4.2 - Versnellen en vertragen

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup!

Slide 1 - Tekstslide

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup.

Slide 2 - Tekstslide

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup!

Slide 3 - Tekstslide

 4.2 Versnellen en vertragen

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen:
4.2.1 Je kunt een beweging vastleggen in een (v,t)-diagram.
4.2.2 Je kunt de soort beweging herkennen in een (v,t)-diagram.
4.2.3 Je kunt uitleggen wat versnelling en vertraging betekenen.
4.2.4 Je kunt de versnelling van een beweging berekenen.
4.2.5 Je kunt km/h omrekenen naar m/s, en omgekeerd.
4.2.6 Je kunt de afgelegde afstand van een beweging bepalen/berekenen in een (v,t)-diagram.

Slide 5 - Tekstslide

Welke soort bewegingen ken je?

Slide 6 - Woordweb

Vliegtuig en achtbaan
  • Als je in een vliegtuig zit, vlieg je met een snelheid van ruim 900 km/h. 
  • De karretjes van een achtbaan halen ‘maar’ 150 km/h. 
  • Toch voelt een rit in een achtbaan veel spannender dan een vlucht met een vliegtuig. 
  • Dat komt doordat de karretjes enorm snel optrekken en afremmen. 
  • Het is blijkbaar niet de snelheid die je in je maag voelt, maar de snelheidsverandering..

Slide 7 - Tekstslide

Ga zelf lezen
Wat? Lees in stilte H4.2 

Hoe? Je doet dit in stilte zonder te overleggen

Hoe lang? 5 minuten 

Klaar? Ga vast met de opdrachten van H4.2 aan de slag

Slide 8 - Tekstslide

Versnelling 
  • Gaat steeds sneller
  • Stel: Ik ga versnellen. Na 1 seconde ga ik 3 m/s,
    na twee seconden 6 m/s en na drie  9 m/s
  • De toename in snelheid 3 m/s elke seconde
  • DUS de versnelling is 3 m/s2

Slide 9 - Tekstslide

(v,t)-diagram maken
  • v - verticale as
  • t - horizontale as

  • 0-4 s Beweging neemt eerst toe
  • versnelling
  • na 4s dan is de beweging constant
  • eenparige beweging

Slide 10 - Tekstslide

Een trekker druppelt olie en laat een spoor achter.
Welke vt-diagram (snelheid-tijd-grafiek) past bij het spoor?
A
B
C
D

Slide 11 - Quizvraag

Een trekker druppelt olie en laat een spoor achter.
Welke vt-diagram (snelheid-tijd-grafiek past bij het spoor?
A
B
C
D

Slide 12 - Quizvraag

Eenparig versneld of vertraagd
  • Snelheid neemt gelijkmatig toe of af

Slide 13 - Tekstslide

Versnelling berekenen:



  • a - versnelling in m/s2
  • t - tijd in s
  • v - snelheid in m/s

a=ΔtΔv
Δv=veindvbegin

Slide 14 - Tekstslide

  • Vertraging
  • De snelheid neemt elke seconde af met 2 m/s. 
  • Vertraging.
  • De vertraging is 2 m/s2. 
  • Je schrijft: a = −2 m/s2
  • Vertraging heeft hetzelfde symbool als versnelling: a

Slide 15 - Tekstslide

Een auto wil de snelweg oprijden. De bestuurder drukt het gaspedaal verder in, waardoor de auto 4,0 s lang eenparig versnelt. Hierdoor neemt de snelheid toe van 15 m/s tot 25 m/s.
Bereken de versnelling.

Slide 16 - Open vraag

Wat is juist? Als een auto in 2 s versnelt van 3 naar 7 m/s.
A
Is de snelheid 2 m/s
B
Is de snelheid 4 m/s
C
Is de versnelling 2 m/s^2
D
Is de versnelling 4 m/s^2

Slide 17 - Quizvraag

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak H4.2 - 1, 2, 3, 4, 6a, 8

Hoe?  Je mag fluisterend overleggen.

Hoe lang? Tot het einde van de les.

Klaar? Maak de rest van de opdrachten af van H4.2.

Slide 18 - Tekstslide

Snelheid omrekenen
Snelheid is vaak in km/uur en moet naar m/s
m/s               km/uur
: 3,6
x 3,6

Slide 19 - Tekstslide

Controle vraag 2
Reken om:
180 km/h = ...... m/s
10 m/s=......km/h

Slide 20 - Open vraag


Slide 21 - Open vraag

Slide 22 - Tekstslide

Noteer de formule voor de versnelling met de eenheid hoe je hem moet invullen.

Slide 23 - Open vraag