoopt.

Slide 3 - Tekstslide

Waarom zijn veel oude beroepen verdwenen?
Antwoord: Want machines kwamen dus gaan er veel beroepen weg.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom wil Suzanne een nieuwe rugzak?
Antwoord: Omdat iedereen heeft een coole rugzak.

Slide 5 - Tekstslide

Waarom is er in sommige landen kinderarbeid?
Antwoord: In sommige landen werken kinderen. Ouders hebben geen geld. Fabrieken zijn groot.

Slide 6 - Tekstslide

Wat vind jij van kinderarbeid?
Antwoord: Ik vind dat niet leuk. De kinderen mogen niet naar school. Hun moeten vaak lang werken. Bazen behandelen hen slecht.

Slide 7 - Tekstslide

Wat vind jij van kinderarbeid?
Antwoord: Dat is niet goed.

Slide 8 - Tekstslide

De AH(A)-methode
Antwoord
Je geeft een kort antwoord op de vraag.
Hoezo?
Leg uit waarom dit zo is.
   Aanvulling
Geef een voorbeeld, extra uitleg of een gevolg.

Slide 9 - Tekstslide

Wat vind jij van kinderarbeid?
Antwoord: Ik vind dat niet goed, want kinderen krijgen hierdoor niet de kans om naar school te gaan. (Ze worden ook vaak slecht behandeld en moeten lange dagen werken voor weinig geld.)

Slide 10 - Tekstslide

Waarom kiezen sommige mensen voor Fairtrade-producten?
Antwoord: Omdat het eerlijk is.

Slide 11 - Tekstslide

Waarom kiezen sommige mensen voor Fairtrade-producten?
Antwoord: Omdat het eerlijk is, Fairtrade zorgt ervoor dat boeren eerlijk betaald worden voor hun producten. (Hierdoor kunnen deze boeren beter leven.)

Slide 12 - Tekstslide

Wat is een topbedrijf? Schrijf een zo volledig mogelijke definitie.

Slide 13 - Open vraag

Lees de fiche van dit bedrijf. Is dit een topbedrijf? 
Geef 3 argumenten om je antwoord uit te leggen 


Slide 14 - Tekstslide

Is dit een topbedrijf?
Leg je antwoord uit met 3 argumenten.

Slide 15 - Open vraag

Wat betekent het als men zegt dat een bedrijf veel omzet wil maken?

Slide 16 - Open vraag

Welk beroep heeft deze persoon?
Bestond dit beroep vroeger ook al? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 17 - Tekstslide

Bestond dit beroep vroeger ook al? Leg uit.

Slide 18 - Open vraag

Waarom bestaat kinderarbeid vandaag de dag nog?

Slide 19 - Open vraag