In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
2MA - Les verbes en -er
Slide 1 - Tekstslide
Les objectifs = leerdoelen
à la fin de la leçon ken/kun je:
regelmatige Franse werkwoorden op -er herkennen in de tegenwoordige tijd.
de regel van het vervoegen van de regelmatige werkwoorden op -er.
Een tekst schrijven over jezelf.
Slide 2 - Tekstslide
Wat zijn de persoonlijke voornaamwoorden in het Frans?
Je = ik
tu = jij
Il = hij
Elle= zij
On = men
Nous = wij
vous= jullie
Ils = zij (m)
Elles = zij (v)
Slide 3 - Tekstslide
Regelmatige ww op -er
De meeste werkwoorden in het Frans eindigen op -ER.
Bijvoorbeeld:
danser
travailler
donner
Bijna al deze werkwoorden worden op dezelfde manier vervoegd. Dit noemen we de regelmatige werkwoorden op-er.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
je (ik)
+ e
tu (jij)
+ es
il (hij)
+ e
elle (zij)
+ e
on (men/we)
+ e
nous (wij)
+ ons
vous (jullie/u)
+ ez
ils (zij, mnl)
+ ent
elles (zij, vrl)
+ ent
UITGANGEN
van de
werkwoorden
op
-ER
Slide 9 - Tekstslide
De uitgangen van regelmatige werkwoord op -er
Slide 10 - Tekstslide
Sleep de uitgangen naar de juiste plek!
Je
Tu
Il
Nous
Vous
Ils
E
ES
E
ONS
EZ
ENT
Slide 11 - Sleepvraag
Wat is de stam van parler?
Slide 12 - Open vraag
donner - tu ...
A
donner
B
donne
C
donnes
D
donnons
Slide 13 - Quizvraag
demander - nous ...
A
demandez
B
demandent
C
demandons
D
demande
Slide 14 - Quizvraag
manger - je ...
A
manger
B
mangez
C
manges
D
mange
Slide 15 - Quizvraag
danser - elle ...
A
dansons
B
danses
C
danse
D
dansez
Slide 16 - Quizvraag
parler - vous ...
A
parlez
B
parlons
C
parlent
D
parle
Slide 17 - Quizvraag
vertaal: hij praat
A
il parles
B
il parlons
C
il parler
D
il parle
Slide 18 - Quizvraag
vertaal: jij zoekt
A
tu cherches
B
tu cherche
C
tu cherchons
D
tu cherchez
Slide 19 - Quizvraag
Ik ken de regel om regelmatige werkwoorden op -er te vervoegen.
πππππ
Slide 20 - Poll
Les devoirs
Maak de volgende opdrachten in je boek: 16, 17, 18, 19
Slide 21 - Tekstslide
Bonjour 2MA
Slide 22 - Tekstslide
Le programme d'aujourd'hui le 9 novembre
Herhalen grammaire : ww met "er".
Bron E : Regarder ( opdr. t/m 22)
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoelen bron E
Aan het eind van deze paragraaf kun je de belangrijkste informatie uit een film begrijpen, ken je woorden die te maken hebben met iets kopen en weet je hoe je je moet voorbereiden op een luisterfragment.
Slide 24 - Tekstslide
les devoirs
Maak : opdr. t/m 22 af
Oefen met de woorden van E
Slide 25 - Tekstslide
Le programme d'aujourd'hui le 10 novembre
1. Vocabulaire E doornemen + overhoren
2. Vocabulaire F doornemen ter voorbereiding voor het lezen van de tekst.
3. Bron F: exercice: 23, 24
4. Getallen t/m 60
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Oefenen met slim stampen
Slide 29 - Tekstslide
Leerdoelen F
Aan het eind van deze paragraaf kun je een tijdschriftartikel over winkelen begrijpen, ken je de getallen tot en met 69 en weet je hoe je de betekenis van woorden kunt raden.
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
0
Slide 32 - Video
Sleep de getallen naar de juiste plaats op de lineaal :